Hijgerig sta ik me daar op de Harmelense straat. Een gevecht op leven en dood gadeslaand.
Net thuis uit de kerk. Een fijn kerstconcert weggegeven. En van dat weggevertje kreeg ik ook nog wat. Zo vaak heb ik dat niet meegemaakt. Nadat de dienst was afgelopen hebben de kerstconcertgevers een gedaanteverwisseling ondergaan. Alle kerstgevers werden ineens ontvangers. Bij het uitgaan van de kerk, c.q. het verlaten van de zaal der kerkelijke gemeenschap, hebben wij als leden van het koor als dank een prachtig bloemetje ontvangen. Nou, dat kan ik alleen maar waarderen. Sterker, ik waardeer het heel sterk. Gewoon een sterke aktie van onze PK-broeders en zusters. Ook al zijn het allemaal: heidenen. Want zo ongeveer werden we verwelkomt.
Hoe dan ook, de cyclaam staat maar knap mooi op onze tafel. Dank daarvoor. Maar goed, wat heeft dat nu met de titel te maken?
Tja, ik overdacht de overdenking. Was aan de wandel geslagen met mijn hond. Wat heet, de hond nam mij zowat op sleeptouw. Bal mee en draven, schoppen en trappen maar. Dat beest is hondsvermoeiend. En na een uitputtingsslag in de gereformeerde kerke hier ter plaatse voelde ik mij als het bewuste hijgend hert der jacht ontkomen. Want het is letterlijk werken totdat je er bijna bij neervalt. Zo wat wegdommelend tegen de klok van over twaalven, met een dartele hond,en eigenlijk vreselijk verlangend naar een lekker goed glas nat spul…ineens…………..de hond pleite.
Ook dat nog.
Eenzame kerst?
Ik schrok mij bijna van mijn voetstuk toen er een geweldige plons naast mij in de sloot, mij uit mijn gepieker deed ontwaken.
Blenders, de jacht ontkomen! Wat een gratie. Wat een snelheid. Naast mij dook een haas, jawel een haas, de plomp in. En hij denderde zo snel de sloot weer uit alsof ie vliegen kon! Nu nog vraag ik mij af, en ik ga er echt voor zitten om mij dit nog eens af te vragen, of dat beest wel nadrukkelijk de nattigheid des waters gevoeld heeft. En zomaar uit het water “sprong” en een moordende rit voortzette richting de vrijheid. Even later kwam mijn jachthond aan mijn voeten. De kleine oogjes lichtten op. ’t Leek wel of mijn beestje wilde zeggen: “Sorry, baas”, geen kerstdiner. ’t Haasje was al gevlogen…”
Oh, ja, nu snap ik het. Ik zag ze vliegen. Letterlijk. De jacht ontkomen. Aan de moordenaarstanden van mijn lieve jachthond ontkomen. Eigenlijk een waardeloos beest. Zit ik nu te kluiven op een stokkie. Geen vlees in de pan. Inderdaad, zoals vroeger al gezegd in huize Hoeksma: ‘k had bijna een haas te pakke…