Pieter Hoeksma

De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Seksuele lusten en een steen.

“Oh, Susanne(a), ik ben stapelgek op jou!”

Met zo’n titel lust je er meteen wel pap van. Maar pap dis ik niet op. Wel een verhaal over seksuele lust. Lastig om je daar een voorstelling van te maken bij een steen .

Toch zijn seksuele lusten wel stenen des aanstoots. Het verhaal wat ik nu opdis heb ik overigens niet zelf verzonnen. Het is eeuwen oud.

Seksuele lust.

Moet ik daarover uitweiden? Vult uw brein zich niet met vleselijke gedachten? Moet ik een handje helpen? Enfin, twee heren van stand, ouderlingen,  waren gestrand in hun diepste lustvervulling. Ze zongen in gedachten waarschijnlijk: “Oh, Susanne, ik ben stapelgek op jou” . Beiden hadden een oogje op een wonderschone en erotisch kennelijk zeer aantrekkelijke vrouw. Hun lijf en leden werden in brand gezet bij de gedachte om zich eens lekker op zo’n schitterend vrouwsfiguur uit te leven. Waar een man al niet tegen vechten moet.

Terwijl ik het verhaal las dacht ik hoe ik mij zoiets kon voorstellen. De aantrekkelijke vrouw werd immers in het dagelijks leven geacht gesluierd door het leven te gaan. Tenzij de heren inderdaad vanaf het begin al eens stiekem door een gaatje in de heg hadden gegluurd.”Oh, Susann(a), Susanne, ik ben stapel…”

Omdat sommigen al helemaal uit hun seksuele gevoelsdak gaan bij het zien van een paar blote voeten, een ander hijgerig zit te zweten bij de gedachte aan de omvang van de vrouwenboezem en weer een ander opgewonden raakt bij het ruiken van een vrouw, kan gluren een gevaarlijke hobby zijn. Voor je het weet wordt de mens door zinnelijke lusten in de luren gelegd.  Hoe dan ook, invulling geven aan de inhoud van uw tuin der lusten hoef ik hier niet te vervolgen. Mag u zelf doen.

De steen.

Een dierbare collega kwam aanstiefelen met een baksteen. Daarop een voorstelling. Of ik mij,  met mijn redelijke kennis van het Woord,  er een voorstelling van kon maken? De vraag stellend , de steen aanschouwend,  deed mijn geest in een flits de bijbelse verhalen voor de geest trekken. Nou, ik was echt wel sprakeloos. Daar kon Bileam of de ezel wellicht wel over meepraten, maar ik kon er geen verhaal van maken. Ik voelde mij wel een ezel met mijn kennis.

Een goed bevriende kennis. Die zou mij de oplossing wel bieden. Zijn bijbelkennis en kennis van archeologische pronkstukken en oudheidsstukken, dat zou misschien wel leiden tot minder geestelijk lijden.

De foto van de steen was nog mooier dan de steen zelf. En ja, ook hij beet zijn tanden stuk. Een haardsteen, zoiets, dat zou het wel wezen maar ondanks het raadplegen van bevriende theologische kopstukken, een bijbels verhaal konden ook zij  in deze baksteen niet  bakken. Mooie bak was dat. Ik overzag zijn geschrift. Voelde me geschift. Wat doe ik als ik een onderzoeker op de studiezaal binnenkrijg? Naast alle gebruikelijke introducties van het archief wordt toch regelmatig door mij  gezegd: “Hebt u ook al gegoogeld?” En ja, dat had dit heerschap zelf niet gedaan.

Deze lichtflits liet mij niet meer los. En na het intikken van het woord” haardsteen”  ontrolde en ontvouwde zich het verhaal van de steen. Een mooi artikel met ineens exact dezelfde afbeelding van Suzanne en de ouderlingen.

Bijbels?

Ja en nee. In de canonieke boeken kom je het niet tegen. Wel in de apocrief beschreven delen. En die zijn toch zeker de moeite van het lezen waard. En dus, erkend door de algemene katholieke kerk dus inclusief de PKN,   stel ik voor de nieuwe bijbelvertaling ter hand te nemen. Het leest spannender dan menig boeketreeks.  Zwoele verhalen –eerlijk is eerlijk, ik heb ze nooit gelezen- totdat ik de bijbel opensloeg. Met de apocriefe boeken. Oei, verborgen verhalen. Hebben onze leermeesters er nog weet van?

Wie zonder zonde is? Werpe de eerste steen. Het was mijn eerste gedachte bij het zien van de steen. En het klopte niet.  En toch klopte het weer een beetje wel.

Gluurders en verkrachters waren die ouderlingen en al de anderen,  ze zijn gewaarschuwd. En let op, er waren en ik hoop ook nu nog, mensen die heel wijs van optreden waren.  Ik ga niet gooien met stenen. En ik wil me niet stoten aan de steen. Maar deze steen lag te lang op mijn hart om niet even verder te kijken op googel. En zo hoop ik een steentje te hebben bijgedragen aan een vurig stukje (uit de kachel en vurig van lust en schoon van wijsheid)  uit de geschiedenis. Wie geïnteresseerd is leest het deuterocanonieke/apocriefe boek Daniël B.

Pensioen

Sommigen kijken er naar uit. Een ding staat vast: God gaat niet met pensioen.

Ruwe stormen

Als we tijdens de ruwe stormen in ons leven het anker van het geloof laten rusten in de hoop op de wind van Zijn liefde in onze levenszeilen, dan hoeven we ook zelf niet eens meer ons best te doen om overeind te blijven. Wel moeten we misschien zo af en toe de zeilen eens even bijzetten. Ondanks dat,  geeft dat toch een rustig gevoel.

Het kan natuurlijk wel knap stormen als  de  Geest in onze zeilen blaast.

Geloof hoop en liefde, maar Zijn liefde staat boven alles.

De smidse of de kerk.

 

Het was een jaartje of een twee geleden. Ja, commentaar was er ook. Het koor is een kroket.

Zo zout had men het kennelijk nog niet eerder gegeten. En lekker eten, zelfs een kroket,  is altijd leuk. Vandaag kom ik uit op de smidse. Beter gezegd een smederij. Hoe kom  je erop zou je zeggen. Ach we filosofeerden wat af. En ineens was het gezegd. Wat boel je dan? De kerk is een  smederij.

Kijk, de smederij was een plekje waar ik vroeger heel wat heb afgespeeld. En er speelde zich ook heel wat af. De ijzers die in het vuur werden gelegd. De ijzers die daarna onder de paarden werden geslagen. Ik ruik het nog.

De smidse. Een smerige plek en oppassen was noodzakelijk. Vuur, zware  ijzers, zware hamers,  een aambeeld. En vuur. Dat vuurtje moest blijven branden. De vonken spatten er vaak vanaf. Als het vuur dreigde te doven was het noodzakelijk om de blaasbalg te hanteren. Branden. Als de “hel” met dat vuur. En dan het ijzer erin. Want je moet het ijzer smeden als het heet is. Dan vloog de zware hamer op het door een tang vastgehouden stuk ijzer. De hamer dreunde, de vonken vlogen eraf. En dan werd door het gedreun van de hamer het ijzer gesmeed. Mooie vormen voor een sierhek, eenvoudige  of meer precieze voor bijvoorbeeld het hoefijzer.

De smidse was een mooie plek. Altijd reuring, altijd oppassen voor vuur en vallend ijzer, je kon je er super stoten aan allerlei rommel. En ziedaar een gloeiend stuk ijzer schoot uit de tang en voordat je het door had werd je bijna in de tang genomen door het gevaar.

Kom dan nu  eens in de keuken van de kerk. De smederij van de consistorie. Goede gesprekken, mooie gesprekken. Soms moeilijke gesprekken. Soms  vliegen de vonken  eraf. Vaak kon je je geweldig stoten aan die smederij. Wat een rampplek, en voordat je het in de gaten had zag je alleen maar de gevaren en het vernietigende vuur, de stoten van de zware…hamer. De smeden die er rondbanjeren, rouwe klanten?!  Welkom in de smidse van de Heer!

Op het aambeeld van het geloof of het aambeeld van het ongeloof moet er soms met een zware hamer worden gesmeed. Soms ja, vielen er spatten van vuur af. Soms was het gevaarlijk. En oh zeker, in die smidse kun je je zomaar stoten. Aan van alles en nog wat. Je kunt je geweldig stoten aan rechts. En aan links. Ook op het aambeeld van geloof, hoop en liefde kunnen er ongelukken gebeuren. Je kunt je stoten, je kunt je branden, maar een ding blijft: blijf, om gevormd te worden.  Blijf in de werkplaats, daar gebeurt het. Daar worden schitterende “ongevormde klompen mens” gevormd tot mooie, fijne, diepgelovige wezens.  Zoals de Smid ze bedoeld heeft. Maar dan vallen er ook best wel eens harde woorden. Dan is de pijn van het “op de vingers getikt worden ” het proces van vorming”  net zoals dat mooie stuk ijzer uit de smederij. Laat de vonken er maar van af spatten. Dat de Geest maar als “blaasbalg” het vuur brandend mag houden. Dan kan het er heel heet aan toegaan. Dan kunnen de vonken er van alle kanten vanaf spatten.

Maar dan komt een mens tot zijn en haar recht. Zware hamers voor het zware werk, fijn materiaal voor het precieze. Hoe dan ook, de smederij van het geloof heeft vele variaties. Maar ook veel heel mooie sierwerken.

Op het aambeeld van het leven-misschien wel met name in de smederij- kunnen zware klappen vallen. Maar het “eindproduct” kan zijn tot Zijn glorie. Heerlijk toch? Laat het koor een kroket zijn, de kerk is een smederij.

Even terug naar de smederij en zo mogelijk met kroketten! Ook in de smederij worden immers kroketten gegeten.

Maar een ding is zeker: het vuur moet blijven branden. Pas dan kan je gevormd worden.

Pagina 24 van 93

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén