“Ach ach”. De sjokkende oude man keek zijn vriend eens aan. “Ach ach, het gaat allemaal niet best meer he? Pijn in je liezen, een doktersassistente die je de maat neemt over je eet en snoepgedrag, je rammelende ondergebit dat ook echt nodig weer eens een onderhoudsbeurtje nodig heeft, de oortjes die er tegenwoordig aangehangen worden omdat je gewoon dik onder de norm van 35% gehoorverlies loopt rond te stieren en bij Hansje Anders mag je, of bij Specspekkie, je centen overdragen voor een extra kijkertje op je oogjes. Ja, beste Evert Hakkelaar, je wordt, nee, je bent gewoon oud aan het worden.” Pier Stiefelaar keek met open ogen naar zijn medewandelaar. Het was gelukkig nog niet donker, maar de donkere wolken die bij zijn medewandelaar over zijn gezicht trokken spraken boekdelen.

“Ah ja, daar zeg je zowat. Jij bent anders ook een die aan de ripperatieonderdelen geen gebrek hebt, als ik dat zo eens mag zeggen”. Stiefelaar keek de Hakkelaar opnieuw aan. “Ja mijn beste, ik zeg ook niet dat dit rammelkastje nu zo hyper functioneert. Daar heb je wel gelijk in. Ga ik eens op mijn “ouwe dag” een nachtje kamperen, kan ik niet eens meer fatsoenlijk thuiskomen met mijn fiets. Het was zes maand terug of zo, een nachtje. Nou ja, dat ging best. Totdat ik een kleine zwieper maakte met mijn fiets. Nog niet eens gevallen en geloof het of niet ik voel me elke dag in dat stomme been nog gepiepeld. Of het niet over gaat. Weet je, we worden hardnekkig in de kwaaltjes. 

Een poosje zeiden beiden mannen maar niks. Ze verzonken in eigen gedachten. “k Wou dat ik vroeger wist wat ik nu wist, zei Stiefelaar. Wel dan had ik nu niet…”. Het geluid van zijn laatste woorden verwaaiden weg in het gebulder van een overvliegend object van de gezamenlijke luchtmacht van België en Nederland.

“ Hu, er zal wel weer een Poetin jochie ons luchtruim zijn binnengedrongen. Man, vroeger, in de tijd van de Cubacrises, we doken zowat van pure schrik in de kast als er zo’n straaljager langs kwam scheuren…” “Ja, kerel, we leren niks uit de geschiedenis. Oorlogen en geruchten van oorlogen, en men kijkt elkaar niet meer aan, maar bespreekt de onrustgevoelens maar digitaal”. Maar ik denk, als je die andere “hufter” nu eens echt in de ogen kijkt. Maar dan ook echt tegenover je hebt, aan tafel, dan zou het toch beter moeten kunnen?

“Zou je kunnen denken, mijn beste. Maar dat gaat niet. Nee wij praten digitaal, wij beluisteren preekdiensten digitaal en we betalen digitaal. Dat is gevolg van Corona tijd. Nou, ja, elk nadeel heb zein  Foordeel, om met een bekende Nederlander te spreken. We kunnen gewoon lekker in deze rare coronatijd  naar hut casino. En mooi dat niemand dat te weten komt, behalve de deurwaarder.

Hakkelaar keek nu met grote ogen naar zijn vriend Stiefelaar. “Kerel, nooit aan beginnen. Hakkelaar stiet de woorden uit. 

Pier Stiefelaar grijnsde. Die kwam effe binnen. “Stil maar man, ik geef toe dat er veel verleidingen zijn in het leven, maar deze geeft mij alleen maar ergernis. Al die rotreclames. En maar piepen over “geestelijke volksgezondheid”. Als je wat ouder en slimmer wordt is er maar één remedie”. Vragend blikte Hakkelaar naar Stiefelaar. 

Wat mag dat dan zijn mijn beste? Stiefelaar grinnikte en zei: ik heb er geen actieve herinneringen meer aan.