“Hallo Harms!” Wapse stiet de woorden uit. “Hallo, Hhhharms”. ‘ Tjonge jonge, wat ben je opgewonden, man! ’t Lijkt wel of de wereld vergaat.”
Harms kijkt verwonderd naar Wapse. Wat is die van de kaart. Enfin, het zal wel loslopen, zo met die Wapse. Die is eigenlijk altijd meteen van iets onderste boven, dus er zal wel wat aan de hand zijn, maar voor zover Harms kon bevroeden, niet iets om je al te bezorgd om te maken.
‘Ga eens zitten, man, wat ben je toch druk. Neem een glas druivensap of van mijn part gewoon koffie, en vertel eens wat er aan de hand is.”
Wapse schoof achter het kleine stamtafeltje in het cafétje van de Gulle Gaper.
De dampende koffie van schele Japie was niet te versmaden. Hoe hij het voor elkaar bokste wist niemand, maar die koffie was gewoon in een woord geweldig. Alleen al door de gedachte aan de koffie van Japie raakten de de smaakpupillen overwerkt. Soms moest je dan al wel drie keer het overdaad aan speeksel weg slikken.
‘Wacht eens effekes, ik haal er wel iets lekkers bij”, zei Japie. Daarna kwam ook schele Japie aan de tafel zitten.
De achterliggende week heb ik het allemaal voorbij zien komen. Marx Rutte, werd hij genoemd. Maar een kwalificatie “ Joop” Samsom vond ik (nog) niet. Ik vond het wel mooi. De beide heren voor een brug. Maar het was een brug te ver. Links liberaal en roze rood sociaal? Wat voor mengelmoes het gaat worden weet ik niet. Liberalen lopen thans blauw aan van woede en frustratie. De “Rode rakkers” zijn nog koest, maar die denken wellicht even iets langer na. En ook dan komen ze vermoedelijk tot de ontdekking dat er een paar blauwe draadalgjes in de keel zijn blijven steken.
De glans van de eerste presentatie voor de brug die beiden slaan, vergaat snel.
Misschien moeten ze eens kijken naar deze brug die al geslagen is?! (klik op foto om te vergroten)
We krijgen zo in deze tijd van het leven nogal eens wat voorgeschoteld. Mensen die elkaar ontmoetten op vakantie bijvoorbeeld. Nu heb ik net mijn vakantie achter de rug. Nou ja, vakantie. De dagen regen zich aaneen. Nu doen ze dat dagelijks, dat weet ik wel, maar de regelmaat zat hierin dat er maar geen begin van een vakantie zat aan te komen. Hoe dat zo heeft kunnen gebeuren laat ik maar achterwege. De regen speelde ons ook de laatste tijd behoorlijk parten. Dan waren er ook nog eens allerlei activiteiten die de nodige aandacht vergden. Zondag de 14e hadden we nog een echte samenzang in de Woerdense Maranathakerk. We hadden onze wedstrijd in de dienst besloten met het Masithi. Maar ja, we zijn op leeftijd. Wellicht swingde het de kerk door, maar de stijve ledematen waren minder gewillig dan de muziek. Hoe dan ook, ook tijdens mijn toen al tijdelijke onderbreking van het historisch gesnuffel waren de dagen nat en killig. Uiteindelijk besloten we toch de stap te wagen en op woensdag vertrokken we naar Halle.
En zeker, nu ga ik putten uit de memories. Slechts weinigen waren uitverkoren om met ons deelgenoot te zijn van onze vakantie. De moeizame inpakwerkzaamheden werden voornamelijk belast door de werkzaamheden thuis. Maar we waren er toch maar op uit gegaan.
Halle. Natuurkampeerterrein van de fam. Waenink. En werkelijk, het Achterhoekse landschap maakte op ons een overweldigende indruk. Geweldige ruime plek. Rust. Die wij in de hectiek van het Harmelense al helemaal niet meer (onder)kennen. Zelfs ik ga langzamer praten, al zullen er zijn die zeggen dat zulks ligt aan mijn leeftijd. We besloten maar te gaan staan bij een camper. Helemaal alleen op een mooi groot veld. Prachtige gebouwen. Fantastische bouwstijl.Het fantastische mooie houthok. Nooit heb ik veel op met bouwstijlen, maar die eenvoudige en praktische en echt op het landschap afgestemde bouwwerkjes, ze waren op de camping. De trots van vader en zoon. Kan niet missen.
Nadat we ons heerlijk in alle rust en eenvoud hadden gesetteld werden we enthousiast ontvangen door een paar mensen uit Goirle. De vrolijke Brabanderigheid, overgoten met de rust van de eenvoud, bleek een onverwacht Fries accent voor te toveren. De zandgronden, de haan op de achtergrond, de omlijsting door de eekhoorns en paddestoelen, de bouwstijlen, ik zou, als ik een emotioneel en gevoelig type zou zijn, compleet in vervoering raken. Dat ben ik niet.
Het kampvuur. In geweldige grote oude aardappelpotten. Wat een genot. Een heerlijke whisky. Volmaakt. Het natuurkampeerterrein Hessenoord is een echte aanrader. En zelfs bij het lengen van de dagen (wat een onzinnige uitdrukking eigenlijk, want een dag heeft gewoon maar 24 uur) zeker goed uit te houden bij een fantastisch kampvuur. Dagelijks een bezoekje van vader Waenink. Wat kon de man er van genieten om even met de gasten een gesprekje aan te gaan. En wij vonden het echt fijn. Kom daar maar eens om bij SBB! Zelfs heb ik wat dode momenten en zo u wilt want monumenten gefotografeerd. Stillevens voor een verstilde geest.
Ik mijmer wat af. We hadden een heel fijn contact. Ido en Angeliek met de kinderen. Wat jammer dat het al weer voorbij is.
Ooit zal ik naar de KRO overstappen. De stap wagen. Waar zijn Ido en Angeliek? Ford. Ik krijg nog steeds een adres van ze….Wat een leven. Als pelgrims door het leven. Van de ene ontmoeting naar de ander. Maar mooi, dat onze wegen elkaar hebben gekruist . Bij het vallen van de bladeren en het ontplooien van de stoere paddestoelkoppen boven de grond, het woelen van een mol, de schreeuw van een Vlaamsegaai, de geur van vers gebrand kampvuur met marshmallow, ze staan gebeiteld in mijn hersenpan (dit is de vuurpot)
als de worst in de boerenkool. Verrukkelijk. Dat zijn nog eens momenten ter memorering. Thans murmureer ik. Het is voorbij.
Ik zit niet langs de Amstel.,maar aan de oevers van de Leidse Rijn. Digitale wondertjes onder handbereik. Overpeins de overwegingen van ds. van Amstel en van twitterende kwebbelaars. Boze geesten in de lucht? Ineens werd ik uit de overpeinzingen losgetwitterd. Er zijn ook twitterdominees!. Ik ken wel kwetterende dominees. Ook dominees die net spraakwatervallen waren. Verdiept in twitterdominees had ik niet. Sommigen gaan aan de haal met de modernste wapenrusting om Gods Woord te verkondigen. Of toch niet? Laat ik het vooral maar bij mijn krantje houden. Het is wat Nederlands. En het is “dagbladerig”. Valt mij oog ineens op: “geloof nooit een dominee”. Kijk, daar kan geen twitter tegen op. Die blijf ik onthouden. En ik onthoud me van getwitter.
Ik lees de krant. En soms volg ik bekende en minder bekende dominee-twitteraars. Raar, maar waar.
(Grappig eigenlijk, volgens mij 139 woorden zonder deze toevoeging)