De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Categorie: het vrije woord Pagina 3 van 45

fantasie en min of meer zinnige of onzinnige zaken

Schaduw

Merkwaardig. Zeker, Schaduw, het is merkwaardig. Herinneringen kunnen ineens sterk gaan leven. Door ineens iets “te zien”. Ja, zelfs is het zo merkwaardig dat je beelden uit het verleden kunt oproepen. En dan doe ik mij echt niet als een zweverige waarzegger, paragnost of weet ik wat voor “geestenbedrijversfenomeen” voor. Maar gewoon, het blijft wel iets merkwaardigs. En sommigen krijgen alleen bij dat laatste woord (het is dus het ultieme bewijs van het voorgaande) een ietwat gefronst koppie. Mompelend in jezelf “merkwaardig”, de “r” laten rollen op de tong en dan de herinnering aan een klein bijzonder fenomenaal mannetje van de Franse recherche is uw deel.

Bij het wandelen door mijn geboortestreek kreeg ik dat “merkwaardig” even niet meer uit mijn “geest”. Kijk. Dan zou je schrikken. Alleen: ik zag een schaduw. En “schaduw” en “merkwaardig” blijken merkwaardig veel overeenkomsten te hebben.

dav

Iets verderop, tijdens die gedenkwaardige wandeltocht, voor mij althans, werd ik nog iets gewaar. Klein maar dapper. Ruig en woest. Verdikkie, twee van die kleine hengstjes

dav

die mijn geheugen als het ware van het verre verleden als klein jochie van 10 ineens in de rauwe werkelijkheid van het nu plaatsten. Daar, in exact dat stukje weide, heb ik op “exact” diezelfde pony’s voor het eerst “paard” gereden. Merkwaardig, wat een gelijkenis. En dat na 60 jaar…Het woord spoelde door mijn geest. En verroest als het niet waar is, hetzelfde prikkeldraad dat is er nog. Net zo verroest…

dav

Raar, dat je na zoveel tijd bijna fysiek de pijn nog kunt voelen toen de beestjes meenden mij van hun rug te moeten kieperen in? Juist ja, dat verhipte prikkeldraad. Merkwaardig om te zeggen, bijna voel ik inderdaad die fysieke pijn. De herinnering blijft kennelijk actueel. Een rechercheur `a la de Schaduw zou mij met zo’n fenomenaal geheugen als een merkwaardige getuige wel kunnen gebruiken.

Ik zie de poot afdruk. Ik ruik de beesten. Echt. Ik zie het bloed over mijn handen druppelen (bijna dan) en sta verstild te kijken naar mijn schaduw.

Merk aardig.

Harder vraagt om advies.

“Dag Harms, ik heb je raad nodig. Gek word ik van al die mogelijkheden om te kiezen. Weet jij raad?” Voordat Harder zelfs de vraag maar had gesteld was die over zijn lippen gekieperd. Harms keek eens naar zijn nieuwe vriend. “Moeilijk man, moeilijk. We zijn zo rijk gezegend in dit land. Keuze nota bene uit 34 partijen. En weet je, je kunt al die partijprogramma’s gewoon bestuderen. Harder, gij hebt daar dik de tijd voor. Met pensioen, niemand die je op je lip zit, dus wat let je? En weet je, het is zo fijn om eens te kiezen uit: kieswijzer 2012, kieskompas, stemwijzer, stemchecker, stemhulp, op wie moet ik stemmen, of wat denk je van de sexwijzer tot boerderij kieswijzer… Ik vermoed, mijn beste, dat je alleen daarvoor al een paar dagen kunt gaan googelen.

Bijna zou ik zeggen: niet zeuren, maar gewoon doorpakken. Niet kiezen kan ook, zeg ik maar, dat is ook een keuze. Of allen aankleuren, man, ben je meteen een ochtend of middag op zo’n stembureau bezig.”

“Zeg, Harms, zit jij me nu…?” Nee, Harms schudde meteen zijn bolle hoofd. “Neen Evert Harder, bij mij kom je niet zo makkelijk weg. Tel je zegeningen kerel, je hebt volkomen vrijheid van stemmen.

Kijk, als al die hulplijnen, die vriend Google jou biedt, niet meer werken of je denkt dat je met hun algoritmes jou in een bepaalde hoek drukken, tja dan…” “Nou Harms, dat is het. Ik weet het niet, daarom zoek ik nu juist onafhankelijk en deugdelijk advies. Lijkt me heel bijbels om de vragen van het leven te bespreken met wijze…” “Ho, mijn beste Harder, ik wil niet vervelend zijn, maar kijk dan eens naar al die prachtige plaatjes. Bushaltes, huizen, tuinen, akkers, ze staan er mee vol. Levert je dat niks op?” Harms keek vertwijfeld naar Evert Harder. Die man, snapt die nu echt niet dat het leven net zo simpel is als een vakje roodkleuren? Een vakje maar, en voor de rest gaan anderen daarmee aan de slag. Nee, Harms wist het wel, als je binnen de lijntjes kleurt, dan wordt de stem gewoon meegeteld. Gaat op de grote hoop, wordt gedeeld door uitgebrachte stemmen en plaatsjes in het parlement en voilà, de dames (niet te lang van stof graag) en heren (niet teveel leuteren mannen), kunnen gaan formeren dat het een lieve lust is. Het volk zal hun gelag betalen…Kijk, het is wel duidelijk. Eerst maar eens kijken naar het formaat van hun plaat. Dan weet je meteen dat sommigen niet erg “bescheiden zijn van aard”. Ik zeg verder niks hoor, maar kijk maar eens naar de plaatjes…Goed. Er is er eentje die al dik tien jaar aan het roer staat. Nou, er zijn er bij die helemaal als stelletje schurken zijn weggezet. Harder, jongen, van die club moet je het niet hebben. Het is zoiets als “ liberaal”  maar ik zeg, het rijmt op: zo glad als… juist ja. Nou, dan is er eentje die ook niet mis is. “Stem voor nieuw leiderschap…” eerlijk is eerlijk, snappen doe ik het niet. Binnen “de kerken” blijkt deze club veel aanhangers te hebben. Ik moet je zeggen zelf dacht ik dat het woord “leiderschap in dit onderhavige geval zou moeten worden geschreven met een “IJ”. Ik weet het niet, Harder, krijg er geen best gevoel bij. Zelf heb ik veel moeite met hun standpunten over (pril)leven en dood(swens) en zo. Laat iedereen vrij en niemand vallen. Tja het is, ik wil je niet in de put praten mijn beste, niet mijn keus. Ergens zag ik ook een giga plaat van iemand die de wijsheid van een uil zou hebben. Echt, jongen, mag ik dat als oude man wel zeggen?, echt, die wijsheid heb ik nergens kunnen ontdekken. En ik ga niet voor cabaretier op de planken hoor, want zelfs met Angela kan ik zeggen “t joh, bijna zou ik uit medelijden op hem stemmen”, dat was wel zo laag bij de grond. Enfin, ik wil er geen woorden aan vuil maken. Niet doen, denk ik. Maar? Je bent in de mooie land volkomen vrij..Over vrijheid gesproken, ook een oogopener is om de verkiezingsbeloftes ten aanzien van defensie er eens op na te slaan. Als we, Harder, zo doorgaan dan moeten we maar eens de wei in worden gestuurd. Daar is er eentje die nog wel wat aardigs voor defensie in zijn budget opneemt, de anderen?

Kijk, Evert Harder, als je nu echt naar mij wil luisteren, en waarom zou je niet? dan denk ik maar zo: bescheiden, recht(s) door zee, met vallen en opstaan, is er een club die er wel werk van maakt. En gemaakt heeft. Niet wegloopt voor verantwoordelijkheid, niet wegrent bij kritiek, die toch dat verhipte geluidsoverlast en vervuilende luchtparkje in de polder aan banden wenst te leggen. Zelf denk ik bhierbij bijvoorbeeld aan Eppo Bruins,  ook al is hij blijkbaar  niet helemaal meer acceptabel en op een echt verkiesbare plaats gezet (daar heb ik zelf behoorlijk wat moeite mee, maar ja, ik ben geen lid).Jammer, want men moet wel verjongen, maar ik zeg je moet kennis ook niet “vernielen”. 

Kijk, je kunt ook gewoon eerst scippen wie wel en niet behoorlijk koningsgezind zijn. Ik zal daarin verder niet adviseren. Maar weet dat de koning gewoon ook meer bijzondere rechten heeft dan een gewoon burger. Kijk maar eens wat de bijbel daarover zegt. Samuel heeft er “een boekje open over gedaan”, dus zolang wij een koning hebben mag hij zijn privé terreintje inclusief vette subsidie gewoon houden. En vergis je niet, als je toch meer republikein bent, die “heren presidenten kiezerij, dat kost bakken,  bakken,  bakken vol geld. En ik stotter hier niet.

Als je die partijen nu vervolgens ook van je lijstje schrapt, ben je al behoorlijk op weg een verantwoorde keuze te maken.

En hoewel de “baas van het geheel” steeds zegt: “ga stemmen”, moet ik hier ook zeggen “ kies voor wat echt telt”. Wellicht dat je dan vanavond lekker kunt slapen. Bruin(s)er kan ik het niet bakken voor je.

Of te wel: oogjes dicht, snaveltje toe.

Succes bij je keuze.

In Corona-tijd.

Starend in de verte. Schele Japie strompelde bijna van de barkruk naar het raam. De Gulle Gaper stond droog. Al bijna een heel jaar. Waardeloos. Die Rutte met zijn kapriolen, dacht hij. 

Gesloten.

Nooit kon er eigenlijk een goed woord meer vanaf. Stilte. Dicht. Geen mens meer. “Daar word je eigenlijk gek van, dacht Japie. ” En zo werd Japie steeds meer een stille teruggetrokken eenzame zonderling. Hij staarde..

Ergens, in de verte, zag hij het nu wel goed? Ja, daar kwam een mannetje met een hoed op aanfietsen. “”t Zal toch niet Harms wezen?” Zei hij in zichzelf.  “De manier, waarop dat mannetje over zijn stuur zit, karakteristiek bijna, ’t zou toch niet?” 

Ach, hoe lang had hij Harms al niet meer gezien? Jonge, al een heel jaar waren de deuren voor volk en vaderland gesloten. En nu komt daar, jazeker, dat moet hem, wel wezen…

Zo goed en zo kwaad als de oude pootjes hem konden dragen deed Japie de deur van het slot. Corona of niet, voor Harms was hij open.. en ja hoor, dat was hem helemaal.

“Oh, Harms, man, daar doe je nou eens goed aan. Ik ben niet open, maar je bent natuurlijk als vrind des huizes meer dan welkom, kom, gaat zitten kerel…ach, ach, Japie struikelde van opluchting, blijdschap en opperste staat  van opwinding,  ja, hoe benoem je zoiets in deze tijd van menselijke onthouding, eigenlijk? Nou, ja, Japie was gewoon helemaal in de wolken. Bijna had hij de steunstok niet meer nodig. Man, wat was hij uitgelaten.

“Hoe, Harms, hoe kom je hier verzeild? Wat ben ik blij om je te zien, oh Harms en hoe is het….”

“Ho effe, Japie, man, kalm aan. Alles op zijn tijd. Maar ik ben  ook blij je te zien hoor. Want er ligt wel een jaartje of vijf achter ons geloof ik. Enfin, ik zei tegen de vrouw, kom meid, we moeten nu echt maar eens kamperen in het Noorden. Camping de Zandhorst

ligt mooi dicht bij de Goddeloze Singel en, dus ook bij onze Japie, ik wil, ik moet…” “Enfin. Man, hier ben ik. De pijn en het verdriet van het verscheiden van vriend Krijn heeft zo zijn plekje gekregen, en dus kon ik niet langer meer wachten. “

Al ras had Japie zijn allerbeste bakje bruinenbonensap tevoorschijn getoverd. En onder het genot van het zonnetje leek het wel of de beide mannen elkaar binnen tien tellen alles wel wilden vertellen wat ze die vijf jaar lang hadden ontbeerd. Een hele tijd van opgedroogd verdriet. Japie zijn schele oog dook van links naar rechts. En hoe ongewondener hij werd, hoe vuriger zijn oog begon te dansen. 

Harms lurkte maar eens driftig, maar met smaakvolle kleine slokjes, van het wondere brouwseltje van Japie. Ja, die had er echt patent op. Wat hij door die bruinebonensap kieperde? Niemand die het wist, maar er was er maar één die zo lekkere koffie kon zetten als Japie.

“Zo, dus je staat op de Zandhorst? Mooie plek hoor, daar. Vlak bij de Petsloot. Ik vermoed zelfs dat jouw heit daar wel eens in gezwommen zou kunnen hebben. Hij woonde er immers mooi niet zo ver vanaf ”. 

Harms knikte. Verzonk in gevoelig gepeins. Wat een herinneringen, wat een vragen. Ach, en hij maar zoeken met zijn broer, waar zou dat nou toch wezen..dagen zoeken, kilometers lang fietsen, draaien en keren.  Staan ze samen op een avond op een brugje aan de Goddeloze 

Singel en huppee, of ze nooit zijn weggeweest :  “Meerstra, ja, buurjongen van jullie oom…Man, krijg nou wat!”. Op zich al een verhaal apart. Maar ja, dan zou Wapse er eerst bij moeten zijn. Zo spoken herinneringen, vertellingen, gedachten, woorden en visioenen door het brein van Harms. Ach, wat was het goed om hier te wezen.

En Japie? Die zat van oor tot mondhoek te grijzen van genoegen. Dikke vrienden.

“Kom je gauw nog een keer, Harms?” Japie vroeg het met een bijna smachtende blik.

Nou, Japie, ik eh…waar is Wapse?

Een oorverdovende stilte volgende. Japie zijn oog schoot van rechts naar links. “Nee, Harms, Wapse is, is, hoe zal ik het zeggen…”

Harms keek verbouwereerd naar het vreemde gedrag van Schele Japie. Wat is hier nu aan de hand?

“Kom, Japie, vertel eens..”

“Eerst maar een Beerenburger, Harms. Eerst maar, eh ja, van het huis hoor, ik ben niet open, eentje met een pootje…”

Nou liet Harms zich zoiets niet direct ontzeggen. Maar, als matigheid een naam had dan zou misschien zijn naam…nee, da’s flauw. Een borrel bij Japie is geen drinkgelag maar een lach voor je leven. “Graag, Japie, maar wat is er nu met Wapse…?”

Harms was nu bijna net zo nieuwsgierig als Wapse in zijn geheugen maar wezen kon. Het zitvlak brandde hem bijna in de broek. En hij moest nog fietsen. Naar de camping. Iedereen wilde wel eens even weten hoe het nu was met Schele Japie en met Wapse, het schrandere Friese boertje …

“Oh, Harms, weet je het niet? Wapse is aan “de meid”. Ach heden, compleet de weg kwijt. Een of andere “vrouwtje”, zal ik maar zeggen, maakt hem glad de kop dol. Man, hij is, als ik eerlijk ben, niet te genieten. Moet altijd direct “thuiskomme”. Mag “niet teveel drinke”, “Moet oppasse” en zo gaat dat maar door. Dus, als jij Wapse tegenkomt, Harms, dan denk ik dat je de snelheid van het licht moet hebben om hem aan te spreken. Compleet onder de plak die ouwe.  Man, ik had hem nog gewaarschuwd “Wapse, begint er niet an, ze bint op leeftied altied zo …” 

Harms stuiterde zowat van zijn zetel. “Man dat is toch lache, ik, ik ik.. “

Harms zou niet meer bijkomen. Och heden, de eeuwige vrijgezel Wapse, in de tentakels van de godin van de liefde. Geen ontkomen aan. Harms keek eens naar Japie. Japie, stiekem zijn oog wat corrigerend, naar Harms en toen stonden de “ouwe baasjes” te schudden van het lachen. Ze gierden het uit van de pret. Wat kon dat een mens in Coronatijd eens goed doen.  En wat was het heerlijk om in de tijd van zorgen en onthouding eens lekker samen te bulderen van het lachen. Met een flinke Friese burger. 

“Kom Harms neemt dr nog eentje man!”

“Ja Harms, als dr eentje an komt, gearmd op de fiets met een vrouw..dan…”

Bppprrrrr, Harms barstte het uit.

15/02/2021

De stiefelaar en de (f)luisteraar.

Al eerder had ik geschreven dat deze stiefelaar een (f)luisteraar tegen kwam. Wonderlijke wegen, zo langs de Oude Zeeweg. Werkelijkheden en onwaarschijnlijkheden die  onwaarschijnlijk, werkelijkheid worden. Deze stiefelaar was er weer eens, in de vrije velden van Doornspijk. Ergens in de verte kwam een petdragend wandelaar aangestiefeld. Zijn gang voorspelde een kwieke 60er. Nou, daar kon deze stiefelaar ook bijna voor doorgaan. Laten ze elkaar, hoe vreemd het ook mag klinken, tegenkomen op het Achterwegje. Bij de hoek met de Veldweg. Een korte groet, een volle herkenning. “Hé, bent u niet die het verhaal schreef over de (f)luisteraar?Mooi hè, u had hier toch ook over geschreven, over dit hoekje met de kleuterklas?”

Kijk, van dit soort uitspraken word je als schrijvertje best gelukkig. Blijkt dat je stukkies “blijven hangen”.

Amechtig greep ik naar mijn verwoestende baard. Krabde eens achter de oren. Maar dit medemens had wel een open gezicht. En dus kon het geen kwaad om de vraag bevestigend te beantwoorden. Wat korte heen en weertjes. Ook uiteraard over het weertje van die middag en meneer had al weer, echt al weer, oog voor weer een ander homo sapiens. Sappige jongedame op enige leeftijd, zal ik maar zeggen. Enfin, ik verzette mijn schreden richting de Nunspeets dreven en de luisteraar was zo druk in gesprek met de andere soortgenoot, dat ik mijn gang wel alleen voorzette. Ik drukte mijn hoed nog eens extra op mijn bol en kuierde voort.

‘s Avonds kreeg ik een sms. Of ik “die wandelaar” mocht wezen. Lang verhaal kort: wij maakten een afspraak om samen al kuierend te kouteren over ‘s Heeren wegen. Met gepaste snelheid, zoals het van oudere medemensen betaamt. Het ging prima. Afspraak gemaakt.

De auto werd geparkeerd bij De Deel. Er werd kennisgemaakt, de Coronastoot werd uitgevoerd, tussen haakjes, wat een verarming…herkenning uitgesproken, waardering voor de naamdrager gedeeld (ook mijn broer deed dezelfde uitspraak:  “Die naam mag hij met ere dragen!”) Het moet hier toch wel even worden neergezet zodat het zwart op wit staat. En dan:

De kennismaking.

Soms zit je op je stoel en val je er vanaf van verbazing. Nou had ik al een “tikkie op de vingers” ervaren van iemand die dit soort stukkies kennelijk ook las. In Doornspijk hoef je gewoon nergens van op te kijken. Maar nu had ik een veiligheidsgordel nodig. Want deze stiefelaar kieperde echt van zijn onderdanen. De reden?

 De “wandelaar” was de (f)luisteraar…

Niet ” die gekken kunnen lopen”, maar: zo gek kan het lopen. Vermoedelijk moet je voor dit soort zaken al wat ouder zijn. Gelukkig kan ik mij nog verwonderen over de wondere ontmoetingen in mijn leven. Nu werd ik  meteen die ochtend van wandelende stiefelaar een luisteraar. Misschien zelfs een twijfelaar. Waar het over ging weet ik niet meer.

Ik ben er nog stil van. ’t Was best gezellig. Een aardige mede tochtgenoot door het leven. Wie weet, gaan we nog eens samen door de wondere wereld van de herinneringen over de Noord-Veluwe. Bredero zei het al: ‘t kan verkeren.

Verkeerd ging het niet, ook al liggen we mijlen ver van elkaar af in bepaalde opzichten. Goed om te beseffen dat daardoor het perspectief “medemens’ een mooi beeld geeft.

En nu maar hopen dat ik geen al te gekke dingen gezegd heb over die (f)luisteraar.

Het kan dus best vreemd lopen in de hoftuin van het heden. Zelfs op de grote stille heide…Waarbij ook hij gelukkig wel houdt van verre horizonten. Want een paar dagen later hebben we het eens echt op een lopen gezet. Met mooie vergezichten. 

Nou, als men blij is met de ontmoeting dan kunnen dit soort ontmoetingen ook bijdragen tot een beetje meer vreugde in het leven. 

Zo stiefelen we door. Zelfs op de Stakenberg. En er werd van boven niet eens, tegen de regenverwachting in, een stokje voor gestoken. Nee, het zonnetje overgoot ons met verwarmde stralen. Als je niet oppast zou je toch nog waterlanders produceren. 

Van Emmausganger tot Elspeet-sjokker. 

Zoiets.

Pagina 3 van 45

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén