De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Categorie: het vrije woord Pagina 2 van 45

fantasie en min of meer zinnige of onzinnige zaken

Sinterklaas

“Wat zit jij nu ineens te grinniken, Harms?” De vraag stierf als het ware weg in de zachte bries. Twee oude vrienden zaten bij elkaar. De fietstocht door de Friese Wouden werd onderbroken door een thermoskannetje koffie, een bankje, een zonnetje. Terwijl de adem door de wind werd opgenomen en een adembenemend uitzicht over de Petsloot langs het bevroren water in de omgeving van de Zandhorst beide vrienden de adem benam, bleef de vraag hangen. Wapse keek eens naar zijn vriend Harms. De oude baas had warempel de baard weer laten groeien zag hij. Gelijk had hij natuurlijk. De koude bracht behoeften bij oudere mensen tot verwarming maar ach heden, onze lieve Heer zorgde goed voor de mensheid. Gewoon een natuurlijke sjaal.

”Tja, Wapse, ik moest denken aan Sinterklaas”.
“Maar kerel daar geloof jij toch niet in? In Sinterklaas bedoel ik”.

Harms plooide zijn snorrebaard een beetje in de mijterkrul. “t Mocht wat, mijn jongen. Ik was net op de kleuterschool. En op de school bij de concurrent van mijn vader was een zekere meester Pit. Enfin, kennelijk aangestoken door het gevoel van concurrentie noemde ik de beste man stiekem (want een held was en ben ik niet hoor) “meneer Pruimepit”.
“Wat heeft dat nu met Sinterklaas te maken?” “Rustig vriend. Ik zal het je vertellen. Er werd op de kleuterschool, ach die kennen ze ook al niet meer tegenwoordig, maar goed, Sinterklaas gevierd. Met Pieten van een bepaalde kleur. Ik zal het verder niet benoemen, maar zo was het vroeger wel. En dit heerschap moest bij Sinterklaas komen. De zak en de roe werd door een zekere Piet gedragen. Vier jaar was ik, “Harms, kom jij maar eens bij Sinterklaas. Gelardeerd door zijn knecht moest ik eraan geloven. En geloof het of niet, het liep mij bijna dun door de broek. Sint had een allemachtig dik boek bij zich en deed het gewichtig open. Die knecht stond er bij een zwaaide met de roe. Je weet wel zo’n bonk van die takachtige bij elkaar gebonden stokjes. Sint bladerde in dat grote boek en keek mij ineens streng aan. “Wat lees ik daar jongeman Harms? Wat lees ik nu? Jij hebt een meester van de school aan de overkant van jullie huis genoemd met een “bijnaam Pruimepit?” Man man, mijn wangetjes gloeiden ik zette het bijna op een blèren. Dat snap je, Die Sint wist alles!” Harms zweeg. Wapse grijnsde. “Ha die had jou mooi te pakken, man. En toen?” Harms keek heel voorzichtig even om zich heen. Niet iedereen hoefde dit verhaal te horen.

“Weet je, die Piet die erbij was, die wilde mij voor straf meenemen in de zak, deed hem open, zwaaide met de roe, enfin, ik maakte dat ik weg kwam. Toen heb ik gezworen nooit meer met die zogenaamde heilige vent en alle andere heilige venten wat van doen te willen hebben”.
Harms zweeg. Ietwat verbaasd keek Wapse nu naar zijn vriend. ‘t Zou toch niet waar zijn? Zag hij bij Harms een traan die weggepinkt werd?

“Weet je Harms, man, ‘t leven geeft zelfs op jonge leeftijd altijd snel aanleg tot trauma’s. ‘ k zou smartengeld vragen!” Zo dat had hij maar eens mooi gezegd. Hij keek zijn vriend aandachtig aan. “Wapse, man, nu, jaren later kwam ik tot de ontdekking, jaren later hè, dat Sint niet bestond. En die zogenaamde Sinterklaas bleek meester Pit te zijn”.

“Allemachtig, wat een pedagogen daar zeg, Harms, ‘k zal het zo zeggen “Pittig”.
Kom, we gaan naar Japie en nemen een gewone borrel op dat gebeuren. En Harms, lig er niet langer van wakker hoor. Dat jij niet meer gelooft in heiligen kan ik nu volkomen begrijpen. Als ik jou was zou ik hier toch maar eens over spreken met een psycholoog of een of andere zieleknijper. Soms is de mensheid echt slecht.”


Dankbaar keek Harms naar zijn vriend. Wat een begrip.
“Weet je Wapse, altijd als ik een borrel bij Japie ga drinken, dan denk ik een beetje aan die zak, de gemiste reis naar Spanje, het dikke boek. ’t Kan me allemaal gestolen worden Wapse. Maar de rust en de ruimte, het uitzicht van de Friese Wouden? Dat geeft mij rust man.”


“Ik ben blij, Harms, dat er bij jou tenminste nog wat pit zit. Anders, ook al vertel ik het niet verder, had ik het nooit gehoord.”

Nunspeet, 18/12/2022

’t Is zoals het is…

“Ha Wapse, kerel, wat leuk om jou tegen te komen!” 

“Nou, Harms, wat een enthousiasme, ben ik nu zo leuk op mijn ouwe dag?”

Verbouwereerd keek Harms eens naar boertje Wapse. Man man, wat is dat nu weer? Harms zag het hem denken. Maar ja, Harms was gewoon blij. Eindelijk in de beroerde Coronatijd eens weer wat “onder de mensen”. Of Wapse nu een “mens” was, ja, dat is natuurlijk een onnatuurlijke vraagstelling. Stelselmatig moest Harms echter altijd weer aan dat schrandere boertje uit de Friese wouden denken. Op de Veluwe waren en zijn de mensen vaak best wel een beetje stug, maar hier in de Friese Wouden zijn ze toch wat meer…Enfin, een wereld aan gedachten schoten door Harms als pijnscheuten door de kuiten. Stug op de Veluwe. Maar  in zijn woonplaats bijvoorbeeld heel erg hartelijk. In tegenstelling tot zijn geboorteplaats, paar km ‘s verderop, waar stugheid de norm is.

Harms krabde zich eens op zijn achterhoofd. Neen, niet achter de oren want voor je het wist waren dan de oorondersteuners verworden tot financiële kreuners. Die oorapparaatjes kun je niet meer missen omdat je dan veel te veel moet missen. 

“Wapse, man ik vind het fijn om eindelijk weer eens onder de mensen te zijn. En jouw aanwezigheid is en staat borg voor gezelligheid. Feestavonden, dance festijnen en zo zijn aan mij niet besteed, maar een goed gesprek en een lekkere bak koffie, ja daar ga ik voor. Ga je mee? Op naar de Gulle Gaper en Wapse, kijk nu niet of je water ziet branden, ik betaal.”

“Nou, Harms, dan ik zeg geen nee. Ik ben geboosterd, geroosterd, geprikt en weet ik wat. Wordt vermoedelijk getild door de belastingdienst al heb ik, eerlijk is eerlijk,  geen toeslagen gekregen, maar ja, voor de rest zal het zo zijn: geef mijn portie maar aan fikkie. Ik ga alleen niet meer discussiëren over nut, noodzaak en betrouwbaarheid van de overheid. Het is wat het is, en ik denk: niet best. Maar ja…”

“Nou, Wapse toch, zelf heb ik jaren en jaren voor de overheid gewerkt. En ik ben er bijna aan onderdoor gegaan. Ik weet dat er velen binnen de overheid met ziel en zaligheid hun beste krachten geven voor de maatschappij. In de politiek en ook zeker ambtelijk. Maar de laatste tijd….Peinzend keek Harms voor zich uit. Krijg nou wat, dacht Wapse, zie ik nou tranen bij Harms? Harms tilde even zijn hoed op.” Ja Wapse, man, ik kan soms wel, wat zeg ik, soms? Wel man, ik kan wel janken. Hoe ontzettend  slecht men is voor de Groningers. Zal eens aan Japie vragen als echte Fries wat hij daar van vindt. Ik kan er wel om janken. En oplossen?? Ben je bedonderd Wapse, ’t zal die k…fiolen in Den Haag worst zijn. En kom bij mij niet aan met “ het is wat het is” want ik word er verdorie witheet van. Ouders uit hun huizen jagen, kinderen uit huis plaatsen, beloven dat ze “de schade vergoeden” en verdikkie Wapse, niks maar dan ook niks kunnen die zwamneuzen in “Den Haag”. Wat? ’t Is, zoals het is? Man sode…hannes op, schande tot op het bot Wapse. Ik vind het zo walgelijk en ik schaam me zo verschrikkelijk dat ik voor dat soort k…violen gewerkt heb! En wat ik ook nog wel even moet ventileren is, dat de terminologie en de kwaliteit van discussiëren daar in Den Haag ook sterk aan het verloederen is. En ik ga er al gewoon aan meedoen, dat is misschien nog wel het ergste. Met de grootste dooddoener “’t Is wat het is”, ik ben er beroerd van. Zo, en nu aan de koffie man”. 

Wapse keek verbaasd. “Man Harms, rustig, jij hebt toch je best gedaan? Eerlijk voor God en vaderland? Wat maak je nou druk….

Kom, we gaan naar Japie.”

Niet veel later zaten de vrienden bij Japie aan de stamtafel. Eindelijk was ook het nodige volk in de gelagkamer van de Gulle Gaper. Het mocht weer. Schielijk keek Wapse naar Harms, verdikkie, die Harms had hem wel zitten. “Japie, heb je wat bruinebonensap voor ons?’. Japie kwam al met een overheerlijk dampende pot koffie aan gelopen. “Manne, daar doe je geweldig goed aan, om weer even aan te leggen. Deze is op zijn Fries gemaakt, en neem zoveel je lust,  eentje breng ik jullie in rekening, de rest tank je maar lekker leeg. Die is voor jullie.”

De beide vrienden lurkten aan de koffie. Hun ogen schoten over de schoteltjes. Jemig wat was die lekker. Had die slimme Japie daar nou echt een scheutje anijs in gedaan?

Niet veel later schuift ook Schele Japie aan de stamtafel. Een vrolijk en opgewekt gezicht.

“Mannen, we leven in een goed land. Alles kan weer bijna open. De mombakkesjes kunnen strakkies ook op de schroothoop. Weet je, er is hoop.” Japie glom. Wapse was verbouwereerd. Harms gromde maar wat. Hij wilde de pret niet drukken.

’t  Is wat het is, Japie..” begon Harms, ach heden begon hij ook al te stuntelen met zijn grammaticale verarming. “Goed gezegd, Japie,” vervolgde Harms: “er is hoop.

De virusellende in het hok en nu maar hopen dat onze Groningers snel en op een fatsoenlijke manier eens echt worden geholpen. ’t Zou eens in Wassenaar moeten zijn…ik kan wel…” 

“Rustig Harms, rustig aan” suste Wapse, “ik begrijp je frustratie, maar het volk kiest zijn eigen vertegenwoordigers, dus dan weet je genoeg, toch?”

“Nou, het kan me”…begon Harms weer. Japie en Wapse keken nu naar hun besnorde vriend. Dat zijn snor trilde van verontwaardiging was nog daar aan toe, maar stond hij  nu op zijn vingers te tellen?

“Wat doe je nu Harms?

Ik tel tot tien mijn beste, want ik zou bijna iets gezegd hebben waar ik eigenlijk geen spijt van heb, maar me wel zou hebben bevuild. De koffie smaakte heel best Japie, dank man en nu? Ik ga eens even lekker buiten in de wind  wandelen. Groet mannen en tot de volgende keer.”

Met een zwiep zette Harms zijn hoed op. De klap van de deur? Werd veroorzaakt door de wind. “Nou Japie, zei Wapse, je ziet en hoort het nu ook: ’t Is wat het is. Laat die Harms jou en mij mooi zitten, kan ik nog betalen ook…”

Nunspeet, 17 februari 2022

U bent een ….

“Nou, kijk toch eens aan. Wat een verrassing, meneer Harms! Welkom. Een bakje bruinebonensap van het huis zal u vermoedelijk goed doen”. Het warme welkom van Schele Japie deed Harms goed. Even veegde hij zijn betraande ogen af. De wind en de fiets hadden ook op Harms wel zijn uitwerking of zou het iets meer geweest zijn?

Niet veel later zaten Harms en Schele Japie aan de stamtafel van de Gulle Gaper. “Man, wat vind ik dat toch fijn dat je weer eens komt aanwaaien. Gaat het wel goed met je?” Even week het rechteroog wat meer naar links dan normaal. Het leek er warempel op dat Schele Japie door het onverwachtse bezoek van Harms ontdaan was. “Ach, kijk Japie, het leven. Het leven heeft ook in Coronatijd wel eens heel bijzonder momenten. Ik was, zo vervolgde Harms, eens aan de wandel in het Zandenbos. En, Japie, ik dacht en hoopte natuurlijk ook dat ik eindelijk eens even helemaal alleen kon zijn.” Japie knikte. Een beetje stilte en geen mens, ja dat begreep Japie wel. Dat kon jij ook wel waarderen. Liefst met een tentje een knapperend kampvuurtje een lekker borreltje… Ja, Japie zag het helemaal voor zich.

De beide mannen zwegen. De geurende verlokkingen van de bruinebonensap werden bijna gulzig door de neusvleugels opgenomen. Een lichte vorm van “high wordende hersenen” zou dat gevoel aardig kunnen beschrijven.

|”Japie, ik kwam in de verte wat vreemds tegen. Ik dacht nog, wat een vreemd zwijn. Zo overdag, het kan tegenwoordig op de Veluwe, maar deze is wel erg vreemd. Een lichtblauwe onderkant, maar ja de bovenkant, ik kon het eerst niet ontcijferen. Japie, ik dacht, dit baasje krijgt staar op zijn elementen. Maar ja, de dokter had gezegd dat ik mij daar voorlopig nog niet zoveel zorg over hoefde te maken. En zo stiefelde ik over een prachtig ruig zandweggetje. En ineens was hij daar. Een donker mens, althans, het leek wel een soort asielzoeker. Knetterzwarte haren, Japie, lang man en een mooie dikke muts ver over zijn oren. In zijn handen had hij van die moderne oorschelpen. Snap je niks van he, dat ze van die herrie dingen in de natuur meetroggelen. Mooie jas had hij aan, maar een zwaar licht verschoten spijkerbroek, dat was niks, Japie.”

Harms zweeg even en nipte voor de tweede keer langdurig aan zijn verrukkelijke kopje koffie. “Man, wat zet jij toch altijd lekker spul”. Harms ging er nog eens goed voor zitten. Even schoof hij zijn stoel wat dichter bij Japie.

“En weet je wat hij zei?” Japie keek nu bijna recht in de ogen van Harms. De spanning die Harms in zijn woorden deed klinken maakte het best wel spannend. “Nou, nee Harms, dat kan ik toch niet raden?”

“Ach Japie, deze heel aardige man zei: “meneer, mag ik het zeggen? Wat hebt u een prachtige hoed! Zo mooi, meneer en hij staat u zo goed. Meneer u ziet er uit als een….heer!”

Japie, ik was verbouwereerd. Het is dat ik mijn plaatjes in de mond had. Ik stond bijna met de b… vol tanden, dat zul je begrijpen. Nog nooit had iemand mij zomaar een compliment gemaakt…over mijn hoed, bedoel ik. Man, mijn dag kon al niet meer stuk. Hij heeft het wel drie keer herhaald. “U bent echt een heer met een fantastisch mooie hoed”. “Nou, Japie, zeg nu zelf zo’n compliment. Zoiets moet ik toch wel even vastleggen. Ik was eigenlijk wel een beetje ontroerd. En als ik er aan terugdenk, Japie, krijg ik van dankbaarheid bijna een traantje.

Zelfs Japie glom van genoegen.”Weet je Harms, soms kunnen kleine dingen groots uitpakken. En ja, die vreemdeling was in ieder geval geen blindganger, Harms. Neem maar een kleintje van mij, want hij had en heeft wel gelijk.”

De beide mannen namen een mooi glas Beerenburger (wel van Sonnema) Japie kende zijn klanten. Harms glom van genoegen. Japie glom van genoegen. “Wel Japie, kleine dingen zei je? Jij bent groots man, wat zeg ik: ook gij zijt een heer! Proost.”

Nunspeet, 28 Januari 2022

Wonderlijke uitspraken?

Heerlijk.  Die bijzondere uitspraken, gelardeerd met vreemde woorden of soms in simpel Nederlands. 

De “afvallende bal “wordt opgepikt door… Nou, die bal is echt niet bij de weight watchers langs geweest voor een goed dieet. Hoe ziet die bal er uit?

Even later brult een of andere malloot door de microfoon: De “hangende bal” is opgepikt door speler….

Hoe in vredesnaam die bal in de lucht blijft hangen is een vraag die in de lucht blijft hangen.

Als je trouwens ergens lucht van krijgt zit er over het algemeen wel een luchtje aan. 

Misschien is het wel een gemanipuleerde bal. Kijk, een broodje bal is, persoonlijk gesproken, toch wat lekkerder. Tenzij het een bitterbal is, maar de gemanipuleerde is vermoedelijk in de marineer terecht gekomen. Of zo’n bitterbal ook te eten is weet ik niet. Die kon je nog weleens rauw op je maag vallen. Terwijl ik mijn shirt omhoog trek kan ik die bal nergens vinden. Maar goed, men zegt dat liefde door de maag gaat.

Voetbal blijft oorlog. Ergens begreep ik dat Rinus Michels dat eens heeft verteld. Maar ja, als je een kanonskogel van een schot op je afgevuurd krijgt, kun je als keeper best wel aan de grond genageld staan. Er is geen nagel aan te pas gekomen, laat staan een hamer, maar na afloop van zo’ wedstrijd ben je misschien wel de man met de hamer tegengekomen.

Ooit schreeuwde ene van Gelder, niet die kunstenmaker in de ringen, maar eentje die alles echt bijna altijd beter weet, “hij zit, hij zit”. Met gierende uithalen, overslaande stem kompleet van het padje, zeg maar.

Nou, ik kijken natuurlijk. Nergens heb ik een stoeltje gezien waarop die bal heeft plaatsgenomen. Zij zien veel meer dan ik kan waarnemen. Overigens zat hij op een kommentaarpositie. Het pad was er ook niet.

Mooi is wel dat “ de bal in de touwen hangt”. Dat vind ik wel knap. Snelle waarneming, want meestal kiepert dat ronde gevalletje op de grond voordat de keeper er erg in heeft. Maar oké, deze kan, hij hangt in de touwen.

In dezelfde categorie, maar dan net even anders, “schiet hij uit zijn slof”. meestal, ook hier geldt dat wel, heeft de betrokken persoon geen sloffen aan. Hooguit een held op sloffen of op pantoffels. Pantoffelheld noem ik dat. Toch kan zoiets wel bijna dodelijk zijn. Woorden kunnen veel meer verwonden dan menig kogel. De effecten van een goed gericht verbaal schot kunnen lang naijlen.

Er zijn nog meer van die bijzondere uitspraken. Ik zal ze eens verzamelen.

Pagina 2 van 45

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén