De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Categorie: Harms Pagina 3 van 62

vijftig jaar getrouwd

Vijftig jaar

“Krijg nou wat, zie ik het goed? Harms, man, wat leuk je hier aan te treffen”.

De woorden stierven als het ware weg in de wijde luchten van het Fries/Groningter landschap. Harms keek eens op. Warempel, denk je eindelijk eens even heel rustig van de leegte van de wereld te genieten, komt daar onze kleine nieuwsgierige Friese Woudboertje Wapse op de trappers langs de dijk naar de haven van Noordpolderzijl.

“Kerel, het is werkelijk niet te geloven. Jij zomaar op een doordeweekse dag. En nog gewoon op het fietsje ook”. Harms keek eens of hij het water van de Waddenzee zag branden. Zullen we nu ook nog weer een klimaatverbeteraar krijgen die erover begint dat hij werkelijk niet elektrisch aangedreven door de wereld snort? Hij moet er niet aan denken. “Nee man, dank je. Nog maar een paar weekjes geleden had ik een discussie of met elektrische fietsen wel fietsen genoemd kan worden”. Een vrouw uit Zwijdrecht maakte mij wel duidelijk dat zoiets echt niet kon. En zij is, eerlijk is eerlijk, een echte fietstrapper hoor. In haar eentje afgelopen weken naar Roche en Ardenne gefietst. Naar haar dochter. Astrid de Heer, ik neem er diep mijn pet en als ik die op heb mijn, hoed, voor af. Wapse keek zijn bejaarde bebaarde en licht behaarde vriend eens aan. Zijn pientere oogjes blikten naar zijn vriend Harms. “Maar man, wat een discussie. Dat noem ik gewoon “Niet fietsen”. Fietsen doe je zonder trapondersteuning, toch?” Nou dat kon Harms maar al te best beamen. “Maar ja, hoe noem je dat andere soort aangedreven vervoer dan?” De vraag was voor Wapse niet moeilijk te beantwoorden. “Een fiets met doping. Zo zou ik het noemen. Maar wat vaart jou hier naar toe?”

“Ach Wapse vijftig. Vijftig jaar. En ik moet er maar eens een paar dagen voor naar een mooi deel in de wereld. Vijftig, en op eigen benen staan. Vijftig jaar getrouwd. Vijftig, en overdenken wat er in die vijftig jaar allemaal is gepasseerd. Vijftig, Wapse, en er zijn er waar ik al heel lang geleden afscheid van moest nemen en ja Wapse, het zijn er in de naaste familiekring van ons beiden ook bijna 50. En als ik mijn vrienden en bekenden mee tel…ach vriend, dat stemt mij toch ook heel weemoedig. ‘k Zal niet dramatisch doen, maar vijftig is wel even een dingetje. Maar ook vijftig jaar zegen hoor. Maar weet je Wapse, als je er voor staat dan besef je eigenlijk de diepgang der dingen, vreugde en verdriet, niet zo goed. Je beseft eigenlijk niet waar je “ja” op zegt. Dan is je blik alleen maar gericht op de rozengeur van de toekomst. En na vijftig jaar zeg je: dankbaar voor die fantastische vrouw. Die wil ik er graag nog 50 jaar bijhouden. Al besef ik nu wel dat dat een utopie zal zijn. Maar als je na vijftig jaar kunt zeggen: 4 kinderen en ik zeg eigenlijk 5, en 6 kleinkinderen, ja Wapse, dan ben ik een rijk gezegend mens. Samen zijn we die toekomst ingegaan, jazeker Wapse, maar na 6 weken lag ik al in het ziekenhuis, maar goed soms door stormen en zo, is het toch een heel voorrecht om mijn lieverd (nog) te hebben. Als wij niet samen waren gekomen, ja dan hadden wij die lieve kinderen en kleinkinderen natuurlijk ook niet gehad.

En dus moest deze jongen er even een paar dagen tussenuit om alles eens rustig te overdenken”. “Kom, we nemen er eentje in het ’t Zielhoes, Wapse, op mijn kosten. Feestje, zal ik maar zeggen.”

Wapse keek eens met een schuin oog naar zijn oude vriend Harms. ” ’t Is ook wel een hele tijd man. En dan nu een feest?” Natuurlijk wilde Wapse dat wel even weten. Misschien zelfs wel mee feesten. Maar dat zag de ouwe Harms toch niet helemaal zo zitten. Iedereen gunde hij het. En ja, natuurlijk ook zijn vriend Wapse. Maar ja, als Wapse dan…nee dat kon hij allemaal niet verwerken. Voor zijn vrouw veel te druk en hij kon al het geroezemoes toch ook niet helemaal trekken. Zij liep al niet zo snel en dan zou dat wel een heel bezurende aangelegenheid worden. Ook al omdat hij meer dan de helft niet verstond. Maar een feestje voor zijn nog levende broers en zus met aanhang , schoonfamilie, kinderen en kleinkinderen, ja dat moest er wel van komen. En ’s avonds nog een paar directe buren en speciale vrienden.

Ach heden, wat liep die lieve vrouw toch te tobben over de weersverwachting, Harms peinsde, had zij nou nog niet geleerd dat jij noch iemand anders daar ooit wat aan kon veranderen? Toen ze gingen trouwen was het smoorheet. En nu? Een zware verwachting van regen en onweer met hagel. ” ‘ t Zou wat, ’t komt zoals het komt Wapse, dat heb ik wel geleerd in die 50 jaar.

Enfin, de Beerenburger staat koud, de wijn koel en de rest is uitbesteed Wapse. We doen het gewoon thuis. Geen fratsen, noch toeters en al helemaal geen bellen. Dus alleen met de eigen aanhang. Scheelt ook een aanhanger aan allerlei gesjouw, gesjor en gerommel. In een overdekte zaal? “

Dat zag Harms al helemaal niet zitten.

“Ga je nog speechen, Harms?”

Harms knikte.” Zeker man. Zeker, vijftig kantjes. Voor ieder jaar een bladzijde. Lijkt mij geweldig.” ” “Je meent het, vijftig kantjes tekst? Man waar haal je dat vandaan?” Wapse wist niet wat hij hoorde. En de gasten vermoedelijk ook niet, om een rolberoerte van te krijgen. Harms zag het al voor zich.

Hij grijnsde. ” Kijk mijn beste, dat ga ik ze vertellen. Zeggen dat mijn speech, en of ze er maar even voor willen gaan zitten, vijftig kantjes gaat tellen. Ben benieuwd hoeveel er dan nog blijven zitten. Scheelt zeker een flinke slok op vele borrels, zal ik maar zeggen. En na bladzijde 1 zeg ik: voor de rest beste mensen, voor de rest van mijn betoog moet ik u verwijzen naar de geschiedenis die wij samen grotendeels hebben meegemaakt. Ik heb er geen actieve herinneringen meer aan en ik ga jullie er ook niet mee vermoeien. Neem een borrel, glas wijn, of wat dan ook en wij proosten op dit jubileum met elkaar. Het ga jullie goed”.

“Harms, jij bent wel een snurker hoor, zouden ze erin trappen? “

“Ik denk het wel Wapse, want ze weten dat ik heel lang van stof kan zijn. Maar wat ze niet door hebben, heb ik heel mijn leven al begrepen, dat ik ook heel kort (af) kan zijn. ” “Ah, je bent dus toch een gewone Fries bedoel je, met Veluws zand in de (r)aderen”. De beide mannen stapten intussen naar de trappen van ’t Zielhoes. “Verhip, Wapse, net als in het huwelijk. Soms lukken de dingen niet zoals je denkt, is de tent gesloten! Nou die borrel houd je te goed.”

Meewarig keek Wapse om zich heen. Harms bleef echter niet bij de pakken neerzitten. Hij opende de fietstas en tot grote verbazing van Wapse werd er een echte Beerenburger ontkurkt. De beide mannen hadden vervolgens heel wat af te keuvelen. Net zoals later op het feestje in huize Harms met familie buren en wat speciale vrienden.

En het was nog lang heel gezellig.

Nunspeet, 22/26 augustus 2023

Meester, mag ik vanmiddag vrie hemmen?

“Meester, mag ik vanmiddag vrie hemmen?

Daar stond ze, een klein meiske in Doornspijkse klederdracht.

“Meester, mag ik vanmiddag vrie hemmen?”

De meester keek eens naar het kleine meiske. “En waarom wil jij dan vrij?”

Die ochtend was gewoon gegaan met de normale gang van zaken. Al snel nadat de bel geluid had stonden de kinderen twee aan twee in de rij. Zodra de kinderen stil in hun bankjes hadden plaatsgenomen werden de handjes gevouwen. Oogjes dicht?

Nou dat was bij menigeen niet het geval, maar meester zag het niet. Of soms toch. Luidkeels werd het liedje van de week, zoals bijna altijd met een psalmversje, die ochtend begonnen. Daarna kwam het bijbelverhaal en vervolgens werd het lespakket ontvouwd. Klassikaal werd onderwezen in rekenen, schrijven en taal. Zo ook deze morgen. Deze ochtend was de “ei en de ij” het onderwerp van de lesstof. Meester was ook bij de pinken en kende zijn pappenheimers “let op jongens en meisjes, waar jullie altijd ” ie” zeggen, moet je eigenlijk “ij” zeggen. Dus zoals jullie zeggen “altied” is het altijd, met een ij. Een gewone lange ij dus. En “wij wonen in Doornspiek moet dan zijn “wie wonen in Doornspijk” of bijvoorbeeld dat “hef ie u doan meester” wordt dan: “dat heeft hij gedaan meester”.

Ook het kleine meisje had goed opgelet zo bleek later. Na de pauze en ook na de middagmaaltijd die op school werd gebruikt, kwam de jonge leerlinge naar de meester toe. “Meis…, uh, meester, mag ik vrie hemmen?”

Vol verwachting sperden haar oogjes zich naar de meester in zijn bijna zwarte pak. Meester moest wel een beetje in zichzelf lachen, maar nam ook deze jonge leerlinge volkomen serieus. “Vrie, ah, je bedoelt vrij?” “Ja meis.., uh, meester, dat bedoel ik”. De meester keek zijn leerlingen nog eens aan. “Maar waarom, zo vervolgde hij, waarom wil jij dan vrij?”

“Nou meester, mijn moen.., uh, mijn moeder moet vanmiddag naar het zijkenhuus”.

Meester zou zich bijna verslikken in zijn lach, maar hield zijn gezicht toch in de plooi. “Oh, jij bedoelt zeker ziekenhuis?” “Ja, nee, meester, u zei vanmorgen toch dat als wij iets uitspreken met “ie” het “ij” moest zijn?”

Deze leerling kreeg die middag vrij af.

Stikstof

Stof tot nadenken.

“Goede morgen”. Het woord bestierf in de weidsheid van de velden langs het Achterwegje. Op het bankje zat Harms. En zijn groet werd amper beantwoord. Als volstrekte vreemdelingen keken de aanwezigen elkaar aan. Werden ze nu begroet? Wat een vreemde mensen lopen er toch, nou ja, zitten er toch hier op de Veluwe. Mensen die iemand groeten. ’t Zou toch wat. Dat?
Nee, zoiets deden ze natuurlijk niet in “Het Hollandse”. Harms zag het wel. Hij kende zijn pappenheimers. Had lang genoeg, zeg maar gewoon te lang, in het meest drukke deel van het kleine Nederland gewoond om oog te hebben voor de “onhebbelijkheden” van de westerling.

Nee, Harms trok zich er niets van aan. Hij herhaalde “goedemorgen”: Met een kort bijna hautain, knikje werd hij verder bijna als de pest gemeden. Maar dat knikje, ja dat kon er nog net af. Zitten blijven, dacht hij. Kan ik eens kijken wat voor vlees ik in de kuip heb.

Al spoedig was het gezelschapje in een hoogdravend toontje in gesprek. Ha, dacht Harms, nog een beetje bekakt lijkt het wel. Enfin, dat past hier wel. Ze bleken het te hebben over het transitiebeleid, nee dat lag niet in de lijn van zijn levensmotto. Gek van die klimaatdrammerij werd Harms. Maar dat zou hij de beide heren en dame niet duidelijk maken. Nooit je vingers branden aan hoogdravende politiek.
Het gesprek nam daarna een wendig, die Harms de oortjes verder deed spitsen. Wat zeiden die nu? Zouden dat soms die leden van die beroemde jaren zestig fractie zijn? De politieke voelhorens van Harms waren uitstekend. Dat bleek wel uit het vervolg. Ach Jetje gaf ze van Jetje, en Kaagje kreeg die Wopke bij het kraagje gevat. Harms moest er wel een beetje om glimlachen. Wat een dedain. Wat een betwetertjes weer. Die elektrische auto? Oh ja, ook dat speeltje kwam natuurlijk weer in het gesprek naar voren. Net of de overlast van de accu’s, zo dacht Harms, net of die smerige accu’s niet een giga probleem zouden gaan geven in de nabije toekomst. Maar Harms zei niks. Ineens kregen de dame en de twee heren een driftige discussie.

“Ach kijk, je ziet niks man, weet en kijk dat is nu het stikstofellende die hier op het platteland zijn verwoestende werk doet. Van de natuur is niks meer te zien!” Harms was stomverbaasd.

Wat zullen we nou aan de fiets hangen, zo dacht hij?
Bij hoog en laag stonden nu de edele afgevaardigden van het partijtje Jetje en Kaag te gesticuleren. “Kijk nou toch, kerel, je ziet immers niks. Ons land gaat naar zijn grootje”. Het werd Harms nu toch wel te machtig. “Mag ik u wat vragen?”
Stomverbaasd dat zo’n pettemans zelfs dit edele gezelschap een vraag durfde te stellen viel amper in goede aarde. Harms zag het. Maar hij kende die politici. Altijd op hun hoede, nooit bereid direct een antwoord verzinnend, maar altijd met diverse vragen de kern van een vraag ontwijkend, keken zij elkaar aan. “Wat blieft u? Wilt u ons wat vragen?”
De woorden stieten bijna als een dolksteek de lucht in. Zoiets ongerijmds hier, op een bankje aan het Achterwegje?

Tja, bedacht Harms, politici ’t zijn net mensen. Maar enfin, de meeste mensen (zeggen ze, er is een dik boek aan gewijd) de meeste mensen deugden.
“Uh, ja, ik wilde u wat vragen”, stamelde Harms. “Als u het niet erg vindt.”

“Nou, stel u vraag.” Harms peinsde. Hoe zou hij dit varkentje, uh deze varkentjes nu wassen? “Uh, u stelde zojuist “kijk, je ziet immers niks.”? Nu keken de gesprekspartners elkaar verbaasd aan. “Ja, meneer, u ziet toch niks van de natuur? Allemaal stikstof”.
Harms zag ze denken: wat een stom boertje…

Harms was nu zeker van zijn zaak. “weet u, u doet heel belangrijk werk. Weet u, beste mensen, weet u, in de jaren 70 was er een boertje. Misschien hebt u daar wel eens van gehoord. Hij zei altijd “Ik heb het altied al e zegd”. Dat was een “slim” boertje. Nu, beste mensen hebt u een “slim boerinnetje”.

“Oh, meneer, oh (druipend van geaffecteerde arrogantie, Harms merkte dat wel) oh, u bent zeker ook zo’n aanhanger van Plassemedam?”

Goedwillend en met lichte glimlach om zijn besnorde snuit keek Harms het gezelschap eens goed aan. “Ach mevrouw, heren, laat u ik iets verklappen over mijn politieke voorkeur. Of het nu 2023 of 2035 wordt? Dat laat ik maar even. En nee, ik ben geen aanbidder of volger van mevr. Plassemadam.” “Nee, zo vervolgde Harms, en keek nu zeer serieus, “nee, maar ik mag u aanraden u wel te verdiepen in uw opstelling en uitgangspunten. Als u het nu hebt over “niks meer te zien van de natuur, en u vervolgt dit door op te merken dat “dit dus de stikstof is,” dan geef ik u graag enig stof tot nadenken. Weet u dit is “mist”. U zult daar overigens als politici wel bekend mee zijn.”

Even kon Harms het niet laten die prik uit te delen.

“Het fenomeen wat u nu ziet en daarom de natuur niet ziet, is nl. “Mist”.

Harms tikte tegen zijn pet. De verbouwereerde en geëerde politici verward achterlatend verdween hij vervolgens in de dikke mist.

“Boeren kl….”

Wie dat zei? Daar heb ik geen herinnering meer aan.

Nunspeet, 28/02/2023

Ongelofelijk

“Ha Harms. Wat kijk jij , ik zou zeggen, bijna hemels?”
Harms krabde eens achter zijn oor. Keek met een schuin oog naar Wapse en vroeg: “Neem je mij in de maling Wapse?” “ Oh nee, ik zou niet durven. Maar je gezicht staat vaak op stuurs, of onweer, of je trekt vele vele rimpels in je snuit, maar vandaag, ik weet het niet Harms, vandaag heb je een gloedvol snuitwerk.”

Harms moest wel een beetje lachen. Maar deed dat natuurlijk besmuikt. Die Wapse.
“Kom man, laten we er eens bij gaan zitten. Ik heb nog een thermoskan koffie, lust jij ook?”
Nou, als Wapse iets kon krijgen, dan was Wapse van de partij. Gratis kost nu een keer gewoon lekker niks.

Samen dronken de mannen een lekker bakje bruinebebonensap. “Zelf gezet Harms?”
“Ja man, natuurlijk een kampeerder als ik kan nog wel een bak koffie brouwen. Maar ik weet het, bij Schele Japie is het echt andere koek. Weet je we gaan straks nog wel even naar De Gulle Gaper en zullen ons een best stuk Fries Suikerbrood op de bak bruinebonensap van Japie nemen. Maar om op je vraag terug te komen. Inderdaad ik voel me geweldig.”

Wapse keek met grote ogen naar zijn oude vriend. “Jonge Harms, jij op je ouwe dag zo smeuïg van begrip? Ik ben verbaasd.” Ja dat zag Harms wel. Maar om de nieuwsgierigheid van zijn vriend te prikkelen vervolgde hij: “ach mijn jongen, je weet niet wat ik nu heb aangehaald. Zoals je weet is die vrouw van mij helemaal holderdebolder van “podcast” . Vroeger was het: zie voor verdere informatie www… en dan volgde natuurlijk de website van de een of de ander. Bij het journaal konden ze er geen genoeg van krijgen. Nu zeggen ze: voor verdere informatie verwijzen u naar de website van omroep X of luister naar onze podcast van..
Man ik werd er helemaal een beetje mesjogge van. En die lieve vrouw van mij die trapt er steeds weer in. Dan zegt ze: ach wat ik vanmorgen, gisteren, vannacht toch weer gehoord heb op de podcast van “dit is de dag, Dit is de toekomst, de podcast van Jantje of Pietje,” oh nee die laatste niet, die loopt er zelf over te denken of ie er eentje gaat maken. Enfin, wat mij nu is overkomen?
Zoals je weet gaat bij ons in het dorp, parel der Veluwe, mag ik wel zeggen, een projectkoor over de Marcuspassie van start. Laat ik mij daar nu maar eens voor hebben aangemeld. Man wat mooi. Mooie muziek, toch weer even geestelijk en muzikaal bezig.” “Ja Harms, dat snap ik, jij bent altijd al muzikaal bezig geweest. En je kon ook nog wel een schoffie zingen begreep ik. Hoorde het van de week door paar vrouwen nog zeggen in de kerk. “Man u kunt wel mooi zingen!”
Kijk Harms, dan snap ik dat jij dat wel leuk vind om te doen.”

Wapse keek nu schuin naar zijn vriend Harms. En warempel, hij begon zowaar een beetje te gloeien van trots. Zo, die veer kwam binnen. Wapse vond het vermakelijk. “Maar, zo vervolgde hij, Harms waarom ben je nu dan…” “ Oh Wapse, man, ik zal het maar eerlijk zeggen. En blijf zitten: ik ben vannacht op een podcast gestuit. Kerel, ik dacht wat, moet, zal.. enfin Wapse, geloof het of niet maar voor het eerst van mijn leven heb ik een podcast beluisterd. Niet verder vertellen en mijn vrouw mag het zeker niet weten, want dan neemt ze mij zwaar in de maling.”

Verbaasd keek Wapse zijn vriend aan. “Jij een podcast? man laat me niet lachen.” “Ik” ach arme Wapse, hij kwam bijna niet meer bij van het lachen. “Harms? Jij aan de podcast? Ongelofelijk. Echt Harms, elke keer weer laat jij mij verbaasd worden. Ongelofelijk, jij aan een podcast. Man je doet me de stuipen van het lijf lachen. Hi hi, jij Harms, man wat voor één dan?”

Even keek Harms beteuterd om zich heen. Hij voelde zich toch wel een beetje in het ootje genomen door de reactie van zijn vriend. Maar terwijl het zonnetje over de beide snuiten van de heren een glimlach van boven kon toveren en de beide koffiekopjes in de tas werden gedaan mompelde Harms “Ja man, ik wilde de Marcuspassie eens beluisteren op You tube. Veel ken ik er wel van blijkt nu achteraf, maar goed, je voorbereiden op zo’n zangavontuur kan natuurlijk geen kwaad. Toen kwam ik op de podcast “De bijbel in een heel jaar” en laat die nu net gaan over het Marcus evangelie. Dus ik heb de hele, hele nacht liggen luisteren. Kom, we gaan nu naar Schele Japie. We nemen er eentje op en weetje Wapse, dan ga ik als de wie de weerga mijn nest in. Want geslapen heb ik maar amper…”

Nunspeet, 14 februari 2023

Pagina 3 van 62

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén