Neen, geen gouden ringen. Geen zilverringen. Mijmeringen.

Zittend onder een kleine spaarlamp in een Predommetje, zo’n kleintje met hefdak, stijg je boven jezelf uit. Dak open, blauwe luchten, gierende wolken. Les Mouetttes. ’t Is hier wel even vandaan. En of ik met mijn Predommetje naar Les Mouettes zou gaan? ’t Is in de schoot van de toekomst verborgen.

Nu zit ik in de warme baarmoeder van de Predom. Kom kom. Ik kan het gewoon op zijn Hollands zeggen: gewoon gezellig. Onder de bank een dromerige loopse teef. Hebben wij weer. Op vakantie. Lekker handig. Maar de lotgevallen van een loopse hond leiden tot geheel andere mijmeringen.

Voordat we weggingen waren we druk aan het internetten. Zoektocht naar het verleden. Zo’n heel oude ansichtkaart.

Uit 1918 volgens het mooie postzegelstempel. Met postzegel.Scan 4

Dat knikkert je bijkans een eeuw terug in de tijd.

Dan slaat ineens ongenadig het gevoel toe. Dit zal en moet ik weten. Dan mijmert het daar wat af  “daar boven” .

Met op de achterkant, want de foto was als een ansichtkaart verzonden, de mededeling “aan de jongeheeren P.J.Hoeksma Valom”.

Neen, daar ga ik niet van onderste boven. Ik val niet om maar grijns naar mijn grijzende, of grijnzende, kuif.

Valom?

Heeft pa daar gewoond?

Wordt vervolgdIn de Mijmeringen Deel 1 ga ik in op een ontvangen “brief”kaart uit 1918.  Feitelijk dus geen briefkaart maar een foto. Een foto die als “brief”kaart wordt verzonden.

Thans vervolg ik met de mijmeringen deel II.

Wie zijn “de jongeheeren P.J.Hoeksma Valom”?

Voor ons, kenners in de familie, is dit niet zo’n geweldig probleem. De vindplaats van de foto is n.l. een nagelaten album van mijn ouders. Mijn vader is Pieter Hoeksma en zijn broer Johannes Hoeksma. In 1918 woonden de gebroeders Pieter en Johannes Hoeksma in de Valom.

De “jongeheeren P.J.Hoeksma”, dat is buiten enige twijfel. Pieter en Johannes. Als de kaart is uit 1918 (en dat is ie) dan is mijn pa daar 7 jaartjes jong, en dus zeker een “jongeheer”.

Het antwoord is dus: de brief is gericht aan de twee broers, mijn vader en mijn oom.

Na grondig gespit op het wereldwijde web kom ik uit op www.regionaalnet.nl. Wat kun je hier geweldig veel informatie krijgen over de plaats en omgeving van Pieter Hoeksma.  Zodoende raak ik al virtueel veelvuldig in overleg met de plaatselijke dorpsvorser Jan Kooistra.

Nu heb ik soms een werktuiglijk ingebouwde huiver voor plaatselijke historici. Komt door mijn werk. Als de mussen dood van het dak vallen, de spreeuwen geeuwen, de aalscholvers slechts hun vleugels spreiden voor ietsie pietsie zuurstof,  lucht en ruimte, dan zit bij ons vaak de studiezaal vol. Ademhalen is dan een zweetverkrijgende aangelegenheid, maar dan moeten die mannetjes (heel soms ook vrouwen) blijkbaar ineens het hele ambtelijk apparaat in werking stellen. En of al de plaatselijke fantasten er nu zoveel historiciteit aan de dag leggen is iets waar ik soms ook aan twijfel. Om het evenwichtig te benaderen moeten we ook toegeven dat plaatselijke hobbyist soms geweldig veel informatie kan geven. Hoe dan ook, deze plaatselijke verhaaltjes grabbelaar heeft mij maar mooi even op het net geponeerd! Als ze allemaal zo zijn dan neem ik alles terug wat ik gedacht heb. (Oei oei). Enfin, de informatie die ik van Jan kreeg toegespeeld die sloeg bepaald bepaalde spijkers op bepaalde koppen.

Jan en ik. We maalden en mailden en filosopheerden wat weg over van der Hoek en Hoeksma. Het werd ons bijna zwart voor onze geestelijke vermogensogen. Maar zelfs al stonden wij op “Zwart”, we werden maar weer eens mooi op weg geholpen door mevrouw de Zwart. En natuurlijk, ik blijf met nog heel wat vragen zitten die ik Jan nog eens moet doen toekomen op de weg van projectiegeleide projectielen, glasvezelelementen, digitale omzettingen in bitjes en bytes.

Vader Hoeksma, Pieter Jans Hoeksma dus, is geboren in Murmerwoude. Dat staat letterlijk in zijn geboorteakte. Maar ons Jan had vele risten woude’s, maar alleen via de zoekopdracht kom ik in Murmerwoude. En al lezend door Jans berichten kreeg ik deels antwoord op de vele vragen van het hebben gewoond aan de Hoeksterlaan, de Singel, de Valom en noem maar op. Met foto’s van de panden.

Ach, zoals al genoemd, op die geboorteakte kom ik nog wel terug. Ik zit en zat met een foto in de hand. Zie deel I. Discrepantie in geboorte, Valom, Murmerwoude, Hoeksterlaan, het zijn zaken die zijn tijd nodig hebben. Die foto. In deel I staat de achterkant. Zo mijmer ik . Zo spel ik de namen van de afzenders. Hiltje, Harmke en Sikke Posthuma Hantum.

Het geeft gloeivoer voor mijn “wil weten adertjes”.  Dat had natuurlijk al 40 jaar eerder moeten gebeuren. Snuggere genealoog. Neen,  het is geen titel die ik draag. Mijmer de mijmer, en had ik maar…. Neen, niet het plaatsje: “Posthuma Hantum”. Maar het plaatsje “Hantum”. Van de familie met de achternaam “ Posthuma”. Nou, nooit van gehoord. Neeflief uit Radewijk weet het niet. Broeders en zusters mijnerzijds, ze weten het niet. En zo, mijmert Piet, zijn zij allen een vergiet en weten “niet”. Dat zal mij niet gebeuren. Maar ik ben toch niet achterlijk?

De gloeivormen werken als gloeiwormen. Het houdt niet meer op. Ik wil het weten.  Ja, maar… Nu is “maar” een naar woordje. In het geloof, of geloof het of niet, in ’t niet, “maar” is altijd een begin. Een begin tot iets nieuws.

Zoals de benzine de aanvoermaterie is van een voertuig, zo is nieuwsgierigheid de benzine voor een genealoog.

Stop mij vol nieuwsgierigheid en ik ben gewoon niet te stoppen….

“Ik kijk. Naar die foto. Kijk maar eens mee:Scan 3

Mijn zoektocht schiet al snel in de versnelling tot de vermelding van? Ik zal het melden in mijmeringen deel III. Wordt vervolgd.

Mijmeringen deel III.

Als vervolg op de delen I en II ga ik verder met de mijmeringen. Ik zal dit maar deel III noemen.

Verder met de zoektocht naar het antwoord op de mooie brief/ansichtkaart. Maar….. Neen. Daarover zal ik het nu niet meer hebben. Maar leidt tot wat nieuws. Dat schreef ik in deel II. En dus moet ik mijn zoektocht vervolgen. Ik schiet al snel door naar Genlias. Interpretaties van het fotogebeuren van met name Sikke maken we toch ook wel sikkeneurig. Dat knaapje heeft een leeftijd, die mij doet vermoeden dat zijn akte van geboorte niet zal leiden tot openbaarheid. Mijmerend zoek ik naar Harmkes en Hiltjes Posthuma’s, en Postema’s, maar hoewel ik diep in de nacht dreig te verzeilen, kwam ik alleen maar op een Braaksma uit in connectie met een Posthuma.

Mijn printer spuugt per ongeluk wel een hele genealogie van de Braaksma’s eruit.  Zelfs enige logica met Harmke en Hiltje valt niet te ontkennen, maar, jawel, daar is het weer, maar de leeftijd geeft mij steeds problemen.

Het nachtwerk wordt op deze wijze onbevredigd afgesloten. Zelfs grafzerkinformatie helpt mij even van de wal in de sloot. Het knaagt aan mij. Het is onbevredigend. Mij er van afzettend denk ik dat ik de volgende dag mijn vragen, toeters en bellen maar eens zal gaan delen met mijn collega. Want soms staar je je blind. Soms beland je opeens op een verkeerd spoor. En soms wil of kun je dan geestelijk kennelijk niet meer afwijken voor juist wel afwijkend onderzoek. En juist afwijkend onderzoek kan de zaak in een versnelling plaatsen die je geestelijk niet voor mogelijk zou kunnen houden.

Die nacht zijn de mijmeringen in mijn geest tot vermoeiens toe als grote kwelgeesten op de achtergrond. De mijmeringen worden ware martelingen.

Gangbaar is elkaar bij te staan in de vraagstukken die we soms krijgen. Twee weten meer dan één en op onze kamer bij het regionaal historisch centrum Rijnstreek en Lopikerwaard, zeker.

Ja ja, wat een gemijmer in mijn Predom. Waar kom ik uit?

Dat staat in het vervolg, mijmeringen deel IV

Mijmeringen deel IV

De Onthulling.

Deel III laat veel vragen open. Dat besef ik. Maar ja, ik zat in de Predom. En nu mijmer ik wat weg op mijn fiets. Op naar mijn werk.

Ik mijmer wat weg. Een pré heb ik, dom ben ik niet. Gewoon de “beste” inschakelen als jezelf  “dood” loopt. Door vermoeidheid. Echt, als een pelgrim de “verkeerde weg inslaan”. Want,  denkend aan Braaksma ging ik de fout in. Natuurlijk. In het verleden had mijn pa veel contact met ene Braaksma die ook uit de “Wouden” kwam. Inmiddels ben ik er wel achter dat ik het daar echter in dit geval niet zoeken moet.

Kortom, collega Ada (zie deel III) wees mij op het huwelijk, gesloten in de gemeente van Westdongeradeel, akte 29 dd. 29 mei 1905 van een zekere Gosse Posthuma met Baukje Pieters Hoeksma.

Raak.

Jazeker, daar wordt een mens effekes stil van! Nou is dat een zegen voor de mensheid, stilte, maar daar ga ik nu niet over uitwijden. Raak.

Plaats van mijmer-handelingen:

IMG_0991

Deze Gosse is een zoon van Sikke Gosse Posthuma en Harmke Jans de Boer. Voel je? Snappie??

Want zoals het Friezen betaamt werden de namen van de ouders vernoemd en Sikke en Harmke liggen dan al voor de hand. En die Baukje? ’t Is bijna bijna niet te geloven, maar zij is de dochter van Pieter Gerbens Hoeksma en Hiltje Geeuwkes de Boer.

Baukje, geboren te Eestrum is een volle zuster van:

Mijn pake, Jan, zoon van Pieter Gerbens Hoeksma en Hiltje Geeuwkes de Boer. Baukje, dus een volle zuster van Bareld oom. Baukje, een volle zuster van Gerben oom. Baukje, een volle tante van mijn pa. Baukje, een volle zuster van Jacob. Jacob die geboren is op 24 juli 1868. Jacob die ik noem omdat er ooit een vervolg komt van deze Jacob. Jacob, getrouwd met Catharina Hoekstra.  Deze Baukje is de moeder van Harmke, Hiltje en Sikke.

En nu begint deze hele foto als het ware tot leven te komen. De statische fotoportretten waren in leven  onze Harmke, Hiltje en Sikke. Ze  zijn en waren volle nichten en neef van Pieter Jans Hoeksma.

Opnieuw werd het nachtwerk. Opnieuw vlogen de mijmeringen door het brein. Opnieuw moesten de bewijzen worden verzameld om deze vraagstelling toch afdoende te kunnen afronden.

Dit moet, het kan niet anders, leiden tot nieuwe mijmeringen. En zo wordt het gruwelijk lastig als je geen internetaansluiting hebt in je Predommetje. Dom jongetje ben ik natuurlijk. Dit soort vraagstukken moet je niet meenemen op je reis naar verstilling, rust, ontplooiing van geest en nivellering van je mindfull brainwerk. Geestelijke verstopping, dat loop ik op,  maar en dus wordt deze serie onder naam vervolgd.