De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Categorie: Harms Pagina 22 van 69

Belevenissen van Harms en Wapse.

Vouwwagen

Het was voor even. Camplet GTE. In ons bezit. In ons bezit geweest. Heerlijk mee gekampeerd. Had best nog even een paar seizoenen mee gekund. Maar we willen iets anders. Iets luxere keuken, zo mogelijk met een koelbox erin. En dan dat slapen hé? Hoe kom je erin, hoe kom je eruit? Daar zullen we nog wel een paar nachtjes over slapen. Maar wij zijn verkocht. Een vouwwagen zal er zeker weer moeten komen.

We hebben er aan geroken. En we willen zeker weer zo’n super klapper.


dsc01361

Slagboom

Beng, als je bij een camping komt met een slagboom. Daar valt heel veel over te vertellen. Zo’n ding dat pas omhoog gaat als je een kaartje uit een andere boom trekt. Dan vliegt de boom omhoog en je moet maken dat je er onderdoor komt voordat de slagboom je daadwerkelijk een slag voor je kanis geeft. Zo’n boom maakt  je het leven zuur en maakt dat jouw kampeergevoel  met de noorderzon gaan hemelen.

Nee, ik moet niet aankomen bij een camping met een slagboom. Tenminste,  zo eentje waar je op een knop moet drukken, soms moet kletsen tegen zo’n ding als ie niet open wil, soms het bloed onder je nagels vandaan haalt,  net zoals je portemonnee of je digitale betalingswondertje dat leeg wordt geplukt . En inderdaad,  ik heb iets  tegen dat soort moderne vormen van gevangenschap. Maar als ik het dus toch voor het kiezen  heb  wil ik het niet voor mijn kiezen krijgen. Ik kan daar best wel over doorkauwen. Begrijpelijk. Edoch, de ene slagboom is de andere niet. Sommigen bomen hebben een natuurlijke uitstraling. Daar valt ook best over te bomen. Die hebben “wat”. Wat eigenlijk, zo kun je je afvragen. Maar goed, bij een gewone  natuurcamping uit het “groene boekje” kom je ze meestal tegen. Mooie houtgewelfde lange palen die je open mag doen, laten rusten op een houten stut, en nadat je verder bent gesjeesd weer kleurig aan een andere boom vastmaakt. Meestal met een lange pin. Kijk, daarover valt met mij wel te praten. Niet pinnig noch vinnig, maar praten en in dit kader “bomen”. Bomen over slagbomen, zoiets.

Dat soort bomen bieden een natuurlijke bescherming tegen ongenode bezoekers. Het zijn beslist geen bonenstaken, maar bomen. Die kun je sluiten. En soms is er zelfs enige kracht voor nodig. Die beschermende functie stelt ook helemaal niks voor, al heb ik op een natuurcamping wel meegemaakt dat de natuurlijke slagboom door een keihard  ijzeren slotwerk ’s avonds rond  de klok van 22.00 uur werd voorzien. Kon je er mooi niet op of af. En jazeker, ieder ochtend werd dan de ketting met navenant  slot weer door de beheerder verwijderd (Het Rhanerveld. ) Ik vermoed dat de beheerder er wel een boom over kan opzetten. Meestal gebeurt het niet, maar ik vermoed dat er lieden geweest zijn die gedacht hebben, mooi snel eraf voordat ik een boom van een rekening krijg te verwerken. En zal de beheerder vermoedelijk wel gedacht hebben dat boontje om zijn loontje kwam en hij als een echte vissersman achter het net zal hebben gevist. En dus: nooit weer. Ketting erom en pas ’s morgens weer een mogelijkheid om het terrein te betreden dan wel te vertrekken.

Bij de terreinen van SBB heb ik dat – gelukkig- niet meegemaakt. Maar daar heb ik dan wel weer meegemaakt dat  “omwonenden” menen snel het terrein te kunnen betreden, lekker douchen, papier en oud glas  wegwerken , toilet te legen, water te tanken etc.  Dat is dan weer de andere kant van het vrije kampeerleven. Desniettegenstaande heeft zoiets wel een functie.

Het lijkt net of dat je beschermt bent. En het zal de stouterik dus echt niet tegenhouden, maar “het gevoel” van veiligheid wordt verhoogd. Het is ook een sfeerschepper. Bij mij dan.

Ik houd op. Bomen over bomen. We kunnen er misschien binnenkort bij het kampvuur over bomen. En als we het zat zijn stoken we er een vuurtje mee.

 

Ruwe stormen

Als we tijdens de ruwe stormen in ons leven het anker van het geloof laten rusten in de hoop op de wind van Zijn liefde in onze levenszeilen, dan hoeven we ook zelf niet eens meer ons best te doen om overeind te blijven. Wel moeten we misschien zo af en toe de zeilen eens even bijzetten. Ondanks dat,  geeft dat toch een rustig gevoel.

Het kan natuurlijk wel knap stormen als  de  Geest in onze zeilen blaast.

Geloof hoop en liefde, maar Zijn liefde staat boven alles.

De smidse of de kerk.

 

Het was een jaartje of een twee geleden. Ja, commentaar was er ook. Het koor is een kroket.

Zo zout had men het kennelijk nog niet eerder gegeten. En lekker eten, zelfs een kroket,  is altijd leuk. Vandaag kom ik uit op de smidse. Beter gezegd een smederij. Hoe kom  je erop zou je zeggen. Ach we filosofeerden wat af. En ineens was het gezegd. Wat boel je dan? De kerk is een  smederij.

Kijk, de smederij was een plekje waar ik vroeger heel wat heb afgespeeld. En er speelde zich ook heel wat af. De ijzers die in het vuur werden gelegd. De ijzers die daarna onder de paarden werden geslagen. Ik ruik het nog.

De smidse. Een smerige plek en oppassen was noodzakelijk. Vuur, zware  ijzers, zware hamers,  een aambeeld. En vuur. Dat vuurtje moest blijven branden. De vonken spatten er vaak vanaf. Als het vuur dreigde te doven was het noodzakelijk om de blaasbalg te hanteren. Branden. Als de “hel” met dat vuur. En dan het ijzer erin. Want je moet het ijzer smeden als het heet is. Dan vloog de zware hamer op het door een tang vastgehouden stuk ijzer. De hamer dreunde, de vonken vlogen eraf. En dan werd door het gedreun van de hamer het ijzer gesmeed. Mooie vormen voor een sierhek, eenvoudige  of meer precieze voor bijvoorbeeld het hoefijzer.

De smidse was een mooie plek. Altijd reuring, altijd oppassen voor vuur en vallend ijzer, je kon je er super stoten aan allerlei rommel. En ziedaar een gloeiend stuk ijzer schoot uit de tang en voordat je het door had werd je bijna in de tang genomen door het gevaar.

Kom dan nu  eens in de keuken van de kerk. De smederij van de consistorie. Goede gesprekken, mooie gesprekken. Soms moeilijke gesprekken. Soms  vliegen de vonken  eraf. Vaak kon je je geweldig stoten aan die smederij. Wat een rampplek, en voordat je het in de gaten had zag je alleen maar de gevaren en het vernietigende vuur, de stoten van de zware…hamer. De smeden die er rondbanjeren, rouwe klanten?!  Welkom in de smidse van de Heer!

Op het aambeeld van het geloof of het aambeeld van het ongeloof moet er soms met een zware hamer worden gesmeed. Soms ja, vielen er spatten van vuur af. Soms was het gevaarlijk. En oh zeker, in die smidse kun je je zomaar stoten. Aan van alles en nog wat. Je kunt je geweldig stoten aan rechts. En aan links. Ook op het aambeeld van geloof, hoop en liefde kunnen er ongelukken gebeuren. Je kunt je stoten, je kunt je branden, maar een ding blijft: blijf, om gevormd te worden.  Blijf in de werkplaats, daar gebeurt het. Daar worden schitterende “ongevormde klompen mens” gevormd tot mooie, fijne, diepgelovige wezens.  Zoals de Smid ze bedoeld heeft. Maar dan vallen er ook best wel eens harde woorden. Dan is de pijn van het “op de vingers getikt worden ” het proces van vorming”  net zoals dat mooie stuk ijzer uit de smederij. Laat de vonken er maar van af spatten. Dat de Geest maar als “blaasbalg” het vuur brandend mag houden. Dan kan het er heel heet aan toegaan. Dan kunnen de vonken er van alle kanten vanaf spatten.

Maar dan komt een mens tot zijn en haar recht. Zware hamers voor het zware werk, fijn materiaal voor het precieze. Hoe dan ook, de smederij van het geloof heeft vele variaties. Maar ook veel heel mooie sierwerken.

Op het aambeeld van het leven-misschien wel met name in de smederij- kunnen zware klappen vallen. Maar het “eindproduct” kan zijn tot Zijn glorie. Heerlijk toch? Laat het koor een kroket zijn, de kerk is een smederij.

Even terug naar de smederij en zo mogelijk met kroketten! Ook in de smederij worden immers kroketten gegeten.

Maar een ding is zeker: het vuur moet blijven branden. Pas dan kan je gevormd worden.

Pagina 22 van 69

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén