Pieter Hoeksma

De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

woorden

Wonderlijk samenraapsel van het diepste innerlijk. Ze kunnen je zieleroerselen bloot leggen.

Spiegel van gedachten, reuk vanuit de diepste diepten.

Leer er mee te leven

Week?

Alweer een hele week ligt er een week achter ons, inmiddels meerdere. Kijk maar eens terug. De week van het leven met tinitus. We hebben het opnieuw kunnen lezen. Leer er maar mee te leven.

Wie het bedacht heeft, dat weet ik niet. Wie het bedacht heeft weet niet wat die opmerking eigenlijk inhoud.

Wonderlijk en fantastisch als zo’n week kan worden afgesloten. Want denk er maar goed aan, wie met tinitus naar bed gaat, wie met tinitus opstaat, wie met tinitus de hele dag door “leeft”, weet wat voor wonderlijke bullshit zo’n opmerking is. En wie die opmerking plaats, ik vermoed dat die te weinig empathisch vermogen bezit om te beseffen wat die zegt. Ik wou dat zo’n week kon worden afgesloten!

Zo. Die hartekreet moest even worden geventileerd. Ik heb al eens vaker zo’n “lullige” vergeef me de uitdrukking – van heren in de witte jas- gehoord. Nooit opgeven, is het devies.

Moordenaar?

Maar bij tinitus moet ik eerlijk zeggen: als het een vrouw was zou ik haar vermoorden en als het een man is zou ik hem vermoorden. Tenminste: als ik het zou kunnen.

Hij of zij is 24 uur per dag zeven dagen per week en tweeënvijftig weken per jaar permanent aanwezig. Zij of hij houdt nooit zijn kop. Er schuilt een moordenaar in mij. Ik geef het ronduit toe.

In de week van “tinitus” (hoe bedenk je het, want welke week is dat niet, maar dat terzijde) sprak een medelijder in de krant, theoloog, zich uit over de mogelijkheid van de doorn in het vlees bij Paulus. Ik ben geen theoloog. Ik ben ook Paulus niet, maar ik kan me niet voorstellen dat je maar tot driemaal toe gebeden hebt dat die “doorn” uit het vlees zou vertrekken met de noorderzon. Mijn conclusie is dat Paulus vast geen last van tinitus heeft gehad. Dat doe ik dan niet theologisch onderlegd, maar wel onderlegd met tinitus.

Duvel op!

Aandacht, spreken over, schrijven over tinitus is tinitus een plaats geven die je eigenlijk niet geven moet. Hoe meer aandacht je er aan schenkt, hoe meer je je bewust bent van het duivelse duiveltje in je hoofd. Ik ga er bijvoorbeeld liever op fietsen, maar dat is wat anders. Toch is het goed om af en toe, en dus zo’n week van “gedenken” om extra aandacht te schenken aan deze vorm van duivelse kwelling.

Leer er mee te leven. Dat is een geestelijke oorwurm die je er eigenlijk al helemaal niet bij kunt hebben. Ga naar de psych, kun je leren ermee om te gaan. Klinkt in ieder geval iets gezonder in de oren. Maar gek blijft het, ze blijven piepen…

Je leest het. Je ziet het wat voor ellende dit de mensheid aan doet. Aandoenlijk is het muzikale, nou ja beter is dat woord tussen aanhalingstekens te zetten, maar goed, het muzikale geweld wat ondanks alle regelgeving gewoon doorgaat. Lekker boenken, knetterhard, scheurend door mensenhoofden en trommelvliezen. Ach, leer er maar mee te leven. Schiet toch op.

Wacht maar tot dat mannetje met de zeis komt. Jazeker, die maakt minder herrie dan de bladblazers, grasmaaiers, wegvegers, en boomchirurgen van deze tijd. Wat een ontzagwekkende herrie produceren we met elkaar. Kom maar eens in het Groene hart. Krijg je meteen een hartverzakking. Pokkeherrie. Men moest eens weten wat dit betekent voor tinituslijders.

Ik heb één advies.

Leer er dan in vredesnaam, om niet iets anders te zeggen, maar mee om te gaan. Maar schreeuw niet zo en maak niet zo verduiveld veel herrie. En ja,  geef mij toch maar dat hutje. Het hutje op de hei.

Oh ja, Jan-Willem Dekker, bijbeldocent uit Kampen verwoorde het zo: Zalig zijn zij die niet genezen worden, maar toch geloven.  (ND  5/2/2015).

Nou Jan -Willem daar wil ik dan wel mee leven.  Dat wil ik dan wel geloven. Ook al ben je wel eens geneigd er een eind aan te maken.

 

 

Gebod

Gehoord, gezien, of misschien gelezen?

Ik weet niet waar het vandaan komt, maar ik heb genoteerd: ‘Ieder gebod heeft zijn uitzonderingen, behalve het eerste gebod.’

Ik ben geen Charlie

Serie: Harms en zijn vrienden

Dromerig keek schele Japie vanuit café de Gulle Gaper naar buiten. Tenminste, zijn ene oog. Dat andere zwierf door zijn logement.

‘Kijk aan daar is Harms ook weer eens op zijn fiets.’Zonder het zelf te weten liep hij wat in zichzelf te mompelen. Slechts dat ene kleine Friese boertje, Wapse, hoorde hem. ‘Wat zeg je? Komt Harms eraan? Man dat vind ik leuk. Die heeft altijd wel weer wat op zijn lever. Maak maar vast een bak bruinebonen klaar, Japie, want jou koffie is niet te versmaden zegt hij altijd.’ Even later zwiept de deur van het café open. ‘Dag volk, goed weer eens op de Friese bodem te zijn. Beetje winderig buiten, maar ja, het wil nog niet echt winteren.’

Harms had meteen maar zijn hoed op de kapstok gekieperd. De jas werd opgehangen en al spoedig zat hij met Wapse aan de stamtafel.‘Nou Harms, fijn je weer eens te zien. Werd het in jouw Groene Hart een beetje teveel van het goede?’ Japie had drie lekkere bakken koffie met een plak Fries suikerbrood  geserveerd. De gure wind kon de mannen niet treffen. Samen aan de tafel werd genoten. ‘Ach weet je wat het is daar in het Groene Hart Wapse, zei Harms, ondertussen zijn snor schikkend, ze lopen daar allemaal te Charlantijnen’. Wapse zijn ogen werden groot. ‘Wat moet ik me daar bij voorstellen Harms, zijn het ineens allemaal potloodtekenaars geworden?’‘Nee, man, ze lopen met plakkaten voor hun tronie. “Je suis Charlie”. ‘ Maar Harms, dat ben jij toch ook? ‘ ‘Welnee, Japie, hoe kom je er bij. Zoals je weet behoor ik niet tot de grote groepering van de aanhangers van Robberspiere. Ze verzamelen zich wel wereldwijd, maar ik denk dat de term ‘vrijheid gelijkheid en broederschap’ in deze wereld soms over de rand van het betamelijke is getrokken. Ik ben er geen lid van en zal het vermoedelijk ook nooit worden”

‘Nou’, stiet Wapse uit, ‘nou Harms dat had ik van jou niet verwacht. Ben je dan helemaal niet solidair met die…’. ’Ho, wacht even Wapse, man, niet meteen zo opgewonden. Natuurlijk is het verschrikkelijk wat er is gebeurd. Geen enkele misverstand. Maar het woord, met pen en tekening, kan heel gevaarlijke eigenschappen hebben. We moeten zoiets altijd in de bandbreedte van fatsoen gebruiken. Moord en doodslag is verschrikkelijk, afkeurenswaardig. Maar willens en wetens kwetsen is geen eigenschap die hoort bij ‘broederschap” en ook eigenlijk niet bij vrijheid. Het gaat om de vrijheid heen, slaat een bres in de menselijke eerbaarheid. Daar heb ik problemen mee.

Je mag best zeggen dat er geen God bestaat. Je mag best zeggen dat Mohammed voor jou niet leidend is in je bestaan, maar kwetsen? Neen, dat tast de normen van fatsoen aan. En eerlijk is eerlijk, ik merk niet zoveel fatsoen in het handelen van de mensheid. Helaas.’ ‘Ja maar, Harms dan schiet je toch geen mensen en gezinnen kapot? ‘ De woorden van Japie bleven boven de tafel hangen.

Doe nog maar eens een bakkie troost,  Japie, zei Harms. Wapse en Japie keken nu hoopvol naar Harms. Maar hij zweeg.

‘Weet je mannen, de vrijheid van meningsuiting is in eerste instantie een grondrecht van de burger tegen zijn overheid. En neen, ik geloof niet dat er in de Grondwet staat dat we recht hebben op “kwetsen van de ander”. Sterker, ik geloof dat dat recht ook juridisch gezien zijn beperkingen heeft. Dus bij mij tref je die tekst op of voor mijn voorhoofd niet aan. Ik draag het niet.’ ‘Ha, Harms, zo ken ik je weer. Je bent gewoon een Friese stijfkop.’

Terwijl hij dit zei keek Wapse met vuile oogjes naar Harms. Die bleef onverstoord zitten. ‘Toe maar Wapse, dat mag jij in alle vrijheid zeggen. Daar lig ik niet wakker van man. Ik stond nog niet zo lang geleden bij dat monument in Gaasterland met de tekstIMG_1164

“ Liever dood dan slaaf.”

Ik wil me niet laten knechten door de waan van de tijd. En daarom Japie, mijn boodschap zal wel wat bitter zijn. Kruid jij het maar eens bij met een lekker Fries kruidenbittertje. Maar dan wel eentje van Sonnema. Die andere is me te scherp. Ik houd er van om de scherpe kantjes er van af te halen.’

Drie glaasjes gevuld. De drie baasjes keken elkaar eens aan. ’t Is nog zo slecht niet in ons eigen land. De mannen knikten.

‘Eigen drank eerst. En graag meer, meer, meer, dan minder,’ zei Japie. De mannen schoten in de lach. Ja Japie, dat snappen wij ook. Goed voor jouw omzet. Charlie of niet, proost!

 

 

14-01-2015

 

Pagina 31 van 94

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén