Stevig stiefelde hij door de ruige wind. “Gek, eigenlijk, altijd geïmpressioneerd door ruig weer”, mompelde hij in zichzelf. “’t Mocht wat, het leven is al ruig genoeg”. Voor zijn geestesoog verschenen de doembeelden van iedere dag. Boze boeren, Kick out Zwarte Piet”. Even moest hij zachtjes lachen. Ha, ja, zwarte Piet. Gelukkig maar, geen witte. Want dan zou hij zich nog bij die actiegroep moeten aansluiten. Leraren, ontevreden met hun, inmiddels met 8,5% salarisverhoging, toegekende centen. Kom op, hij komt uit de generatie van meer dan 32 kinderen per schoolklas…Het moet blijkbaar nog meer om de ontevredenheid te stillen. Stikstof, Pfas en andere rotzooi, die de mensheid zelf in de grond stopt.Het valt blijkbaar niet te stoppen. Politieagenten, bijna niet te krijgen, staan onder zware druk. Ze houden het niet meer vol, er zijn er veel te weinig. De misdaad groeit. Gelukkig voor de zwartgeldeconomie, maar oh wee, ze klautert uit het zwarte dal naar de witte bovenwereld.

Verpleegkundigen, ze kunnen altijd aan de bak, alleen zijn er te weinig. De grijze golf krijgt de overhand. De zorgkosten vliegen de pan uit. Bouwvakkers en ander technisch personeel, niet te krijgen. Technisch geschoold personeel…enfin, te veel ellende om op te noemen.

dav

Zware stormen gieren over dit land. Hij schudde zijn hoofd. Ineens kreeg een klepje van de herinneringen en zetje naar “open”. Een bal. Een bal op de golven. Dat laatje van 60 jaar of nog wat ouder ging open. Ineens was daar het kleine jongetje van een jaar of 5. Met de strandbal naar de zee. Op vakantie. Op avontuur. Heerlijk, maar de bal..De bal dreef weg. Weg op de golven. Golven van lichte emotie drongen ineens tot hem door. De mist van het verleden kwam bijna in het zonlicht. Maar de vliegende storm rukte aan zijn hoed. Weg.

Weg was die bal. Oh, zijn zusje. Ze stond aan de rand van strand en water. Maar de woeste golven konden hun ijzingwekkende hongerlust niet stillen. Weg vloog de bal naar onbekende oorden. Nee, zijn zus mocht niet het water in met die aflandige wind. Veel te gevaarlijk. Langzaam schudde de oude baas zijn hoofd. Wat een waanzin, je leven wagen voor een bal. Je leven..ja, wat is de zin daarvan? Niets is meer goed. Iedereen is ontevreden. Net als dat jochie die zijn bal in de golven zag verdwijnen. “Stil maar, joh”, je broer is net naar zee. Die komt hem wel halen. Als hij met de boot langs komt, dan neemt hij hem mee”.

’t Ja, bedacht hij, die bal moet nog komen. Net als een beloofde € 1000,00. Wordt ook niet gebracht. Ja, dat is het leven, bedacht hij. Niet de zin van het leven, maar dat is het leven. Soms valt het mee, vaak zit het tegen. “Maar,” mompelde hij met een grijns, “wel waardevol om voor te leven”. Nu is de bal weer rond. Zolang die maar blijft rollen, is er leven.

“Ik heb er nog steeds zin in”. Thuisgekomen van de wandeling door de storm, sloot hij het laatje van herinnering.