De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Tag: Harms Pagina 1 van 2

Sinterklaas

“Zeg Japie, heb jij Harms al gezien?” De vraag bleef als een wolk hangen in het kleine café De Gulle Gaper. Japie schudde zijn hoofd, neen, Harms had hij niet gezien.

Ach, weet je Wapse, ik denk dat  de kleine Harms wel door zwarte Piet is meegenomen. ’t Is Sinterklaastijd. Hij is dan altijd, hoe zal ik het zeggen, een beetje schuw. Kijkt vaak over zijn schouder, kortom Harms is Harms niet. “

De beide mannen lurkten aan een lekkere bak bruine bonensap van kastelein Japie. De stilte daalde als een aangename deken over de mooie gelagkamer. Niet veel later zwierde de hoed van Harms feilloos gedrapeerd,  op de kapstok. De atmosfeer veranderde meteen in een vol elektrisch geladen verhaaltjesarena.” Ha, die Harms, zeiden de beide mannen in koor. Maar Harms keek schuw om zich heen .   “Nou Harms, je kijkt of je het verleden ziet branden, man.” Verschrikt keek Harms nu naar Japie en Wapse. Ach ja””, mompelde hij, “ach ja, trauma’s man in deze tijd”. Oh ja, hoe zo dan? “De nieuwsgierige Wapse wist Harms wel te prikkelen. “Ik zal het je wel vertellen mijn beste. Vier jaar was ik voor het eerst Sinterklaas vieren op de kleuterschool.” “Da’s een heel eindje terug in de tijd Harms”, meende nu ook Japie zijn input te moeten geven aan de bijeenkomst. Maar Japie had wel door, daar zat meer achter. Hier man, neem een BB’tje , want ’t is koud”.  Harms dacht er zo het zijne van, maar vervolgde: “ach ik was een uitgesproken wijsneus. Ook toen al. En er was een meester, Pruim, die ik altijd liep na te roepen. Hij was meester bij de concurrent van mijn vader, maar ja, ik zat op een oecumenische school. Dus dat ging verder prima. Meetster Pruim werd door mij altijd genoemd meester Pruimepit. Kom er maar eens op, tegenwoordig. Nu is het Meester Jan, of zelfs zonder meester ervoor, maar toen nog altijd met twee woorden. Hoor ik tegenwoordig niet meer. Enfin, lang verhaal kort maken, goeie Japie, ik lust er nog een en doen jullie dan ook maar, dit kleine mannetje moest, jawel, op schoot komen bij Sinterklaas. Sinterklaas keek eens naar zijn zwarte Piet, toen nog echt zwart hoor. En daar ging het grote boek open. Piet stond er bij en keek ernaar en verschoot zowat van kleur. Kun je nagaan. In het grote boek stond dat ik een meester van het dorp altijd uitschold voor Pruimepit. Hoe kon Sinterklaas dat nu weten? Man als ik er aan terug denk, ik doe het nu nog weer bijna in mijn broek van angst. Als klein jochie bibberde ik het uit en wilde weg. Maar dat mocht ik niet . Sinterklaas hield mij wel erg stevig vast, en keek mij heel streng aan. Dat, beste kind, dat is niet best. Jij bent wel heel stout om meester Pruim uit te maken voor pruimepit. Weet jij dan niet hoe de meester heet? “ “Jawel, Sinterklaas”, was mijn antwoord, “mijnheer Pruim.” “Wil jij dan nooit weer zeggen “Pruimepit?” was de indringende vraag. Oei man als ik terug denk aan die bezwaarde indringende ogen van Sinterklaas, ik zou subiet bij Zwarte Piet in de zak willen kruipen.” “ En, zo vervolgde Sinterklaas, “als jij dat weer doet jongeman, dan ga jij echt in de zak naar Spanje. “

’t Werd stil de beide mannen keken eens naar Harms. “Da’s trauma, Harms, wat erg. Wat zul je geschrokken zijn”, zo stamelde Japie.” Ja, Harms wat moet dat een verschrikkelijke ervaring geweest zijn”, meende ook Wapse als duit in het zakje te doen. Harms knikt. ” ja mensen, zelfs nu ik op leeftijd ben, komt jaarlijks die ervaring voor mijn geestesoog. Ik meen dat ik een klein rolletje drop heb gekregen en een paar pepernootjes. Maar die angst voor Sinterklaas en zwarte Piet  ben ik nooit meer kwijt geraakt. En daarom  Ik vier nooit meer Sinterklaas. “ Intens verdrietig keek Harms in het rond. Warempel, dacht Wapse, zie ik nu een traan bij Harms?

“Nou weet je”, zei Japie,” dan zal ik nu maar voor Sinterklaas spelen en neem er nog eentje op mijn kosten.”

“Dank u wel Sinterklaas”, mompelde Harms.  Het werd nog heel gezellig in het kleine café De Gulle Gaper.

Harms en de vervreemding.

Het was een weekje of drie geleden. In de ochtend midden in de week speelde zich het volgende af.

“Ja, lekker die bruinenbonensap Japie. “ Vergenoegd glimt Japie van zijn linker tot rechteroor door de gelagkamer van het kleine café de  Gulle Gaper.

“Kijk”, mompelde hij, “dat zijn nu gewoon fidele gasten. Ze geven zelfs ’ s morgens al een compliment”.  Als niet veel later Wapse op zijn gebruikelijke manier binnenkomt,  is meteen de stilte van deze mooie dag doorbroken. “ Tjonge ,Harms, al zo vroeg uit de veren? Kon je het niet meer uithouden op de groene weiden van de  Veluwe? Zeker vol met stikstof.”  Triomfantelijk keek dat kleine eigenwijze boertje uit het Hoge Noorden nu naar zijn gesprekspartners.  Maar, getuigend van wijsheid, wilde Harms er maar niet meteen op reageren. Meewarig knikte  hij en mompelde “merkwaardig”. De sterk geurende koffiedampen bleven net als het gesprek, een beetje hangen boven de mannen. Japie zag zijn omzet nu ook verdampen , dat gaat niet goed dacht hij, en vroeg: “willen de heren misschien een BB’tje?”

Ach heden, daar trapte hij nu toch op een gevoelig teentje bij Harms. Nee Japie, deze morgen ga ik, net als de vorige week en de komende week niet aan de alcohol. Maar als je een mooie nul punt nul in de tap hebt, dan graag. En niet dat paardenpies van Amstel of Heineken of zo, of mag ik dat niet zeggen? Nou ja, een Warsteiner bijv. ja, dan graag”  “Nou mijn beste, die heb ik en ook  nog wel ander soortige hoor.”  Nee,  doe die  Warsteiner maar. “

Wapse keek wat bedremmeld om zich heen. “Daar doe ik niet aan mee Japie, zonder BB is een dag niet geleefd, dus doe mij die BB maar.”

“Gaat het wel goed met je Harms? Je ziet bleekjes om de snuit” .” Ach Wapse, ik ben een beetje, ja wat zal ik zeggen, een beetje vervreemd van de kerk aan het worden. Roept die scriba de Reuver op om te gaan protesteren op zondag. In plaats van dat hij oproept “ter kerke te gaan en zo”, nee hoor,  bij een of ander vreemd clubje klimaatdoordrukkers zal ik maar zeggen moet het volk zich naar Amsterdam spoeden om te protesteren. En dan  ook nog eens gaan reizen op zondag, dat is mij vroeger niet bijgebracht. Hier protesteer ik tegen,  dat snap je hoop ik. Straks wordt ie nog voor allerlei andere karretjes gespannen en nou ben ik nota bene nog lid van die “club” ook. Weet je Wapse, ik voel me een vreemdeling aan het worden. Ik weet het niet Wapse, maar straks blijkt dat er een wolf in schaapskleren rondbanjert. Daar moeten we echt een de Jager op zetten denk ik.”

De stilte van het café de Gulle Gaper werd intens. De koffiegeur (of dat nu van een echte koffieboer was?) was ook intens.  “Ik doe niet mee, Wapse. Ik doe niet meer mee. Ik voel me er niet meer thuis.  Zo. En misschien dat die Jager uit Dwingeloo daar iets anders over denkt, als ik het overdenk dan denk ik er over om…”  De woorden stierven weg. In het gebulder van de protestbijeenkomst.

Later bleek dat Harms zijn voorgevoel wel klopte.  Beetje grinnikend (maar leedvermaak is ook al zondig Harms, zo sprak hij zichzelf vermanend toe)  en ook diep bedroefd dat hij gelijk had,  keerde Harms zijn fiets. Wat een vreemde kostgangers. “Ik weet het niet meer” ,  mompelde hij. Verdwaasd en vervreemd fietste hij door de groene landerijen. Zo ver het oog kon, alleen maar windmolens. Ook dat nog, heb ik nu een tik van de molen of al die anderen?  In de hoogte bulderde onder uitstoot van teveel kerosine zonder taks een vliegtuig. Ja ja, Harms ziet ze vliegen.

Verkiezingen.

“Goede morgen, mannen” . “Zo Harms, dat is vroeg. Maar dank, insgelijks” . “Ja mannen, vandaag is de dag van de democratie. Verkiezingen, je weet wel. Dat ga je toch niet voorbij laten gaan”  verbaasd keek Wapse naar zijn vriend Harms. “Nou, Harms, dat zooitje in Den Haag verdient toch geen stem? Heb het deze weken wel veelvuldig gehoord. De hypocrisie denderde door onze huiskamers. Om U te dienen. En wat een beloftes, man man, of er geen enkel schuldbesef is overgebleven na al die rottigheden die ze uitgehaald hebben” . Wapse, vloog werkelijk meteen op de vroege ochtend al in vuur en vlam. Dat gaat lekker, dacht Harms. Mooi, die is in ieder geval wel geïnteresseerd in de hele handel. Japie deed verstandig. Menig kastelein of hoe ze ook heten tegenwoordig, en zeker de kleinere ondernemers die natuurlijk altijd al “gepakt” werden door het Haags gepeupel, deed er het zwijgen toe.

Harms overzag het slagveld van zijn simpele begroeting op deze vroege verkiezingsdag. “Wel Wapse, gisteren de debatcultuur nog weer bewondert? Ik wel in ieder geval. Niet dat het veel bijdraagt aan de keuze die ik maak hoor, maar ach man, eerlijk is eerlijk, die Bonteman die gaf die wijsneus uit Twente toch effe mooi lik op stuk door zijn eenvoud en oprechtheid “die zag ik even niet aankomen!” Hoe heerlijk naïef en toch ook hoe oprecht. Ik was best wel even van het fatsoen van die Rotterdamse knakker onder de indruk. Geen scheldpartij maar netjes en beschaafd die wijsneus uit Twente even onder handen nemen. Ik wilde dat ik meer hokjes zou mogen roodkleuren. Rood zal ik stemmen, dat mag wel duidelijk zijn”. Verbaasd over zoveel openheid bij Harms keek Wapse naar Japie. Maar Schele Japie was werkelijk scheel. Zolang de omzet maar omhoog ging vond Japie het best. Ondernemer ben je en blijf je, al mocht hij deze wonderlijke types op ’s Heeren aardkloot eigenlijk wel. Die Wapse was er eentje met vuur. Die Harms was een twijfelachtig heerschap. Ooit in zijn leven begonnen als ambtenaartje, maar nooit laten zien waar die de echte keuzes maakte. Je kon het raden maar ’t bleef raden. Ja Japie kende zijn pappenheimers wat dat betreft.

“Nou Wapse, die rechtse directe die hij op een zeer beschaafde manier uitdeelde over “jij zat er dik 20 jaar bij, en ik pas 2, die vond ik wel terecht. Natuurlijk is die man uit Twente zwaar gepiepeld door zijn ouwe club en natuurlijk was de sneer “ ïk ben er niet meer bij” , eentje die terecht was. Maar toch.

Consistent uitdragen van je mening, gevoelens , normen en waarden Wapse. Daar ga ik voor. En zeker, als zwevend fenomeen op twee benen erken ik de werkelijkheid van het politieke moddervechten . Soms zat ik er dicht op. Al was dat in het klein. Ik weet wel hoe de waarheid wordt ingeruild voor “geen actieve herinnering”  nee, en “ook ik ga niet meer met die of die in…”en dan een paar dagen later alsnog aan tafel? Dat is nu politiek. Je moet er van houden zeg ik maar. Als je echt bijbels onderwijs wil hebben, zoals ik heb “genoten” dan weet je dat een mens geneigd is tot alle kwaad en als je dan niet overtuigd bent door die stelling,  kijk dan eens naar dit politiek gewauwel. Wij willen vooruit en zeker niet omkijken. ’t Zal je gebeuren dat je verantwoording moet afleggen… man man, ze willen allemaal vertrouwen maar ze geven als Sinterklaas fantastische veel goed bedoelde hoor, beloften die door “de ander naar de schroothoop van werkelijkheid” worden gegeven. Het ligt nooit  aan hen, maar ze willen wel en vooral “dienen”. Nou ik zal niet al te negatief doen Wapse, maar ik ken die gasten. Volkomen Verdwaasde Drammerij. Niet aan beginnen man, al moet ik ook zeggen dat die man die ze van Jetje geeft het in de campagne netjes doet. Ik vind hem beter dan het wonder uit Brussel. En ik geloof ook niet dat die onze aardkloot zal redden van het klimaatprobleem want dan houdt geen burger nog een cent in de portemonnee. Dus ja, Japie, geef maar, al dan niet met 9 of 21 % toegevoegde waarde en belast met suiker taks, een bak bruine bonensap. Misschien mag je het niet meer zeggen joh, maar het Zwarte Pieten is begonnen voordat er een stem is ingevuld. Die Zwarte Piet zal er dus nog jaren inblijven.  (Sorry Piet, ik kan het niet helpen, je zult overigens tegenwoordig maar Piet heten, maar laat maar) . Want de dames en heren bakken ze vandaag de dag wel erg bruin. Ik ga geloof ik,  gewoon op een paar van die mannen en vrouwen stemmen, dan heb ik tenminste mijn plicht gedaan. “

Verbaasd keek Wapse naar Harms. “Meerdere stemmen uitbrengen? Man je bent gek, dan gaat je stem verloren”.  Ontzetting greep Wapse bij de keel. Hij begon er van te stotteren. “Stem dan in ieder geval op de dieren joh, die hebben geen stemrecht maar worden vergast of opgevreten door de wolf. Wapse was volkomen in extase. “ Ik zal het overwegen Wapse, mijn stem geven aan de beesten. Want je hebt ook al types die grof taalgebruik mooi vinden, die niet netjes in de mond zijn en zeggen “als er zo geluld wordt, dan….”je kent ze wel. Past niet bij een dienaar en in dit geval dienares. Maar ja, dat is wel “het volk vertegenwoordigen”. Het is niet eenvoudig. Misschien moet ik toch maar blijven zweven. Kan ik kijken of ik op de maan beland, oh jah daar was er eentje die denk ik in Sinterklaas of Zwarte P. gelooft. Nou, laat maar, ik ga  zo toch maar kleuren. Den Haag kan dit niet eens digitaal regelen terwijl wij doodgegooid worden met Digidee. Kelere wat een wereld.”

“Japie, je koffie is voortreffelijk. Consistent uitgevoerd. Stel je verkiesbaar de volgende keer man.  Misschien is dat toch wel de weg die moet worden bewandeld.” “ Wat stem je nou dan, Harms?”

Er viel even een korte stilte terwijl de werkelijk voortreffelijke koffie door het keelgat van Harms gleed. “Ach, weet je Wapse, het is om U te dienen. We hebben nog steeds een (stem)ophokplicht vind ik. Die ik consistent uitdraag, maar gekakel en bij de beesten af is het soms, ik krijg het er koud van maar dat komt vermoedelijk door de klimaatverandering al zou je dan moeten zeggen, je krijgt het er warm van. Links om of rechtsom, ik denk er aan  om asiel aan te vragen, bij wie ben ik dan het beste onder dak? Misschien moet ik mij electrisch laten brengen bij het stemhok, dan krijg ik bulten subsidie maar ja,  gooi je al die stront over de akker dan zit ik bij die boeren misschien er ook nog wel goed bij. Onthoud een ding: er is nog steeds stemgeheim en dus ga ik je dat mooi niet vertellen. Ik laat het nu in het midden, zoeken jullie het maar uit, vanavond zul je het weten. En nu? Gegroet, ik ga mijn stem uitbrengen en dat kan ik wel verklappen:  ik stem rood.”

Harms stond op, potlood in de aanslag om de zwevende ellende achter zich  te laten in het café van de Gulle Gaper. Of daar ook nog een Coronabelastingschuld op lag? Studieschuld in ieder geval niet.

Verbouwereerd keek Wapse naar Japie. “Die Harms toch, wonderlijke kiezer hoor” mompelde hij. Japie knikte. Als verloren stemvee kropen ze beiden maar aan de voederbak van de tap. Geen “pisbakkenakkoord” zei Japie. “Wat zeg je nu?”  Wapse was vertwijfeld.  “Ik ga maar niet meer stemmen Japie. Want deze akkoorden, ik weet het echt niet.” “ Dat Wapse, is democratie. Reken jij af?” En zo was Wapse, net als de vele kiezers, kind van de rekening.

Vijftig jaar

“Krijg nou wat, zie ik het goed? Harms, man, wat leuk je hier aan te treffen”.

De woorden stierven als het ware weg in de wijde luchten van het Fries/Groningter landschap. Harms keek eens op. Warempel, denk je eindelijk eens even heel rustig van de leegte van de wereld te genieten, komt daar onze kleine nieuwsgierige Friese Woudboertje Wapse op de trappers langs de dijk naar de haven van Noordpolderzijl.

“Kerel, het is werkelijk niet te geloven. Jij zomaar op een doordeweekse dag. En nog gewoon op het fietsje ook”. Harms keek eens of hij het water van de Waddenzee zag branden. Zullen we nu ook nog weer een klimaatverbeteraar krijgen die erover begint dat hij werkelijk niet elektrisch aangedreven door de wereld snort? Hij moet er niet aan denken. “Nee man, dank je. Nog maar een paar weekjes geleden had ik een discussie of met elektrische fietsen wel fietsen genoemd kan worden”. Een vrouw uit Zwijdrecht maakte mij wel duidelijk dat zoiets echt niet kon. En zij is, eerlijk is eerlijk, een echte fietstrapper hoor. In haar eentje afgelopen weken naar Roche en Ardenne gefietst. Naar haar dochter. Astrid de Heer, ik neem er diep mijn pet en als ik die op heb mijn, hoed, voor af. Wapse keek zijn bejaarde bebaarde en licht behaarde vriend eens aan. Zijn pientere oogjes blikten naar zijn vriend Harms. “Maar man, wat een discussie. Dat noem ik gewoon “Niet fietsen”. Fietsen doe je zonder trapondersteuning, toch?” Nou dat kon Harms maar al te best beamen. “Maar ja, hoe noem je dat andere soort aangedreven vervoer dan?” De vraag was voor Wapse niet moeilijk te beantwoorden. “Een fiets met doping. Zo zou ik het noemen. Maar wat vaart jou hier naar toe?”

“Ach Wapse vijftig. Vijftig jaar. En ik moet er maar eens een paar dagen voor naar een mooi deel in de wereld. Vijftig, en op eigen benen staan. Vijftig jaar getrouwd. Vijftig, en overdenken wat er in die vijftig jaar allemaal is gepasseerd. Vijftig, Wapse, en er zijn er waar ik al heel lang geleden afscheid van moest nemen en ja Wapse, het zijn er in de naaste familiekring van ons beiden ook bijna 50. En als ik mijn vrienden en bekenden mee tel…ach vriend, dat stemt mij toch ook heel weemoedig. ‘k Zal niet dramatisch doen, maar vijftig is wel even een dingetje. Maar ook vijftig jaar zegen hoor. Maar weet je Wapse, als je er voor staat dan besef je eigenlijk de diepgang der dingen, vreugde en verdriet, niet zo goed. Je beseft eigenlijk niet waar je “ja” op zegt. Dan is je blik alleen maar gericht op de rozengeur van de toekomst. En na vijftig jaar zeg je: dankbaar voor die fantastische vrouw. Die wil ik er graag nog 50 jaar bijhouden. Al besef ik nu wel dat dat een utopie zal zijn. Maar als je na vijftig jaar kunt zeggen: 4 kinderen en ik zeg eigenlijk 5, en 6 kleinkinderen, ja Wapse, dan ben ik een rijk gezegend mens. Samen zijn we die toekomst ingegaan, jazeker Wapse, maar na 6 weken lag ik al in het ziekenhuis, maar goed soms door stormen en zo, is het toch een heel voorrecht om mijn lieverd (nog) te hebben. Als wij niet samen waren gekomen, ja dan hadden wij die lieve kinderen en kleinkinderen natuurlijk ook niet gehad.

En dus moest deze jongen er even een paar dagen tussenuit om alles eens rustig te overdenken”. “Kom, we nemen er eentje in het ’t Zielhoes, Wapse, op mijn kosten. Feestje, zal ik maar zeggen.”

Wapse keek eens met een schuin oog naar zijn oude vriend Harms. ” ’t Is ook wel een hele tijd man. En dan nu een feest?” Natuurlijk wilde Wapse dat wel even weten. Misschien zelfs wel mee feesten. Maar dat zag de ouwe Harms toch niet helemaal zo zitten. Iedereen gunde hij het. En ja, natuurlijk ook zijn vriend Wapse. Maar ja, als Wapse dan…nee dat kon hij allemaal niet verwerken. Voor zijn vrouw veel te druk en hij kon al het geroezemoes toch ook niet helemaal trekken. Zij liep al niet zo snel en dan zou dat wel een heel bezurende aangelegenheid worden. Ook al omdat hij meer dan de helft niet verstond. Maar een feestje voor zijn nog levende broers en zus met aanhang , schoonfamilie, kinderen en kleinkinderen, ja dat moest er wel van komen. En ’s avonds nog een paar directe buren en speciale vrienden.

Ach heden, wat liep die lieve vrouw toch te tobben over de weersverwachting, Harms peinsde, had zij nou nog niet geleerd dat jij noch iemand anders daar ooit wat aan kon veranderen? Toen ze gingen trouwen was het smoorheet. En nu? Een zware verwachting van regen en onweer met hagel. ” ‘ t Zou wat, ’t komt zoals het komt Wapse, dat heb ik wel geleerd in die 50 jaar.

Enfin, de Beerenburger staat koud, de wijn koel en de rest is uitbesteed Wapse. We doen het gewoon thuis. Geen fratsen, noch toeters en al helemaal geen bellen. Dus alleen met de eigen aanhang. Scheelt ook een aanhanger aan allerlei gesjouw, gesjor en gerommel. In een overdekte zaal? “

Dat zag Harms al helemaal niet zitten.

“Ga je nog speechen, Harms?”

Harms knikte.” Zeker man. Zeker, vijftig kantjes. Voor ieder jaar een bladzijde. Lijkt mij geweldig.” ” “Je meent het, vijftig kantjes tekst? Man waar haal je dat vandaan?” Wapse wist niet wat hij hoorde. En de gasten vermoedelijk ook niet, om een rolberoerte van te krijgen. Harms zag het al voor zich.

Hij grijnsde. ” Kijk mijn beste, dat ga ik ze vertellen. Zeggen dat mijn speech, en of ze er maar even voor willen gaan zitten, vijftig kantjes gaat tellen. Ben benieuwd hoeveel er dan nog blijven zitten. Scheelt zeker een flinke slok op vele borrels, zal ik maar zeggen. En na bladzijde 1 zeg ik: voor de rest beste mensen, voor de rest van mijn betoog moet ik u verwijzen naar de geschiedenis die wij samen grotendeels hebben meegemaakt. Ik heb er geen actieve herinneringen meer aan en ik ga jullie er ook niet mee vermoeien. Neem een borrel, glas wijn, of wat dan ook en wij proosten op dit jubileum met elkaar. Het ga jullie goed”.

“Harms, jij bent wel een snurker hoor, zouden ze erin trappen? “

“Ik denk het wel Wapse, want ze weten dat ik heel lang van stof kan zijn. Maar wat ze niet door hebben, heb ik heel mijn leven al begrepen, dat ik ook heel kort (af) kan zijn. ” “Ah, je bent dus toch een gewone Fries bedoel je, met Veluws zand in de (r)aderen”. De beide mannen stapten intussen naar de trappen van ’t Zielhoes. “Verhip, Wapse, net als in het huwelijk. Soms lukken de dingen niet zoals je denkt, is de tent gesloten! Nou die borrel houd je te goed.”

Meewarig keek Wapse om zich heen. Harms bleef echter niet bij de pakken neerzitten. Hij opende de fietstas en tot grote verbazing van Wapse werd er een echte Beerenburger ontkurkt. De beide mannen hadden vervolgens heel wat af te keuvelen. Net zoals later op het feestje in huize Harms met familie buren en wat speciale vrienden.

En het was nog lang heel gezellig.

Nunspeet, 22/26 augustus 2023

Pagina 1 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén