“Ha Japie! Wat een prachtig weertje vandaag. Blij met de regen, want het was erg droog op de Veluwe.”  Verrast loenst Schele Japie naar de  binnenkomende Harms. Meteen sloeg de sfeer in het kleine café de Gulle Gaper om.

“Die is er ook knap vroeg bij, dacht hij. Goed geluimd ook, dat is ook nog wel eens anders.”  Maar Japie kende zijn Pappenheimers. Spreken is zilver, zwijgen is goud, maar bij Harms is het klikcontact als iets natuurlijks. “ Fijn Harms dat je er bent. Hier man, een pruttelbakje van mijn eigen gebrouwen bruinenbonensap.”

Heel rustig kabbelt daarna het gesprek over koetjes en kalfjes. De dampende bak koffie verblikt noch verbloosd. De beide mannen slurpen langzaam echt proevend van de “bijna hemelse”  drank.  Even flikkert het op, als Japie begint over de wolf. Maar Harms valt niet echt te vermurwen, Japie zag het, Japie zweeg.

“Weet je Japie, en een glans over Harms snufferd werd bijna groot, weet je, Japie, waar ik gisteren op hemelvaartsdag ben geweest ? “Ik zou het niet weten Harms”. “Joh, gewoon naar de Sionskerk in mijn eigen woonplek.” “Moest je dan niet in de file naar die club in Biddinghuizen Harms?” Even trok er een kleine grauwsluier over Harms aangezicht. “ Neen Japie, dat is mij veel te massaal. En die nieuwe liedjes, hum, ik weet niet of ik mij…maar ja, ach die voorganger van gisteren, nou ja, die is niet van gisteren hoor Japie.  Hij is wel gek op hardcore of zo. Brrr, man daar krijg ik, als hardhorende gast toch wel heel erg de kriebels van. Toen ik dat las moest ik mij wel even “vermannen”. Stel je toch voor dat hij ook nog onder de tattoos zou zitten. Maar goed, hij weet het vast wel als ik de digitale annalen zo bekijk, maar ik heb toch de stoute schoenen aangetrokken, mij innerlijk verzet tegen die dwaasheid in mijn ogen en heb de stap gedaan. Hemelsvaartsdag in de Sionskerk. Kerel, ik heb …doe nog eens een bakkie Japie? ..ik heb genoten.

Maar ik moet die man uh, eerwaarde,  jammer dat hij zijn rooie sjerp bij de , toga dus,  niet om had. Van zoiets word ik nl. best blij, zo’n mooie sjerp om de schouders of zo, dat kan ik appreciëren Japie, maar ik zal toch eens vragen waar hij die prachtige “wet(s)tekst ” vandaan heeft gehaald. Het was gewoon indrukwekkend. “

Even keek Japie of hij het water van de geest zag branden. Harms leek wel helemaal in de wolken. “Man kun je dan blij zijn met “wetstekst?”  Harms keek zijn vriend de tappersgast uit de Friese Wouden bijna meewarig aan.

” Japie, man, het was gisteren van de hel naar de hemel. Tijdje terug was er een jong predikmannetje die een hele preek over de hel heeft gehouden. Die komt nu in de buurt wonen ook nog. Nou ja, dat is er eentje die graag een biertje drinkt (zou hij prima bij jou kunnen doen trouwens) maar deze hield het op de hemel. En die is wonderbaarlijk dichtbij. Om het eens ouderwets te zeggen Japie, wie het vat, vatte het. (Niet dat vat dat die jonge gast wilde aanslaan, al is een biertje op zijn tijd, zeker als ie van de trappist afkomstig is, hemels.)

“Merkwaardig” mompelde Japie. Bijna Schaduwiaans “merkwaardig”. Die hel is toch ook om de deur? Enfin, Harms had hem blijkbaar goed zitten en niet eens meer aan de kleine versnaperingen. O% tegenwoordig. Maar zelfs dan kan Harms zijn uitstekende humeur verpakken in zijn verhaaltjes. Even moest Japie grinniken. Van innerlijk plezier hupte zijn linker oog naar zijn rechter en visa versa. Harms zag het. En hij genoot inwendig van die fijne tapper. “Maar hoe ga je nu verder Harms? “ Japie was inderdaad, zoals een echte gastheer betaamt (dacht Harms) erg inlevend. “Ách, Japie, weet je, ik zal die man toch nog eens vragen of hij die wetstekst aan deze oude geschriftensnuffelaar kan doen toekomen. Japie, om de waarde van wetten te kunnen proeven, moet je ze kauwen. Herkauwen, en het je laten doordringen. Eigenlijk, net als bepaalde dranken, indrinken. En daar mag je zelf, ik denk dat die hardcore man het wel met me eens is, van “dronken” worden.  Dus ik zal die herrieschopliefhebbende predikheer eens vragen. En maar hopen en bidden dat het niet met hardcore wordt verkondigd.” Even keek Japie naar zijn vriend Harms.  “Ik begrijp je helemaal Harms, ik deel  je voorkeur aan het herkennen van de Eeuwige in het suizen van de zachte stilte.”

Grijnzend schoof Japie een glas toe aan Harms met een brouwseltje uit ’s Heeren wijngaard. “Geniet van het goede Harms, op mijn kosten man, een Sonnema’tj één keer dan.”  Samen hieven ze het glas, en nu maar afwachten of die predikheer uit Nijverdal de wettekst kan opborrelen.

Beide vrienden tuurden naar de hardcore van hun kleine versnapering.

“Weet je Japie, teveel van dit spul is of wordt een hel, maar  bij een verstandig gebruik kan het zelfs na hemelvaartsdag wel eens “hemels” zijn.”

“Sa ís it mar krekt, myn jong” beaamde Japie en vergenoegd lurkten beide vrienden nog maar eens aan de druppels van hun glaasje. Proost op de predikheren.

Nunspeet, 3005202