Soms zijn er wonderlijke dagen. Dagen die nooit hetzelfde zijn. Vandaag is een dag die ik niet zomaar vergeet. Vergeet het maar. Wat heb ik nu weer aan de fiets hangen?
Op weg naar een garage om even naar een auto te kijken deed mij besluiten maar door te fietsen. De zaak was gesloten. En het was allerfantastisch mooi weer. Nou, dus ik karren over ’s Heeren wegen. De Bovenweg, de Rode Landsweg de Zuiderzeestraatweg en dan toch maar door langs Seldenrijk. Dat past bij me. Zelden rijk of toch niet? Tussendoor naar de Lageweg en dan maar eens kijken of ik via….Maar zover kwam ik niet. Er stond een echte Doornspieker op de weg. En de weg naar Buitenhuis werd me aangewezen. Maar door nieuwsgierigheid gedreven kreeg het gesprek wel even een andere wending. De Doornspieker is nu eenmaal een “bietie nieuwsgierig.” Zonder het met zoveel woorden te zeggen werd er eigenlijk gevraagd “van wie ben ie er ene?”. Maar die hoed en die kop en dat “hoar om de bek “en dat platte proaten, da’s veur mien nu niet drekt een naore aongelegenheid. En dus kwam de buurman d’er bie, en nog ene en ene van de melkboer en zo stonden we te proaten of het glad geen geld zou kosten. ’ t Mocht wat. Ene was er die mien drek van veerre had herkend. Dat was Dirk. En om een lang verhoal kort te maok’n, ik zou en mos mee noar het Hart van Thornspic. Konden al die Doornspiekers eens effe lekker bie proaten, toch? En het was bere gezellig. Ik was gewoon effen thuus. Ene had mijn schoenen nog gepoetst, toen ik klein was. Die had zogezegd bij ons “gediend”. Vrouw Holstege uit het Siede. En mijn allereerste lieve juffrouw van de lagere school, die mij het A B C had geleerd en leren schrijven was er ook. En de dochter van van de Bosch, de penningmeester van het schoolbestuur. Och mien jong, mien hart ging glad open. Wat een wereld van herkenning. Ene die bie mien vôa an schoele was e wès. De meester was goed streng. En eentje had nog een brief van de meester. Toen ie in het ziekenhuis had gelegen. Zwarte Willem met de vrouw, die was er ook. En hoe het met al die broers en zussen was. Ze wisten dat er eentje zat in Nieuw-Zeeland, Jan, maar Kees en Hans? Hoe is het nu met Baukje? Dat er eentje was getrouwd met een Stronkhorst en Hans de fotograaf. Nou, voordat mijn broers en zussies naast hun schoenen gaan lopen, meer ga ik niet verklappen. Maar een best glas wijn was mijn deel. En wat in het vat zit verzuurd niet. Een wonderlijke dag. Van knotsveel herinneringen. En nieuwtjes. Nooit geweten dat pa in de oorlog op de Hoge Enk nog les had gegeven. Dat de Gerf. Kerk in de oorlog vol zat met vluchtelingen. En onze school ook.
Zo’n dag. Vergeten? Doornspiek vergeten? Mens ik verlang er naar om…terug te goan.