Week?

Alweer een hele week ligt er een week achter ons, inmiddels meerdere. Kijk maar eens terug. De week van het leven met tinitus. We hebben het opnieuw kunnen lezen. Leer er maar mee te leven.

Wie het bedacht heeft, dat weet ik niet. Wie het bedacht heeft weet niet wat die opmerking eigenlijk inhoud.

Wonderlijk en fantastisch als zo’n week kan worden afgesloten. Want denk er maar goed aan, wie met tinitus naar bed gaat, wie met tinitus opstaat, wie met tinitus de hele dag door “leeft”, weet wat voor wonderlijke bullshit zo’n opmerking is. En wie die opmerking plaats, ik vermoed dat die te weinig empathisch vermogen bezit om te beseffen wat die zegt. Ik wou dat zo’n week kon worden afgesloten!

Zo. Die hartekreet moest even worden geventileerd. Ik heb al eens vaker zo’n “lullige” vergeef me de uitdrukking – van heren in de witte jas- gehoord. Nooit opgeven, is het devies.

Moordenaar?

Maar bij tinitus moet ik eerlijk zeggen: als het een vrouw was zou ik haar vermoorden en als het een man is zou ik hem vermoorden. Tenminste: als ik het zou kunnen.

Hij of zij is 24 uur per dag zeven dagen per week en tweeënvijftig weken per jaar permanent aanwezig. Zij of hij houdt nooit zijn kop. Er schuilt een moordenaar in mij. Ik geef het ronduit toe.

In de week van “tinitus” (hoe bedenk je het, want welke week is dat niet, maar dat terzijde) sprak een medelijder in de krant, theoloog, zich uit over de mogelijkheid van de doorn in het vlees bij Paulus. Ik ben geen theoloog. Ik ben ook Paulus niet, maar ik kan me niet voorstellen dat je maar tot driemaal toe gebeden hebt dat die “doorn” uit het vlees zou vertrekken met de noorderzon. Mijn conclusie is dat Paulus vast geen last van tinitus heeft gehad. Dat doe ik dan niet theologisch onderlegd, maar wel onderlegd met tinitus.

Duvel op!

Aandacht, spreken over, schrijven over tinitus is tinitus een plaats geven die je eigenlijk niet geven moet. Hoe meer aandacht je er aan schenkt, hoe meer je je bewust bent van het duivelse duiveltje in je hoofd. Ik ga er bijvoorbeeld liever op fietsen, maar dat is wat anders. Toch is het goed om af en toe, en dus zo’n week van “gedenken” om extra aandacht te schenken aan deze vorm van duivelse kwelling.

Leer er mee te leven. Dat is een geestelijke oorwurm die je er eigenlijk al helemaal niet bij kunt hebben. Ga naar de psych, kun je leren ermee om te gaan. Klinkt in ieder geval iets gezonder in de oren. Maar gek blijft het, ze blijven piepen…

Je leest het. Je ziet het wat voor ellende dit de mensheid aan doet. Aandoenlijk is het muzikale, nou ja beter is dat woord tussen aanhalingstekens te zetten, maar goed, het muzikale geweld wat ondanks alle regelgeving gewoon doorgaat. Lekker boenken, knetterhard, scheurend door mensenhoofden en trommelvliezen. Ach, leer er maar mee te leven. Schiet toch op.

Wacht maar tot dat mannetje met de zeis komt. Jazeker, die maakt minder herrie dan de bladblazers, grasmaaiers, wegvegers, en boomchirurgen van deze tijd. Wat een ontzagwekkende herrie produceren we met elkaar. Kom maar eens in het Groene hart. Krijg je meteen een hartverzakking. Pokkeherrie. Men moest eens weten wat dit betekent voor tinituslijders.

Ik heb één advies.

Leer er dan in vredesnaam, om niet iets anders te zeggen, maar mee om te gaan. Maar schreeuw niet zo en maak niet zo verduiveld veel herrie. En ja,  geef mij toch maar dat hutje. Het hutje op de hei.

Oh ja, Jan-Willem Dekker, bijbeldocent uit Kampen verwoorde het zo: Zalig zijn zij die niet genezen worden, maar toch geloven.  (ND  5/2/2015).

Nou Jan -Willem daar wil ik dan wel mee leven.  Dat wil ik dan wel geloven. Ook al ben je wel eens geneigd er een eind aan te maken.