De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Pensioen

‘Nou Harms, je kijkt wel weer erg treurig op deze ochtend. ’t Is ’t er aan de hand?’

Wapse keek eens naar zijn vriend die kennelijk een bezorgde indruk op hem maakte.

‘Nou niks, zou ik zeggen’.

‘ Maak dat de kat wijs, man, kom neem een bak leut en vertel, want ik geloof er geen barst van”. Wapse zei het met zoveel nadruk dat Harms niet kon weigeren. Even later zaten beide vrienden aan een mooi tafeltje bij schele Japie in café de Gulle Gaper. Ook dominee Blijmare was al vroeg op pad en was neergestreken voor een bakje koffie. Op zijn rondritjes met de fiets om zijn nieuwe gemeente te leren kennen had hij onlangs zijn nieuwste speeltje laten zien. Zijn I-pad. En om ook eens even gewoon te kunnen genieten van de Friese Wouden zou ook hij weleens vaste stamgast kunnen gaan worden bij schele Japie. Vaak deed hij er goede ideeën aan de hand.  Gul waren ze niet vandaag bij de Gulle Gaper. Met moeite moest ds. Blijmare dan ook een gaap onderdrukken. Het leek of de gespreksstof was weggeëbd. Harms verschoof zijn bril eens op zijn neus, schoof zijn pet wat meer horizontaal. Ja, Wapse zag het wel, zijn vriend was duidelijk van slag. ‘Ik dacht dat je vandaag de dag nogal op de familietoer moest?’

Harms knikte. Harms dronk zijn koffie. Harms zweeg.

‘Stukkie koek erbij heren?’  vroeg schele Japie. De heren hadden geen bezwaar. De bezwangerende stilte omhulde de mannen. Diep in gedachten verzonken roerden ze de koffie. ‘Dorie, Japie, die is sterk!’ zei Harms. Japie grinnikte. Ook Wapse liet zich nu niet onberoerd, want ook hij dreigde zich te verslikken in zijn eigen bakkie troost. ‘Wat heb je daar nou  toch ingedaan?” Ja, nu moest ook Japie zich wel bloot geven. “Heren, niks bijzonders, een neutje van het huis op speciale wijze gebrouwen en met de koffie getrokken, neem van mij aan, het is gezond, maar niet achter het stuur. Als jullie gewoon op je fiets over ’s Heren wegen rijden, ach, dan kun je zelfs als je met pensioen bent, gewoon zo’n bakkie wel gebruiken, maar het is alleen in de eerste anders worden jullie opgepakt wegens zwabberen, zwieren of gieren over de weg”. Pfft, weer een hele preek van Japie, maar de heren konden er wel van genieten. De wangen van de mannen toonden  al een beetje als gloeilampjes en de stemming werd er gewoon gezellig op. Harms kikkerde helemaal op. ‘Wat zeg je me daar Japie, ik met pensioen? Man, ik zou niet weten wat ik dan in de wereld moest doen. Toen onze lieve Heer ons geschapen heeft gaf ie toch geen pensioenpolis mee? Zo is ’t toch dominee? Ik zou me daar vallen in een gat, zo zwart als de nacht. Neen, kerel, dat mijn broertje nu wel met pensioen is, is daar aan toe, dat al die anderen ook al niet meer bijdragen aan de maatschappij is erg, maar ik, ik zal mijn bijdrage nog gewoon blijven geven, onder het voorbehoud van Jacobus, zoals een collega daaraan altijd weer toevoegt’.

‘Zat je dat dwars, Harms? Ik begrijp het al. Het is natuurlijk dat jij opnieuw wordt geconfronteerd met het gegeven dat jij het jongste jochie was thuis. En ineens is dat nu opnieuw keihard werkelijkheid geworden. Jij bent diegene die de maatschappij moet ondersteunen’. Wapse keek of die analyse de  gewoonste zaak van de wereld was. Harms knikte. ‘ Je moet de zaken niet zo op scherp zetten, Wapse, maar gelijk heb je wel. En ergens heb ik met hem te doen. Niks meer te doen. Voor beleidsmakers ben je niet meer in beeld. Categorie “oudjes”, alsof het een vies woord is. Probleemveld voor beleidsmakers, doelgroep voor de oudjesomroep, zoiets”.

Harms zweeg. Zijn woorden wogen zwaar. Japie en Wapse keken nu een beetje beteuterd. Zoals gebruikelijk, sloeg Harms met zijn woorden de spijker op de kop. ’t Jonge, je zou maar oud zijn en met pensioen, niet iemand die in de virtuele wereld van de snelle beleidsmakers nog iets zou kunnen betekenen, behalve ‘last’. En ook de huidige veertigers krijgen het steeds moeilijker, dat zagen ze ook wel en hoorden ze steeds vaker.

‘Nou, ik denk dat ik dan toch nog maar even doorga met werken’, zei Japie. Ik kan ook best nog wel wat omzet gebruiken.’

‘Ja, broeders, dat is me wel een fenomeen aan het worden met pensioen gaan. Als er wat van over blijft.  Jullie moeten genieten. Vooral moeten. En dan het liefst met een Zwitsers levensgevoel. Nou ik kom wel wat anders tegen tegenwoordig. Het is de falsificatie van de reclame. Maar in dat koninkrijk dat ik vertegenwoordig ga je gewoon niet met pensioen en mag je altijd doorgaan. En troost kan ik daar bij geven, maar Japie, doe jij ons nu maar een bakje troost van het huis. Dan kunnen we, of we nu met pensioen zijn of niet, er weer even tegen”.

‘t’ Klopt wel dominee, zei Harms. Koffie is net zoiets. Het wordt pas echt erg als de koffieboeren met pensioen gaan. “ ‘Nou, dominee, ik dacht dat na het eind pas het ‘echte Zwitserslevengevoel’ vorm gaat krijgen?’ Zo, die zit, dacht schele Japie. Die dominee gaat wel erg snel met zijn tijd mee. Net of het leven eindigt bij met pensioen te gaan.

De dominee keek nu eens op en zuchtte. ‘ Ja, mensen, kijk eens even, laat ik over het toekomstbeeld eens heel duidelijk zijn. Pensioen is  één ding, maar ons toekomstbeeld gaat vele beleidsmakers te boven. Wie het vat, vatte het!”

De mannen zwegen. De koffie dampte. De lucht bezwangerd onder de roep van een nieuwe dag vervuld met koffiegeur. Niet met pensioen. Gelukkig maar.

 

 

Vorige

De dominee.

Volgende

BVD

  1. I gotta favorite this internet site it seems extremely helpful extremely helpful

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén