De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Categorie: Harms Pagina 21 van 69

Belevenissen van Harms en Wapse.

Winterkamperen

Wonderlijk. Wat een ervaring. Toch maar eens proberen. Een paar dagen er tussen uit. Geestelijk opladen, emotioneel ontladen. Beiden waren nodig. Mijn vraag op de facebookgroep eenvoudig kamperen met een tent of vouwwagen was gesteld. Ontsteld van de reacties werd ik steeds nieuwsgieriger  om het “te beleven”, te “ondergaan”.

Nu wij eenmaal besloten hadden ons hieraan over te geven werd ik ontdaan. Aangekomen op de Vlagberg sloeg de schrik mij om het hart. Wat een boel mensen? Wat een hoop caravanners en campers. Maar mijn aanblik werd nog meer getroffen toen ik al die prachtige tipi’s zag. Ja, typisch tipi.dsc_0018img-20161228-wa0016

 

De rookpluimen kwamen ons tegemoet. Welgemoed schoven we aan voor de computerzuil van SBB. Dat is zo’n ding waar je permanent vanaf wil blijven. Geef mij maar die oude IJzeren Hein. Vele malen eenvoudiger. En dat geeft ook vele malen minder stress. Nu ben ik wel een beetje oud, nog niet der dagen zat, maar je hebt een vakantie nodig om die plek te kunnen bemachtigen die dan eigenlijk net niet kan… Grr. IJzeren Hein is blijkbaar opgeofferd aan magere Hein, maar als ik er lang over denk en bij stilsta dan zie ik de kampeerders bij bosjes ter plekke van ellende neertuimelen. Wij willen IJzeren Hein terug! Ik hoop dat die stelling een eigen leven gaat leiden ter voorkoming van nog langer lijden.

Enfin, nadat de plichtplegingen voldoende resultaat hadden opgeleverd en wij omntdaan werden van onze centen, werden wij in het bosperceel losgelaten.Laat ik hierover wel duidelijk zijn. SBB haalt je beslist voor al die fantastische faciliteiten (!!)  niet het vel over de neus. Mijn welgemeende complimenten Frank van Kalleveen.

Als een stel jonge honden hebben wij onze geweldige onderkomens neergevlijd.

dsc01479dsc01470

We stonden nog geen uur of omroep Brabant had ook lucht gekregen van de activiteiten van winterkampeerders. Een leuke reportage, die veel te kort duurt.

Typisch of niet, veel tipi’s stonden gedrapeerd over de perceeltjes vlak bij ons. Geweldige mensen, dicht bij de natuur, vriendelijk en behulpzaam, gastvrij en volkomen een met het leven in de bossen.   dsc_0016dsc_0020-1dsc01473

Dergelijke bosgeesten maken mij opnieuw bewust van de vergankelijkheid van het leven maar ook de maakbaarheid van het eenvoudig leven, dichtbij de natuur. De natuur die geschilderd wordt door de enige echte grote Kunstenaar.20161229_101424Goed om even “stil te staan” bij het kantelen van het kalenderjaar en het omkieperen naar het nieuwe levensjaar. We hebben wat te verstouwen gehad maar het heeft mij weer even bij het “aardse” bepaald met een “hemels gevoel” van grote dankbaarheid. En zeker, het koken op een houtvuurtje? Groter genot kun je mijn zwager niet aandoen. img-20161228-wa0017Aandoenlijk dat ik zo werd aangestoken door deze elementen van vuur water en aarde dat ik ’s morgens bij het krieken der dageraad al een vuurtje had ontstoken voor een lekkere bak koffie.dsc01480 Zelfs mijn zwager kreeg koffie geserveerd terwijl de ijspegels nog uit zijn haardos moesten ontdooien (bij wijze van spreken dan).

Koude? Ach, de laatste nacht heeft het behoorlijk gevroren. Maar in de tent geen enkele nood. En buiten ook niet, want met een houtvuurtje kun je veel kanten uit. Een prachtige wandeling door het natuurgebied heeft ons, overgoten door zonnestralen, even laten ontdooien van papieren, telefoontjes (nou ja…) en andere wereldse beslommeringen. Met de Nordic Walkingpoles kon ik aardig uit de voeten en “genieten” was ons deel.  dsc01489dsc01467dsc01485dsc01484

Vuil.

Ja, vuile was kun je schoonmaken, zelfs mijn oeroude fluitketeltje, gekregen va Rina toen ik 16 jaar was, was wel ontdaan door mijn koolstoverij. Zo zwart als roet. En ik ga hier geen Zwarte Pieten discussie over houden, de poetserij heeft mij deze ochtend behoorlijk wat vegen opgeleverd, de zijkanten zijn weer schoon. De onderkant zo zwart als roet. Ik blijf poetsen.

Mijn tentdoek hangt te drogen op de waslijn. Dikke laag ijs is inmiddels wel weer ontdooid. En vanavond zorg ik als een baby voor een droog onderkomen. Mijn Mica moet nog een poosje mee.

Enkele plaatjes

dsc01501dsc_0015dsc_0017dsc01469dsc01483dsc01482Verstild landschapdsc01488

Winterkamperen? Ja, als de verlofkaart het toestaat, mijn ega mij verlof verleend, mijn moed uit de sloffen omhoog geschoten blijft, dan staat dit opnieuw op het levensmenu. Ik ben het zat. Ik Ga? Kamperen.

Stil zit ik achter mijn scherm. Mijn gemoed zegt:

Verstild, verwonderd, verward, verdeeld

sta ik stil bij het verscheiden

der tijden.20161229_101506

Kattig wil ik niet doen naar de vreselijke feestverlichting die sommigen “natuurkampeerders“ bedacht hadden. Het stond en staat wel averechts op een natuurkampeerterrein. Laat mij maar genieten van de echte katjes. Ze hangen verstild en verlangend naar het voorjaar.

Ik kijk, word stil en die kat  moest ik nog even kwijt.

wilgenkatjes






















































































 

 

In vogelvlucht een in memoriam   Harmelen, 18 december 2016

Begin november stonden we aan het graf van Krijn.(Teus van Oosterom). Enkele weken daarna waren we in het ziekenhuis. Gerda was opgenomen. Dat zou al eerder gebeuren, maar juist toen moest ook zij die weg naar het graf maken om onze “Krijn”  toe te vertrouwen aan zijn laatste rustplaats.

Het verdriet was amper in woorden te bevatten. En een enkele week daarna waren we opnieuw bij Gerda. In het ziekenhuis. Opgenomen en in afwachting van die ingrijpende hartoperatie. Wat een levenskracht sprak uit haar woorden. Op de gang kwamen we haar oudste zoon tegen. Een paar –spaarzame- woorden van bemoediging hebben we gewisseld.  Ze zou die avond worden verhuisd naar een andere kamer. Kinderen, wat een zorg in al die pijn. Amper tijd om te rouwen over pa, vol van zorg voor de zorg van ma.

We gingen de wegen die we moesten gaan. Met harten vol van verdriet, spanning, dankbaarheid. En dan het bericht “ze heeft het niet gehaald”. De gedachten fladderen door mijn geest. Op de achtergrond fluistert het orgel  “Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel u niet”.

Mijn aandacht was gericht op de kist voorin de kerk. Straks, straks moet  ook zij deze geliefde plaats, waar Gerda zo graag was, verlaten. Voorgoed.

Woorden van dankbaarheid en liefde van en over “onze Gerda” weerklinken in de klankkast van mijn geheugen. En dan is daar het moment dat de kist de kerk wordt uitgereden. Vergezeld van haar kinderen.  Langzaam echoot de uitleidende klank van het  “Veilig in Jezus armen.”

Na een korte tocht ben ik bij Het Spijck. We staan. Stil, met velen. Met vele , vele gedachten. Woordeloos. De dragers staan in het gelid. De kist wordt geheven. De kist is geschouderd en dan betreden  de dragers langzaam de ingang van de begraafplaats, terwijl wij allen devoot en in diepe diepe stilte haar laatste gang gadeslaan.

Opnieuw echoot de glans van de wondere schone klank van het “Veilig in Jezus armen” door mijn geest. De Geest van hierboven tekent het wonderlijke antwoord.  Dan? Krijg ik zo’n prachtig teken van omhoog. Verbaasd en diep  ontroerd veeg ik de tranen van mijn wangen weg. Boven de kist ontvouwt zich hemels licht! De ganzen trekken in een dikke “V-formatie”  juist precies over de dragers met de kist.

Stil en vol deemoed aanzie en beleef ik dit wondere Godsteken. Gerda: Veilig in Jezus armen.

Had Krijn dit maar mogen aanschouwen. We hadden vast  samen onze tranen geveegd. Van verdriet en van gestilde dankbaarheid.

In memoriam Krijn.                       Harmelen, 27/10/2016//11/2016

 

Het is wonderlijk en bijzonder moeilijk. Toch waag ik een “in memoriam “om hier een vriend te gedenken op de wijze zoals wij in ons leven samen hebben beleefd.

Krijn.

De stilte in café de Gulle Gaper is bijna spreekwoordelijk. Schele Japie kijkt uit het raam en ziet daar een wat oudere kromme man op zijn fietsje aankomen. “Warempel dat lijkt Harms wel” mompelde hij. “Wel, dat betekent dat ik meteen maar even een mooi kannetje bruinebonensap  en een goede kruidkoek moet versieren”.

Niet veel later stiefelt Harms inderdaad binnen. Hij was het, inderdaad en vlak daarna kwam ook boertje Wapse binnen. Het werd nog druk. “Morge mannen”, zei Japie. “Koffie?” Nou,  de heren lieten zich dit niet ontglippen. Aan de stamtafel werd al snel de koffie geserveerd. Met een heerlijke plak Fries suikerbrood.  Maar Harms bleef stil. Wapse keek eens naar Japie. Hij begreep er niet veel van.

“ Scheelt er wat, Harms?”.

De beide mannen schrikken. Dikke tranen rolden over de bleke wangen van Harms. “Ja, beste mensen. ’t Is zo onwerkelijk. Jullie kennen Krijn wel? Krijn, met die mooie Willy Jeep?” Ja,  beiden kenden Krijn. Sporadisch was hij wel eens in de Gulle Gaper geweest.  Z e hadden  van Harms wel veel over Krijn gehoord. Krijn, een dierbare vriend van Harms, dat wisten ze wel. Een waarop hij kon bouwen, een waar je geweldig mee kon lachen, een waar je af en toe verbaasd van gekkigheid jezelf tegen kon komen. Krijn, de man van de Willy Jeep. Maar ook een mens die zo diep en intens veel hield van zijn medemens, van de natuur en van zijn God, ja , dat was Krijn.

“Wat is er dan met Krijn, Harms?” Zowel Schele Japie als Wapse stelden  dezelfde vraag. “Vrienden, Krijn is in zijn slaap gestorven. Zomaar.  Weg uit ons leven gerukt. En ik zeg, bevordert tot heerlijkheid. Maar ik had hem zo graag voor zijn lieve vrouw, kinderen en kleinkinderen willen houden. Krijn schreef mij een tijdje geleden nog eens. Hij had samen met mij in de kerk het lied Gezang 441 vers 7 gezongen. Hij vroeg mij toen of ik niet aan hem moest denken.  Daar was hij mee bezig, mensen. Dat hield hij mij ook voor en daarvan was Krijn  overtuigd. Het luidt als volgt:

Wij gaan als ingekeerden, stil door een vreemd gebied, verachten voor de wereld, die men niet hoort of ziet. Maar geeft men op ons acht, dan hoort men hoe wij zingen van onze grote dingen: wij weten wat ons wacht.” En, zo zei hij in zijn reactie naar mij: Krijn hoort niet veel meer, en gaat door een stil en vreemd gebied. Maar zien, dat doet hij als de beste en weet wat hem wacht”.

Jullie begrijpen, dat vond ik zo aangrijpend. Zo was Krijn. En hij wist ook al hoe wij, hier in de Gulle Gaper,  zouden reageren. Ik citeer: “Hebben de mensen weer wat te praten in het dorp en in de Gulle Gaper zie ik ze al door het raam kijken. Zou die ook een bakkie komen doen?”

Dus Japie, doe nog maar eens in.

De mannen zuchtten. Ze keken naar buiten. Ze dronken hun bakkie. Ingekeerd, en indachtig aan die geweldige fijne vriend van Harms.

God, bewaar ons.

Ach, het nieuws. Soms schrik je toch weer. De kreet die bovenaan stond, ontsnapte aan mijn strottenhoofd. De schreeuwerd , engerd van een man, een intens triest figuur met een balk van heb ik jouw daar voor zijn hoofd, brulde dat “Hillery maar een drugstest moest ondergaan”. Volgens Trump zou zij (Hillery) gewankeld hebben na afloop van het debat met hem. Ze zou ziek zijn.

Ik kan iedereen verzekeren dat ik geweldige bewondering heb voor Hillery. Ik zou na twee minuten na de eerste ontmoeting al volstrekt gek zijn geworden. Zij houdt het meer dan een uur vol. Zo’n openlijke viezerik, vat vol vunzige gedachten en die deze dan ook helaas nog publiekelijk uit, die intimiderend gedrag vertoont, schreeuwt en onzinnige  en vuile taal uitkraamt, wie wordt daar niet ziek van? Moet zo iemand straks aan de “knoppen” zitten? In een reactie op zijn schreeuwerige uitspraken las ik: “Hij moet dan een IQ test” ondergaan. Je zult de uitslag moeten lezen! Arme psychiater.

Mijn verzuchting wordt alleen maar intenser: “God, bewaar ons”.

Pagina 21 van 69

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén