Pieter Hoeksma

De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Naaktloperij

De penpunt zweeft

boven een naakt stuk papier.

Hier en daar zwerft een woord

doorboort de grauwe mistige morgen van

zijn grijze hersenen.

Dicht gaan zijn ogen.

Weg vloeit

de  inkt in de pen,  kruipt op

in de  neusgaten van herinnering.

Snotterend van verdriet

glijdt de pen over de rand van het papier.

Het is zoals de vrome man al eerder zei

als een leeuw die lacht en dicht

doe ik dit verhaal maar dicht.

 

Ik kijk naar de gezichten.

Leo Vroman  heeft het juist verwoord.

Het schrijven van gedichten is in feite

“Naaktlopen met je hersenen.”

Wat overblijft is een blote kont gevoel.

De anonieme brief

De anonieme brief.                                                                                                             15 december 2015.

“Ha, die brief”. Een eyeopener, die ik kan aanraden. Les krijgen om een duidelijke brief te schrijven. Of Anouchka ook reageerde met “ha, die brief” laat zich raden.

Nu, vandaag de dag, brullen en reageren politici en journailletypetjes wel weer “Ha die brief”. Ik stop even. Laat het bezinken. Een anonieme brief. Neen, dan reageer ik niet van “Ha die brief”. Schrijf die brief maar even aan een ander. Je zult hem krijgen. Wat moet je ermee? In mijn tijd heb ik ze ook gehad. Ook gezien. In bestuurlijke en ambtelijke tijden. Maar ik reageerde niet “ Ha, een brief”.

Je zit er mee. In je maag, wel te verstaan. Meestal is het onderwerp eentje waar je een ander mee beschadigd. Kennis van iets krijgen waar je niet op zit te wachten. Ter beschadiging- meestal toch- van een ander. Daar zit je niet op te wachten. Kennis, die leidt tot het kijken naar “die ander” maar dan anders. Opgescheept worden met kennis tot beschadiging van die ander.

Ik weet het niet. Een eyeopener? De boom van kennis van goed en kwaad staat maar mooi even voor mijn snuit te schudden alsof er een storm is van windkracht 9 of 10.  Zo zal Anouchka ook wel hebben gedacht. Wat moet je ermee? Een jurist stelt dat je voor ruim vier jaar de bak in kan gaan. Kennis. Gewelddadige genius moet je zijn om zo’n brief te krabbelen. Een krabbeltje die jouw ondergang kan worden, maar ook anderen. Jouw brief die lij/eidt tot het aftreden van een minister en een staatssecretaris.  Het zal maar eens naar buiten komen wie “anonymus” was. De schrijver.. met knagend geweten of met gevoel van “die zal ik nu echt eens pootje lichten?” Het zal je collega zijn die “uit de schoolt klapt”. Klok en luiden. Bel en bing- bang. Maar ik ben bang dat er toch ergens een belletje gaat rinkelen. Wie kon er van weten? Kunnen ze ook anonymus achterhalen?

En nu, zittend als ambtenaar ter secretarie, krijg je een brief in de vingers waar niemand zijn vingers aan wil branden. Brand , rook en vuur. Elementen die niet bijdragen tot een gevoel van “eureka” en “ha,  een brief”. Gauw wordt dan de brief “doorgestuurd” naar Anouchka. Nou daar zit ze mooi mee. Ze brandt nu haar vingers, maakt zich misschien wel –onbewust- schuldig aan een ambtsmisdrijf en? Madam wordt opgeofferd als een pion in het schaakspel van de “ Grote meneren”  op het gebied van veiligheid voor de staat en vooral voor de staat van de heren met ambitie.

Echt, laat Anouchka maar een cursus volgen van “Ha, die brief” en dan zal ze meteen dat ene rottige briefje wel in de papiervernietiger stampen. Zegt die machine hartgrondig: ha, een brief…

En de heren deden een plas. En de kamerleden brulden alsof het wat was, maar die lui van de VVD laten het zoals het was..

Het wordt er niet beter op.

Je bent journalist. En je hebt er weet van gehad. Wie het gedaan heeft. Je bent schrijver van dat klokkenluidersbriefje. Jij hebt dat aangericht. Jij bent voorzitter van een clubje die ze uiteindelijk opofferen op het schaakbord van “machtspolitiek”. Jij hebt de vernietiger gehanteerd. Jij bent Teeven en denkt dat je alles fantastisch voor volk en vaderland hebt gedaan. Maar als je normaal reageert  moet er ergens toch nog een beetje geweten zijn dat knaagt?! Je bent tweede kamerlid en schrijft mee om een minister en een staatssecretaris naar de groene bankjes door te schuiven. Klokkeluidersbriefje of niet.. Je bent minister-president en probeer maar weer weg te lachen, wat uiteindelijk een verkrachting van recht en gerechtigheid is. Het hele zootje  staat Op Stelten.  Allemaal, anoniem of niet, beschuldigd en beschadigd de kerst in door de anonieme brief en de gruwlelijke deal met de onderwereld. Besmet door schuld en omringd door duisternis.

Ik schrijf. En eigenlijk zou ik een brief moeten schrijven naar de Tweede Kamerleden. Ik ben ontstelt. Waar is jullie norm? Het volk dat in duisternis wandelt wordt geleid door een stel blindgangers. Dat is waar het volk”  voor heeft  gekozen. De één koos voor Rutten tegen Samsom en de ander voor Samsom tegen Rutten. Ze zitten er beiden en houden elkaar de hand boven het hoofd. Nog wel. Hoelang?  Gelukkig heb ik in dit geval mij daar niet schuldig aan gemaakt. Ik verklap een geheim. Ik koos voor iemand die onderzoek doet naar de misstanden in de commissie stiekem. Ook al mis…

Gelukkig dat we kerst kunnen vieren. Daar kunnen we beter een brief over schrijven. En dan kunnen we misschien allemaal opgelucht zeggen: Ha, een hemelse brief. Er is een licht ontstoken! Die brief is niet anoniem. Die brief hoeft niet door de papiervernietiger. Die brief laat een licht opgaan in een duister en Wildersachtig bestaan.

Dat is pas een eye-opener.

Harms en zijn vrienden


’t Zou wat. Eindelijk, eindelijk is het er van gekomen.
Harms keek nog eens schielijk in zijn rariteitenkabinet. Het maken van een selfie werd net zo snel weggepoetst uit zijn gedachten als de gedachte aan het maken van een selfie.
“Helemaal geen eer aan te behalen”, mompelde hij voor zich uit. ’t Gaat komen, man, ’t gaat komen.” Praten in jezelf. Net je moeder.
Harms schudde zijn grijze manen. Keek nog eens aandachtig in zijn spiegelbeeld en besloot om daadkrachtig de kuierlatten te nemen. ’t Zou echt gaan gebeuren.

Enkele uren later had Harms zich geïnstalleerd aan de rand van de pomp. Ze kunnen allemaal naar de pomp lopen, dacht ie. Ik ben al dat geklier over kosten en rijden en parkeren en zo zat. Zij had hem tabee gewenst. “Geniet er van jongen, ’t zal je goed doen.” De uurtjes rijden had hij er wel voor over. Even naar de plek van de roots. Al zo lang wilde hij daar eens bivakkeren. En zo had hij zijn kleine tent uitgestald in het heitelân.DSC_0338

Harms krabde zich eens in de snorhaarden. Zou hij nu toch eens naar die verrukkelijke taveerne gaan van de Gulle Gaper. Nou, dat werd werkelijkheid. Bij binnenkomst was niemand aanwezig. Maar meteen kwam de heer des huizes binnen. “Wat zullen we nou krijgen? Harms, jij hier man? Wat een super verrassing”. Enfin, Harms had het naar zijn zin. Maar Wapse? In geen velden noch wegen meer te bekennen. Een vreemde Duitstalige ziekte had Wapse van het leven beroofd.

Harms hoorde het verhaal eens aan en zuchtte. “Ja, beste Jan, zo gaat dat in het leven. Mijn buurman zaliger zei het al: “jongen, met een schreeuw wordt het  leven verwekt, met een schreeuw wordt van het leven afscheid genomen. De een van vreugd voor de daad van voortplanting, de andere schreeuw als gevolg van zaaien in de dodenakker”.  En daar tussendoor? Schreeuwen van vreugde en schreeuwen van verdriet.

Harms keek eens op naar zijn gastheer. Of ze elkaar al jaren kenden. “Hier man, neem nou de belevenissen maar mee. Lekker onder de luifel van je tent. En met eentje van Fedde, dan zal het gekruide verhaaltje wel genuttigd kunnen worden. Want je weet, van het concert des levens…”  “Ho Jan, dat is mijn gezegde geworden: van het concert van het leven krijg je geen programma, maar van de partituur sta je soms zo maar versteld. De dissonanten in die partituur zijn soms zo verrassend, verschrikkelijk om te ondergaan en verrassend in zijn zegeningen. Maar vaak niet echt leuk hoor.” Jan keek Harms eens aan. “Ach jongen, ik mag hopen dat je betere tijden mag ondergaan. Op weg, de weg inslaan naar het onbekende.”

Met een bittertje. Net zo gekruid als het leven. Wapse is ten einde. Wat Krijn en schele Japie er ook van vinden.DSC_0341

 

Het wonderlijke rustpunt

Voor mij is en was het een wonderlijk moment. Ik was er. En ik vroeg mij af, ben ik er wel? Ben ik er wel geweest? Nu moet ik echt proberen alle woorden uit het woordenboek te gebruiken. Grabbelen in de grijze massa van woorddelen en gedachten. Hoe breng ik mijn verstilde verbazing tot uiting?

Het is een vreemde stelling. Het is een vreemde ervaring, het was een vreemde ervaring. Verwonderlijk. Jazeker, eigenlijk ben ik er nog stil van. Waarvan?

De oorverdovende stilte.

Natuurlijk, altijd permanent doorsneden door mijn eigen gesuis, maar de ruimte om mij heen, de verwonderlijk stille stilte. Niets, niets hoorde ik. En als ik er over nadenk, dan word ik opnieuw..stil. Verstild niks. Helemaal niks. Het is dus nog steeds mogelijk in ons land. Natuurlijk in een heel natuurlijke omgeving. Omgeven door wind, die bladstil met liefde heeft meegewerkt aan mijn moment van volkomen niets. Even alle sores weg. Geen geluid van motoren, vliegtuigen, treinen, auto’s en die vreselijke motoren. Geen mensen, geen gekrijs van vogels. Even was ik volkomen alleen met mijn hond en de verstilde ruimte aan de kant van het wad. Het was een absoluut hoogtepunt van het wonderlijke concert van een dagdeel in Noord-Holland. Soms zijn pauzes in een muziekstuk echt een verademing. Je kunt op adem komen. Aan de rand van het wad. Als ik er over nadenk dan ga ik zo weer. Absolute stilte. Adembenemend. Wonderlijk rustpunt.

Pagina 28 van 94

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén