‘Japie, heb je voor mij een bakkie troost?’. De woorden van Harms hadden nog niet geklonken of schele Japie stond al gereed met koffie en een best stuk Friese kruidjes koek. Maar Japie verdween wel weer onmiddelijk achter de tap. Een mooi geel boekwerkje werd driftig gelezen. Zelfs Harms was onder de indruk van de stilte die bij Schele Japie waarneembaar was.

‘Wat lees je daar Japie?” Harms werd natuurlijk meteen gruwelijk nieuwsgierig. Normaal is dat zijn aard niet. Bescheiden en op de achtergrond.  Maar als Japie zit te lezen dan kan Harms het toch niet laten.

‘Horétha” stamelt Japie.  ‘Wat zeg ie?’ ‘‘Horétha’, da’s een boek.

‘Oh, een boek. En waar gaat dat boek dan over?’ Harms was nu in zijn element. Veel vragen zelf geen antwoorden hoeven te bedenken Japie laten zweten en zo toch te weten te komen over het een en het ander.

Japie raakt op de vertel toer. Teveel om op te noemen. Maar hij wist wel welke plaatjes er bij hoorden. “Let spend the night together” de eerste van de hele bubs. Harms begreep het al. Dat waren de jongetjes van de rollende steentjes. Hij had vroeger meer met die bietels van Leverpoel. Maar ja, tijden zijn zoals ze zijn. Je kunt niet alles hebben.

Q65, de Tremeloes, de Smalle Snuitjes, en whoe, ja ja, ja toen hij het lijstje zag zat Harms ineens heel,  heel ver weg met zijn gedachten.

Ssttt… De nostalgie van het verleden kwam hem als het ware zonder de muziek al in zijn hoofd. Het duurde dan ook niet lang of Harms zat op de barkruk te swingen alsof hij volop in zijn carriere van oud-zanger deel nam aan het grote volksvermaak uit de zestiger jaren. En Schele Japie wist niet waar ie kijken  moest., Nou wist je dat bij schele Japie zo wie zo niet, maar nu rolden zijn flaporen van voren naar achter.

‘Geef me d’r maar eens eentje, Japie en neem d’r zelluf ook maar eentje man” Harms was werkelijk in een dolle bui. Het boekwerk van Japie op zijn schoot. En Japie vloog naar de herriebakken om het plaatje met al die onvervalste deuntjes te laten schetteren door het Café van de Gulle Gaper.

 

Nahikkend van de lach en de dolle pret lazen ze de wonderlijke geschiedenis van een nog nooit eerder uitgeschreven stukje geschiedenis. ‘Japie, ken jij die schrijver eigenlijk?’

Japie knikte. ‘Dat, Harms, is een Janneman van Friese grond.”  Gekooid door deliefde verslingerd aan het werk, maar nooit te beroerd om eens te herkauwen wat geweest is. ‘

 

Harms keek op. He, daar heb je Wapse. Sssssttt, niks zeggen. En geef mij maar een bokbiertje van de tap man. Laten we Wapse eens mooi koekeloeren en kijken of hij die muziek nog herkend. ’t Is allemaal meesterlijk.

Horétha.