De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Tag: Harms Pagina 1 van 2

Harms de cartonist?

“Heb jij dan wel eens cartoons getekend?” De vraag zwierf door het atelier. Even werd het werkelijk stil. De dames keken Harms vol verwachting aan. “Zeker, en ik meen zelfs dat ik er de krant mee heb gehaald. Zou wel moeten zoeken hoor. Misschien heb ik nog wel ergens ook een cartoontekening liggen. Eentje die “de krant dus haalde”. “Nou Harms, dat moet je dan maar eens aan ons laten zien”. Beetje beteuterd door zoveel belangstelling voor wat wonderlijke schetsjes was Harms wel. “Weet je, zo begon Harms al aan de terugtrekkende beweging, weet je, het stelt allemaal niet zoveel voor. Het is misschien wel twintig jaar geleden. En ach, een beetje klieren met een stukje houtskool, dat was het. “ “Ja maar Harms, dat kun je nu allemaal wel beweren, maar wij willen het nu ook zien!.” Harms zat er beteuterd bij en probeerde het onderwerp van gesprek maar snel over een andere boeg te gooien. Als kleine katachtige terriërs, hoe verzin je zoiets, maar goed, zo zat Harms te grienen. “Beste koffie, Sirat. Goed voor de inwendige mens. En dat voor nog steeds dezelfde prijs? De koffie wordt steeds duurder. “ “ Nee, Harms, niet zaniken, niet proberen je ei verder te leggen. Kom op met die cartoontekening.”

Even zakte hem de moed in de spreekwoordelijke schoenen. Nee, niet zo schilderachtig als van die ex-ministers’kwast’ in Zeeland. Zulke dure schoenen kon Harms zich niet veroorloven. En, bedacht Harms, ik wil toch ook niet naast mijn schoenen lopen. Maar ja, vooruit, de pas erin want wat moet je met opdringende dames? Enfin, Harms nam een kloek besluit. “Omdat jullie aandringen zal ik eenmalig dat cartoontje de wereld in slingeren.”

Avonden aan één stuk was Harms nu in de weer. Wie nu een keer A heeft gezegd moet zijn ABC wel vervolgen. ’t Moest toch wat, wanneer was het? Ergens in carnavalstijd. Ja, hij wist het zeker. Hij had de beste burgervader als “kwakbol” , want daar hadden ze in zijn woonplaats Harmelen wat mee, getekend als de spreekwoordelijke kikker. In Harmelen waren ze er verkikkerd op. Dus maar eens zoeken of hij niet ergens die kikker boven water kon krijgen. In Harmelen was zoiets altijd een feest. Eureka, het archief. Natuurlijk, het kranten archief van het RHC Rijnstreek was een wonderlijk fenomeen. Februari 2002. Al in zijn dagen. En maar eens zoeken. Joepie, Harms keek verheugd. Warempel man, pontificaal in het midden van de foto zijn “kroonwerkje( nou ja…”)

En ze kwaken er nu maar verder lustig op los. Misschien, bedacht Harms, ook wel bij de carnavalsvereniging de Kwakbollen. Dan had hij daar ook iets aan bij gedragen. Peinzend besefte Harms dat zijn karnavalsvrienden van vroeger in zijn Veluwse plekje op de aardkloot niet meer vertegenwoordigd zijn. Alaaf.

Nunspeet,30/11/2024

Misschien schilderachtig

“Jonge Japie, wat kan het leven ingewikkeld zijn. Gisteren zag ik Harms fietsen. Zelfs met dit beestenweer is hij op zijn karretje weer in de weer. Ik vroeg hem hoe het ging. Nou Japie, hij had vegen van verf op zijn gezicht, de baard wordt met de dag grijzer en volgens mij wordt hij ook eigen wijzer”. Japie keek eens naar zijn vaste stamgast Wapse. Het kleine pientere boertje uit de Friese wouden zat duidelijk weer op het level “ nieuwsgierige Wapse3 ”. Japie zag het wel. Heb je nog gevraagd hoe het met hem ging? “ Japie had altijd open vragen voor zijn gasten en Wapse was vaak een bron van vermaak. “ Ach Japie, veel wilde hij niet zeggen. Hij zat ergens op een schilderachtige geestelijke gesteldheid. Hij had het over bomen, kleine bruggetjes, pastel, olieverf. Zo mompelde hij wat af. Ook vertelde dat hij tegenwoordig met vriendelijke mensen van velerlei soort aan het schilderen was geslagen. Beetje veel dames, maar volgens hem viel het gekwebbel buitengewoon mee, dan een vluchteling, ook een soort Picasso die super snel zijn werken kon af boetseren, ja zo zei hij het, af boetseren. Nou, dat snapte ik niet. Maar die man, die bleek meer een paletkunstenaar te zijn. Deed volgens Harms, zoveel en zo snel met het “mes” . Toen ik hem vroeg of de vork er dan ook bij was, had je Harms moeten zien kijken. Die dacht natuurlijk, zo is hij wel, dat ik hem bij de “poot” nam, maar Japie, jij weet: ik ben alleen maar oprecht belangstellend. Enfin, ’t schoot Harms blijkbaar beetje verkeerd. Net of ik niet weet hoe de vork in de steel zit. Maar goed, hij bromde iets van “ de groeten Wapse, ik moet mij concentreren op mijn stukken. Niet dat het veel voorstelt, maar , zo zei hij “ik knutsel maar wat af”. Heb hem gevraagd of ik wat van die schilderstukjes mocht zien. Nou, als een speer. Die ouwe Harms had werkelijk nog wat sjeu in de beentjes. Man hij was weg voordat ik het in de gaten had.” Even zweeg Wapse. Keek naar zijn vriend Japie, “ Weet je Japie, doe mij maar een burgertje van de beren. Harms is best een aardig jong, maar of ie echt vaardig is met kwast en mes? Ik geloof er niks van.” “k Zal het hem eens vragen Wapse, en hier is een burgertje van het huis. Als we Harms tegenkomen zullen we er toch maar niet meteen over beginnen”.

De beide mannen verzonken boven hun Beerenburgertje in diep gepeins.

“ Nou Wapse, dat Harms een kwast is, dat is mij duidelijk. Dat hij de kwast hanteert? Het verbaast mij in hoge mate.” Wapse schudde het hoofd. “ Neen Japie, mij niet, hij loopt eigenlijk al jaren met een potlootje en krijtjes in zijn handen. Heeft het echter nooit gezegd. Ooit heeft hij zelfs een cursus cartoon tekenen gedaan heb ik wel eens begrepen. Maar vorig jaar toen zat ie ineens in de “koppen” en nu probeert hij het Verweggistan van het schilderen onder de knie te krijgen. Blijkbaar in de olie. Maar als ik de laatste berichten moet geloven zal Harms niet “in de olie” gevonden worden. Je weet het nooit met hem, maar dat hij het echt eens op een zuipen zet? ‘k Waag het te betwijfelen. Hij mag “niks” meer hebben van de dokter, zei die. En hij was altijd al “niet scheutig” met dat gebeuren. Weet je Japie, op mijn kosten? Doe mij maar een BB’tje man. Ik kan op één been niet langs de Goddeloze Singel naar mijn Waldhûske. En ik ga die site van Harms maar eens bekijken of daar wat staat over schilderen, plamuren, tekenen, potlood of krijtstreepjes trekken. Je weet maar nooit.”

Wapse rekende zijn vertering af. Altijd op de cent nauwkeurig. Daar kon zelden een ”fooi” af. Maar ja, dat kende Japie wel. Hij had toch liever de iets gullere Harms op bezoek. Maar die zat blijkbaar in de olie. Japie schudde zijn wijze hoofd. “Ach,” zo mompelde hij, “ die bevlieging zal ook wel weer overgaan en dan pakt Harms zijn geliefde fiets en gaat hij weer kamperen. Tenminste: als zijn lijf het toelaat en Harms toestemming heeft van zijn hele echte eigen baas.”

Nunspeet, 19 november 2024.

Sinterklaas

“Zeg Japie, heb jij Harms al gezien?” De vraag bleef als een wolk hangen in het kleine café De Gulle Gaper. Japie schudde zijn hoofd, neen, Harms had hij niet gezien.

Ach, weet je Wapse, ik denk dat  de kleine Harms wel door zwarte Piet is meegenomen. ’t Is Sinterklaastijd. Hij is dan altijd, hoe zal ik het zeggen, een beetje schuw. Kijkt vaak over zijn schouder, kortom Harms is Harms niet. “

De beide mannen lurkten aan een lekkere bak bruine bonensap van kastelein Japie. De stilte daalde als een aangename deken over de mooie gelagkamer. Niet veel later zwierde de hoed van Harms feilloos gedrapeerd,  op de kapstok. De atmosfeer veranderde meteen in een vol elektrisch geladen verhaaltjesarena.” Ha, die Harms, zeiden de beide mannen in koor. Maar Harms keek schuw om zich heen .   “Nou Harms, je kijkt of je het verleden ziet branden, man.” Verschrikt keek Harms nu naar Japie en Wapse. Ach ja””, mompelde hij, “ach ja, trauma’s man in deze tijd”. Oh ja, hoe zo dan? “De nieuwsgierige Wapse wist Harms wel te prikkelen. “Ik zal het je wel vertellen mijn beste. Vier jaar was ik voor het eerst Sinterklaas vieren op de kleuterschool.” “Da’s een heel eindje terug in de tijd Harms”, meende nu ook Japie zijn input te moeten geven aan de bijeenkomst. Maar Japie had wel door, daar zat meer achter. Hier man, neem een BB’tje , want ’t is koud”.  Harms dacht er zo het zijne van, maar vervolgde: “ach ik was een uitgesproken wijsneus. Ook toen al. En er was een meester, Pruim, die ik altijd liep na te roepen. Hij was meester bij de concurrent van mijn vader, maar ja, ik zat op een oecumenische school. Dus dat ging verder prima. Meetster Pruim werd door mij altijd genoemd meester Pruimepit. Kom er maar eens op, tegenwoordig. Nu is het Meester Jan, of zelfs zonder meester ervoor, maar toen nog altijd met twee woorden. Hoor ik tegenwoordig niet meer. Enfin, lang verhaal kort maken, goeie Japie, ik lust er nog een en doen jullie dan ook maar, dit kleine mannetje moest, jawel, op schoot komen bij Sinterklaas. Sinterklaas keek eens naar zijn zwarte Piet, toen nog echt zwart hoor. En daar ging het grote boek open. Piet stond er bij en keek ernaar en verschoot zowat van kleur. Kun je nagaan. In het grote boek stond dat ik een meester van het dorp altijd uitschold voor Pruimepit. Hoe kon Sinterklaas dat nu weten? Man als ik er aan terug denk, ik doe het nu nog weer bijna in mijn broek van angst. Als klein jochie bibberde ik het uit en wilde weg. Maar dat mocht ik niet . Sinterklaas hield mij wel erg stevig vast, en keek mij heel streng aan. Dat, beste kind, dat is niet best. Jij bent wel heel stout om meester Pruim uit te maken voor pruimepit. Weet jij dan niet hoe de meester heet? “ “Jawel, Sinterklaas”, was mijn antwoord, “mijnheer Pruim.” “Wil jij dan nooit weer zeggen “Pruimepit?” was de indringende vraag. Oei man als ik terug denk aan die bezwaarde indringende ogen van Sinterklaas, ik zou subiet bij Zwarte Piet in de zak willen kruipen.” “ En, zo vervolgde Sinterklaas, “als jij dat weer doet jongeman, dan ga jij echt in de zak naar Spanje. “

’t Werd stil de beide mannen keken eens naar Harms. “Da’s trauma, Harms, wat erg. Wat zul je geschrokken zijn”, zo stamelde Japie.” Ja, Harms wat moet dat een verschrikkelijke ervaring geweest zijn”, meende ook Wapse als duit in het zakje te doen. Harms knikt. ” ja mensen, zelfs nu ik op leeftijd ben, komt jaarlijks die ervaring voor mijn geestesoog. Ik meen dat ik een klein rolletje drop heb gekregen en een paar pepernootjes. Maar die angst voor Sinterklaas en zwarte Piet  ben ik nooit meer kwijt geraakt. En daarom  Ik vier nooit meer Sinterklaas. “ Intens verdrietig keek Harms in het rond. Warempel, dacht Wapse, zie ik nu een traan bij Harms?

“Nou weet je”, zei Japie,” dan zal ik nu maar voor Sinterklaas spelen en neem er nog eentje op mijn kosten.”

“Dank u wel Sinterklaas”, mompelde Harms.  Het werd nog heel gezellig in het kleine café De Gulle Gaper.

Harms en de vervreemding.

Het was een weekje of drie geleden. In de ochtend midden in de week speelde zich het volgende af.

“Ja, lekker die bruinenbonensap Japie. “ Vergenoegd glimt Japie van zijn linker tot rechteroor door de gelagkamer van het kleine café de  Gulle Gaper.

“Kijk”, mompelde hij, “dat zijn nu gewoon fidele gasten. Ze geven zelfs ’ s morgens al een compliment”.  Als niet veel later Wapse op zijn gebruikelijke manier binnenkomt,  is meteen de stilte van deze mooie dag doorbroken. “ Tjonge ,Harms, al zo vroeg uit de veren? Kon je het niet meer uithouden op de groene weiden van de  Veluwe? Zeker vol met stikstof.”  Triomfantelijk keek dat kleine eigenwijze boertje uit het Hoge Noorden nu naar zijn gesprekspartners.  Maar, getuigend van wijsheid, wilde Harms er maar niet meteen op reageren. Meewarig knikte  hij en mompelde “merkwaardig”. De sterk geurende koffiedampen bleven net als het gesprek, een beetje hangen boven de mannen. Japie zag zijn omzet nu ook verdampen , dat gaat niet goed dacht hij, en vroeg: “willen de heren misschien een BB’tje?”

Ach heden, daar trapte hij nu toch op een gevoelig teentje bij Harms. Nee Japie, deze morgen ga ik, net als de vorige week en de komende week niet aan de alcohol. Maar als je een mooie nul punt nul in de tap hebt, dan graag. En niet dat paardenpies van Amstel of Heineken of zo, of mag ik dat niet zeggen? Nou ja, een Warsteiner bijv. ja, dan graag”  “Nou mijn beste, die heb ik en ook  nog wel ander soortige hoor.”  Nee,  doe die  Warsteiner maar. “

Wapse keek wat bedremmeld om zich heen. “Daar doe ik niet aan mee Japie, zonder BB is een dag niet geleefd, dus doe mij die BB maar.”

“Gaat het wel goed met je Harms? Je ziet bleekjes om de snuit” .” Ach Wapse, ik ben een beetje, ja wat zal ik zeggen, een beetje vervreemd van de kerk aan het worden. Roept die scriba de Reuver op om te gaan protesteren op zondag. In plaats van dat hij oproept “ter kerke te gaan en zo”, nee hoor,  bij een of ander vreemd clubje klimaatdoordrukkers zal ik maar zeggen moet het volk zich naar Amsterdam spoeden om te protesteren. En dan  ook nog eens gaan reizen op zondag, dat is mij vroeger niet bijgebracht. Hier protesteer ik tegen,  dat snap je hoop ik. Straks wordt ie nog voor allerlei andere karretjes gespannen en nou ben ik nota bene nog lid van die “club” ook. Weet je Wapse, ik voel me een vreemdeling aan het worden. Ik weet het niet Wapse, maar straks blijkt dat er een wolf in schaapskleren rondbanjert. Daar moeten we echt een de Jager op zetten denk ik.”

De stilte van het café de Gulle Gaper werd intens. De koffiegeur (of dat nu van een echte koffieboer was?) was ook intens.  “Ik doe niet mee, Wapse. Ik doe niet meer mee. Ik voel me er niet meer thuis.  Zo. En misschien dat die Jager uit Dwingeloo daar iets anders over denkt, als ik het overdenk dan denk ik er over om…”  De woorden stierven weg. In het gebulder van de protestbijeenkomst.

Later bleek dat Harms zijn voorgevoel wel klopte.  Beetje grinnikend (maar leedvermaak is ook al zondig Harms, zo sprak hij zichzelf vermanend toe)  en ook diep bedroefd dat hij gelijk had,  keerde Harms zijn fiets. Wat een vreemde kostgangers. “Ik weet het niet meer” ,  mompelde hij. Verdwaasd en vervreemd fietste hij door de groene landerijen. Zo ver het oog kon, alleen maar windmolens. Ook dat nog, heb ik nu een tik van de molen of al die anderen?  In de hoogte bulderde onder uitstoot van teveel kerosine zonder taks een vliegtuig. Ja ja, Harms ziet ze vliegen.

Pagina 1 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén