Een na-woord over Harms en zijn vrienden.           Nunspeet, 9 februari 2021.

Het heeft lang geduurd. Misschien zelfs wel te lang geduurd. Maar deze wonderlijke tijd van ziektekiemverwekker Corona doet alles anders worden. Harms en zijn vrienden was afgesloten. 

Maar een boek kun je wel sluiten, herinneringen kunnen je bij leven en welzijn soms best parten spelen. Harms wist er van. Altijd moest hij voor zijn werk in de boeken. Oude boeken. Dagelijks moest hij die oude boeken ontstoffen. En dan kwamen er heel wat namen boven drijven. 

Een enkele keer keek Harms nog welk eens op de website van het RHC Rijnstreek. Je kunt zoiets amper rond tamboeren, maar ook daar doet de nieuwsdrager van het RHC zijn best wel voor.

Een enkele keer draaide zijn gemoed van onderzoekslust nog in hem om. En dan? Zakte hij bijna door het ijs. Ijskoud bleef hij er niet onder. Het deed hem elke keer weer “wat”. Maar wat “wat”  was? Dat was voor Harms net niet in woorden  te “pakken”. 

Misschien, zo dacht hij, is het wel een vleugje staar op het geheugen en gevoelsleven? Bij het ouder worden komen er toch  steeds iets meer van die rare prikkels?

Zijn computer kieperde uit het hele diepe verleden van “toen” en “van je weet wel” ineens een briefje tevoorschijn. Een brief aan Krijn en een hele wisseling van gedachten, woorden en gevoelens van Krijn.

Harms moest even de waterlanders weg toveren. Een brandend gevoel van eenzaamheid doorploegde de voren van de herinneringen.

 “Ja, die Krijn, mijn vriend die…”. Ach, Harms schudde zijn steeds kaler wordend bolletje. In Coronatijd geen eens meer fatsoenlijk naar de kapper. De baard werd weer een wilde wereld. Buiten in de wilde witte wereld was dat overigens eigenlijk best aangenaam. Net, zo dacht hij, alsof de Schepper een bedoeling heeft gehad met die weelderige haardos. Misschien moest hij ook maar geheel  onthouder worden. Geen haarmes meer op zijn hoofd, maar ook geen haar op zijn hoofd om geheel  onthouder te worden. Zo erg was het met Harms nu ook weer niet.

Wacht, Harms moest maar eens de kuierlatten pakken. Gewoon: gaan met je schoenen door de bagger van het witte bestaan. Dit, zo bedisselde Harms, kon hij prima doen met een nieuwe vriend. Nee, geen Krijn, maar wel fijn om mee te wandelen. Ook voorzien van degelijk schoeisel. Ook belezen. Ook iemand waar Harms nog wel het nodige van kon en kan opsteken.

Wel zorgen dat je tijdig van de straat bent, want vadertje staat staat altijd paraat om je een beste prent te geven. En dat prentenboek is bij menig Hollander niet (meer) geliefd. Als het volk achter de voordeur wordt gestopt, stopt de inkomstenkant van Wopke Hoekstra, dus hebben ze daar dat volgende maar weer op gevonden. Spertijd, maar net even wat minder streng van toonzetting.

En vrienden op bezoek? No way, meneer. Eentje wordt Per Gratie getolereerd. Kijk, daar kun je dus nog wel een eindje mee op ’s Heeren wegen weg stiefelen. Maar wel tijdig van de straat. Nou ja, de staatskas moet gespekt kunnen worden.  Soms wordt een mens behoorlijk obstinaat van al dat gekuip in Den Haag. Maar als je op je centen zit te wachten??? Nou, vraag dat de ouders van de kinderopvang maar eens. Wanhopig, in de klauwen van de …pfft, Harms krijgt het bijna niet meer uit zijn pen gewrongen, maar toch, uit de klauwen van de beschermer van de zwakken… O,  oh, wat is hij de laatste tijd toch op zijn ziel van verontwaardiging getrapt door het wonderlijke, ja bijna misdadige systeem waaraan hij en waarvoor hij altijd- bijna tot “bloedens” toe, maar dan  net even anders, gewerkt heeft. Wat doet dat pijn.

“Harms, jongen zit je nu niet te beklagen”, zo mompelde hij. “Die overheid heeft ook heel veel goeds…” 

Harms keek op. Ze bestrijden te vuur en te zwaard een onzichtbare sinjeur van zeer, zeer bedenkelijk niveau. En nee, zelfs nu spreek ik niet eens over Forum of schreeuwerige types van groen of PeVe en nog wat. Harms moet niet aan politiek doen. De politiek doet wel veel aan Harms.

“Wat zit je toch te piekeren,” zo dacht hij. “Kijk naar je oude geschriften van Krijn.” Van een probleem maakte hij bijna een zegen. Hij kreeg de opdracht “tot klaren” van zijn hoofd. Nou ja, oren. En die opdracht deed hij met grote verbazing en eigenlijk ook wel met de nodige scepsis. Bijna net met zoveel ongeloof als Naaman, die in het water van de smerige rivier de Jordaan dook. Maar hoe kwam die weer boven water?

Juist.

En net zo, tot grote vreugde van Krijn zelf, klaarde alles op.  Meteen heeft Krijn, zo blijkt nu uit de geschriften, de dorpsdokter van de ouwe grond een beste bak met kersen geoffreerd. En dat niet alleen, ook zichzelf voorzien van een hele echte “Ouwe Klare”.

Kijk, dat was Krijn.

Harms gezicht begon te glimmen.

Herinneringen? Ze toveren zomaar ineens, ondanks alle Corona-onthoudingsperikelen, een glimlach om je mond. Dankbaarheid vervult het hart. 

Harms hield zich de spiegel voor. Jazeker, herinneringen kunnen vaak beter werken  dan een medicijn  van de apotheker. 

Zelfs in Coronatijd.