Ophef alom. Rekening rijden? Dat gaat geld kosten. Tolheffing? De Belgen voeren het in, Zeeuwen of niet, Hollanders of niet. Netelenbos werd op netelige wijze het bos ingestuurd. Een Bosvariant werd uitgedacht en is ook niet tot leven gekomen. Mevr. Peijs heeft de tolpoort kennelijk ook niet uit de verf kunnen trekken. En toch?

Er is geen nieuws onder de zon. Geloof me. Vroeger deden we het gewoon. De tolgaarder is nog steeds een bekend “beroep”. Maar in Woerden maakten ze er in het verleden weinig woorden aan vuil. In de resoluties van de vroedschap van Woerden werden de tarieven gewoon expliciet opgenomen. Woerden? Zo gek nog niet! Wellicht is dit een methode die we opnieuw kunnen invoeren. Zo te bezien valt het te bezien of de geschiedenis zich herhaalt. Zeker. Dat doet ie dus wel. Zij het met varianten. Voor de aardigheid geef ik een paar voorbeelden uit de genoemde resoluties van 1725. Ik citeer: “Iedere passagier zal bij het passeeren van iedere poort voor sijn lichaam in den busse moeten steeken vier stuijvers. Van een rijtuijg met twee ofte meer paarden sal aan ieder poort voor openen van dien in den busse worden gestooken drie stuijvers. Voor een rijtuijg met een paart twee stuijvers en wegens passeeren van een man te paart ofte dat geleijd word, mitsgaders hond ofte diengelijke beest eene stuijver”. Enfin, zo kunnen we doorgaan. Vroeger hadden onze vroede vaderen dus een eigenwijze wijze van handelen om de centen binnen te halen. Tolheffing, toegangsgelden. NU? Parkeerbelasting. Ach. ’t Kan verkeren. Misschien moeten we aan de politiek wel gaan voorstellen die mooie poorten rond de stad weer te gaan optrekken. Voor ieder lichaam drie euro, voor iedere hond een euro, voor ieder voertuig met uitzondering van een fiets, dat zult u begrijpen, acht euro. Nou zoiets. Kassa! Tel uit je winst.

Ik keer terug in het heden. Het verleden (of de bestuurders in het verleden) is/zijn zo gek nog niet.