De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Categorie: Harms Pagina 1 van 64

vijftig jaar getrouwd

Snel langs een oud(e)collega.


“Dag Harms, wat zit je toch weer te piekeren? Neem maar eens een lekker bruin bonensapje van het huis. Oh ja, ik zorg dat er een beetje melk en twee zoetjes in komen.” Verwonderd en met dankbare blik keek Harms naar zijn vriend, kastelein schele Japie. ’t Mocht wat, dacht Harms, ’t mocht wat, de eenvoudigen der aarde….Bijna verzonk Harms in gedachten die boven zijn grijze delen uitkwamen. Het gesprek met zijn oud en oude collega was hem niet in de koude kleren gaan zitten. “Doornspijk zelfstandig”. ’t Was te mooi om waar te zijn. Snel was hij daarna vertrokken. Wat ging er allemaal in hem om? ’t Was een goed gesprek geweest. Niet snel afgeraffeld, inhoudelijk, meegaand en misschien zelfs wel vriendelijk. Geen kwaadsprekerij, gewoon fijn inhoudelijk en warm. Gedachten kieperden door Harms hoofd. Of hij er met zijn hoofd niet bij kon. Doornspijk en café van Beek of kroeg(?), maar nooit te schielijk. En nu was Harms in de kroeg, nee zo had hij dat niet geleerd. En als hij dan vroeger in de kroeg kwam, dan was het om de centen, stuivers en dubbeltjes om aan de “kroegbaas” te overhandigen. Centjes moeizaam bijeen gesprokkeld uit de busjes van de zending. Ach heden, dat was net wat voor Harms, hij met zijn magere armpjes kon nog prima dat geld uit de busjes krabbelen. En dan mocht hij van pa, kennelijk beheerder van die potjes voor de zending, ze naar de “kroegbaas” brengen. Omwisselen. Een beek aan geld? Harms wist het niet meer. Hij schudde zijn grijze -en spaarzame- manen, kroelde in zijn bijna witte baard, maar nee, hij had daar geen actieve herinneringen meer aan. Als klein jochie naar de “kroeg” ach heden, en ja daar zaten wel bekende mensen van het dorp. Lagers en Bengelen, enfin, zomaar wat namen schoten hem door het hoofd en helemaal zuiver op de graad was Harms, met namen niet meer.


Inmiddels had Japie al zijn heerlijke potje bruinenbonensap aan Harms geoffreerd. Maar Harms was ergens diep weg met zijn gevoelens en gedachten. ’t Ging zo snel. En laat de vrouw van die man nu net zo heten als zijn eigen vrouw. Met roep en doopnaam! Harms had er schik van gekregen. En van dat kleine dorp op de Veluwe, neen, loskomen ervan dat deed Harms niet.

Als volleerd gastheer had Japie al lang door dat Harms “effe weg was”. Japie, ja die voelde wel aan dat Harms zo maar ineens diep melancholisch de wrede gedachten van het verleden kon omzetten in dankbare mijmeringen. En Japie zag dat het met Harms wel goed was.

Terwijl Harms van zijn voortreffelijke sapje zat te genieten, het zonnetje zo waar zelfs de gelagkamer verlichtte, stiefelde Japie toch maar eens naar zijn beste vriend. “Nou Harms, ik ben best blij dat jij er bent man. In de Friese Wouden kan het soms zo eenzaam en stilletjes zijn. Die brulapen uit het Westen Harms, die hebben altijd zoveel drukte in de zomer, lawaai en opschepperigheid. Maar bij jou Harms , voel ik de rust en tevredenheid van de stilte van de Friese wouden eigenlijk spreekwoordelijk over mij komen. Dus ik ben gewoon blij dat jij er bent.” “ Maar Japie, wat zeg je nu? Ik ben altijd weer dankbaar dat ik van de rust en de eenvoud Japie, de eenvoud van het Friese Woudlopersgilde, mag genieten. Het zit bij mij in de genen. En daar schaam ik mij niks voor. En bij jou Japie , vind ik het eigenlijk altijd wel gewoon een verademing ook al woon ik tegenwoordig op een mooi stekkie hoor, aan de boorden van het Veluwe land.

Wolf

Alleen die verhipte doodlopers. Die smerige vreters en aasgieren…” ”Wat bedoel jij nu Harms?” “ Wel Japie, die wolven. t’ Wordt steeds gekker. Ik liep zaterdag nog door het bos. Hier liep ik gelukkig niet snel. Maar ineens vloog een knaap van een beest over het bospad. Kijk Japie, ik heb zelf een paar foto’s kunnen maken van de pootafdruk.

Japie, ik schrok mij bijna uit mijn wandelschoenen en greep onmiddellijk mijn behoorlijk grote zakmes. Maar voordat ik goed en wel bekomen was van de schrik was die alweer uit mijn blikveld. Echt man, ik krijg het er koud van als ik denk wat zo’n beest je kan aandoen. En die kwaliteitsbewakers van een gekooide “ambtenaartjes en milieufreaks” ? Ach, laat ik ophouden. Ze hebben, arme schapen dat ze zijn, zelf geen beest. Maar ’ t zal je maar gebeuren als je schaapjes doodgebeten en verscheurd worden”.

Verschrikt keek Japie Harms aan. “Zo, die heb je wel zitten geloof ik? Maar goed dat Wapse er niet is want je zou hem kunnen aanvliegen, Harms, bedaar man”. “Ja ja, jullie Friezen. Ach Japie, zelf heb ik wel eens gedacht “die zijn stapelgek” willen heel Friesland gaan afrasteren. Maar man, ’t is waar, op de Veluwe is het echt veel te gek aan het worden. In Overijssel, Groningen nu ook al en Drenthe precies zo. Er is maar een remedie Japie, afknallen die hap. Zo, en weet je laten we het maar op zijn Fries doen vandaag, neem jij van mij een BB’tje (nee, niet met drie B’s, die bakken er ook helemaal niks van) en dan moeten we maar denken: laat de boeren maar dorsen. Ja Japie, ik moet er wel een beetje om lachen, die suffertjes achter de groene burelen hebben geen idee, er zijn blijkbaar al 20 van die beesten zoek. Nou ik denk dat ik wel weet hoe de vork in de steel zit. ’t Zou mij niet verbazen als de opstand van ons volk voor deze keer een eigenrichting (waar ik over het algemeen niet zoveel mee heb, maar goed dat weet je wel) is ingeslagen. En ik denk dat dat terecht is.”

Sprookjes.
“ Ja Harms, er is een groep die denkt dat het verhaal over Roodkapje en de grote boze wolf een sprookje is. Ik geloof niet in sprookjes. Maar misschien kun je wat met de vachtjes, Harms?”
Japie en Harms keken elkaar aan. En hoewel Japie er een paar meter naast zat met het kijken, beide mannen grinnikten. “Sprookjes ja ja, ach wolven, lieve diertjes Japie, ze doen geen vlieg kwaad. En over die vachtjes Japie, zal ik je nog wel eens onderhouden.”


Nunspeet, 4 februari 2025

Harms de cartonist?

“Heb jij dan wel eens cartoons getekend?” De vraag zwierf door het atelier. Even werd het werkelijk stil. De dames keken Harms vol verwachting aan. “Zeker, en ik meen zelfs dat ik er de krant mee heb gehaald. Zou wel moeten zoeken hoor. Misschien heb ik nog wel ergens ook een cartoontekening liggen. Eentje die “de krant dus haalde”. “Nou Harms, dat moet je dan maar eens aan ons laten zien”. Beetje beteuterd door zoveel belangstelling voor wat wonderlijke schetsjes was Harms wel. “Weet je, zo begon Harms al aan de terugtrekkende beweging, weet je, het stelt allemaal niet zoveel voor. Het is misschien wel twintig jaar geleden. En ach, een beetje klieren met een stukje houtskool, dat was het. “ “Ja maar Harms, dat kun je nu allemaal wel beweren, maar wij willen het nu ook zien!.” Harms zat er beteuterd bij en probeerde het onderwerp van gesprek maar snel over een andere boeg te gooien. Als kleine katachtige terriërs, hoe verzin je zoiets, maar goed, zo zat Harms te grienen. “Beste koffie, Sirat. Goed voor de inwendige mens. En dat voor nog steeds dezelfde prijs? De koffie wordt steeds duurder. “ “ Nee, Harms, niet zaniken, niet proberen je ei verder te leggen. Kom op met die cartoontekening.”

Even zakte hem de moed in de spreekwoordelijke schoenen. Nee, niet zo schilderachtig als van die ex-ministers’kwast’ in Zeeland. Zulke dure schoenen kon Harms zich niet veroorloven. En, bedacht Harms, ik wil toch ook niet naast mijn schoenen lopen. Maar ja, vooruit, de pas erin want wat moet je met opdringende dames? Enfin, Harms nam een kloek besluit. “Omdat jullie aandringen zal ik eenmalig dat cartoontje de wereld in slingeren.”

Avonden aan één stuk was Harms nu in de weer. Wie nu een keer A heeft gezegd moet zijn ABC wel vervolgen. ’t Moest toch wat, wanneer was het? Ergens in carnavalstijd. Ja, hij wist het zeker. Hij had de beste burgervader als “kwakbol” , want daar hadden ze in zijn woonplaats Harmelen wat mee, getekend als de spreekwoordelijke kikker. In Harmelen waren ze er verkikkerd op. Dus maar eens zoeken of hij niet ergens die kikker boven water kon krijgen. In Harmelen was zoiets altijd een feest. Eureka, het archief. Natuurlijk, het kranten archief van het RHC Rijnstreek was een wonderlijk fenomeen. Februari 2002. Al in zijn dagen. En maar eens zoeken. Joepie, Harms keek verheugd. Warempel man, pontificaal in het midden van de foto zijn “kroonwerkje( nou ja…”)

En ze kwaken er nu maar verder lustig op los. Misschien, bedacht Harms, ook wel bij de carnavalsvereniging de Kwakbollen. Dan had hij daar ook iets aan bij gedragen. Peinzend besefte Harms dat zijn karnavalsvrienden van vroeger in zijn Veluwse plekje op de aardkloot niet meer vertegenwoordigd zijn. Alaaf.

Nunspeet,30/11/2024

Harms ontdaan van hoop.

Nou nou, Harms heeft zijn wapperende haardos mooi laten uitdunnen. Het was Schele Japie niet ontgaan. Wapse rolt met zijn ogen en vraagt:” hoe weet jij dat nu? “ “Wel mijn beste, gisteren zag ik hem fietsen. Nou ja, niet eens op een ligfiets, maar gewoon en in het vrije veld. Ik was er ook om nog eens te genieten van de storm en de winderige stilte. En ja hoor, ook Harms bleek van de partij. Wel wat bleekjes om de snuit en toen ik hem daarop aansprak was hij wat ontdaan. Ontdaan ook van die wapperende haardos rond zijn kin en zo. En joh, Wapse, ’t mannetje uit de Veluwse gronden zag er niet best uit. Enfin, hij bleek bij een barbier op bezoek te zijn geweest. Maar zo verklaarde hij, de vos verliest wel zijn haren, niet zijn streken. Enfin, ik heb in het vervolg van het gesprek maar een beetje voorzichtig met hem geopereerd. De onderwijs begroting van ons mooie land zat hem hoog. Dat merkte ik. En blijkbaar rukken oude wortels aan zijn genen en toch ook aan zijn humeur. Niet aan zijn inzicht trouwens. Hij was knap bij de pinken en nog scherp als een barbiers scheermes zal ik maar zeggen met een variant op die Hilversumse ‘super interviewer’ “Zalk mar segge”. . Ooit had hij, Harms dus, studenten van een pabo, hij wilde de naam niet zeggen welke, maar van een volgens hem degelijke pabo, begeleid. Hij stamelde, “Japie, Japie, wat moet er van terecht komen? Als ik je zeg waarmee ze mij bedankten, Japie, zo sprak hij super bedroefd, echt waar Wapse, echt waar, hij zegt: dan is er echt geen hoop voor kinderen en kindskinderen.” Op zijn telefoon liet hij mij een bedankbriefje zien van die pabo jongelui. Het was van enkele jaren geleden, maar ’t loog er niet om Wapse, ik kan mij zijn ontsteltenis best begrijpen.”
Even leek Wapse van zijn stuk, “heb jij dat briefje dan mogen lezen? Japie keek welwillend naar zijn trouw stamgast Wapse. “Zeker Wapse, sterker, ik kreeg het van hem doorgestuurd. Kijk maar eens.”

“Nou Japie, dat Harms zijn zorgen heeft voor de kwaliteit van ons onderwijzend personeel, en het onderwijs, is heel begrijpelijk.” Japie knikte instemmend op de woorden van slimme Wapse.
“Weet je Japie, er was ooit een gezegde :”er is hoop”, maar als je dit leest dan is alle hoop vervlogen.
We nemen maar een BB’tje man.” Japie keek met zijn schuine oog naar Wapse. “Dat noem ik nu: “ Moed in drinken”. Proost Wapse, op de on(der)wij(s)ze toekomst.”

Nunspeet, 29/11/2024

Misschien schilderachtig

“Jonge Japie, wat kan het leven ingewikkeld zijn. Gisteren zag ik Harms fietsen. Zelfs met dit beestenweer is hij op zijn karretje weer in de weer. Ik vroeg hem hoe het ging. Nou Japie, hij had vegen van verf op zijn gezicht, de baard wordt met de dag grijzer en volgens mij wordt hij ook eigen wijzer”. Japie keek eens naar zijn vaste stamgast Wapse. Het kleine pientere boertje uit de Friese wouden zat duidelijk weer op het level “ nieuwsgierige Wapse3 ”. Japie zag het wel. Heb je nog gevraagd hoe het met hem ging? “ Japie had altijd open vragen voor zijn gasten en Wapse was vaak een bron van vermaak. “ Ach Japie, veel wilde hij niet zeggen. Hij zat ergens op een schilderachtige geestelijke gesteldheid. Hij had het over bomen, kleine bruggetjes, pastel, olieverf. Zo mompelde hij wat af. Ook vertelde dat hij tegenwoordig met vriendelijke mensen van velerlei soort aan het schilderen was geslagen. Beetje veel dames, maar volgens hem viel het gekwebbel buitengewoon mee, dan een vluchteling, ook een soort Picasso die super snel zijn werken kon af boetseren, ja zo zei hij het, af boetseren. Nou, dat snapte ik niet. Maar die man, die bleek meer een paletkunstenaar te zijn. Deed volgens Harms, zoveel en zo snel met het “mes” . Toen ik hem vroeg of de vork er dan ook bij was, had je Harms moeten zien kijken. Die dacht natuurlijk, zo is hij wel, dat ik hem bij de “poot” nam, maar Japie, jij weet: ik ben alleen maar oprecht belangstellend. Enfin, ’t schoot Harms blijkbaar beetje verkeerd. Net of ik niet weet hoe de vork in de steel zit. Maar goed, hij bromde iets van “ de groeten Wapse, ik moet mij concentreren op mijn stukken. Niet dat het veel voorstelt, maar , zo zei hij “ik knutsel maar wat af”. Heb hem gevraagd of ik wat van die schilderstukjes mocht zien. Nou, als een speer. Die ouwe Harms had werkelijk nog wat sjeu in de beentjes. Man hij was weg voordat ik het in de gaten had.” Even zweeg Wapse. Keek naar zijn vriend Japie, “ Weet je Japie, doe mij maar een burgertje van de beren. Harms is best een aardig jong, maar of ie echt vaardig is met kwast en mes? Ik geloof er niks van.” “k Zal het hem eens vragen Wapse, en hier is een burgertje van het huis. Als we Harms tegenkomen zullen we er toch maar niet meteen over beginnen”.

De beide mannen verzonken boven hun Beerenburgertje in diep gepeins.

“ Nou Wapse, dat Harms een kwast is, dat is mij duidelijk. Dat hij de kwast hanteert? Het verbaast mij in hoge mate.” Wapse schudde het hoofd. “ Neen Japie, mij niet, hij loopt eigenlijk al jaren met een potlootje en krijtjes in zijn handen. Heeft het echter nooit gezegd. Ooit heeft hij zelfs een cursus cartoon tekenen gedaan heb ik wel eens begrepen. Maar vorig jaar toen zat ie ineens in de “koppen” en nu probeert hij het Verweggistan van het schilderen onder de knie te krijgen. Blijkbaar in de olie. Maar als ik de laatste berichten moet geloven zal Harms niet “in de olie” gevonden worden. Je weet het nooit met hem, maar dat hij het echt eens op een zuipen zet? ‘k Waag het te betwijfelen. Hij mag “niks” meer hebben van de dokter, zei die. En hij was altijd al “niet scheutig” met dat gebeuren. Weet je Japie, op mijn kosten? Doe mij maar een BB’tje man. Ik kan op één been niet langs de Goddeloze Singel naar mijn Waldhûske. En ik ga die site van Harms maar eens bekijken of daar wat staat over schilderen, plamuren, tekenen, potlood of krijtstreepjes trekken. Je weet maar nooit.”

Wapse rekende zijn vertering af. Altijd op de cent nauwkeurig. Daar kon zelden een ”fooi” af. Maar ja, dat kende Japie wel. Hij had toch liever de iets gullere Harms op bezoek. Maar die zat blijkbaar in de olie. Japie schudde zijn wijze hoofd. “Ach,” zo mompelde hij, “ die bevlieging zal ook wel weer overgaan en dan pakt Harms zijn geliefde fiets en gaat hij weer kamperen. Tenminste: als zijn lijf het toelaat en Harms toestemming heeft van zijn hele echte eigen baas.”

Nunspeet, 19 november 2024.

Pagina 1 van 64

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén