Hei! Koop! Bijna een nieuwe slogan voor het kerstevangelie. Deze koopman was echter een uitventer. De venter van het evangeliewoord. Beestenbende, maar zeer leerzaam.
Wonderlijk dat er zoveel aandacht was en gelukkig ook in vroeger tijden voor het evangeliewoord met dieren. Voederbak? Jawel, maar stal? De associatie met een grote veestal, inloopstal of ophokgebeuren was gelukkig ver te zoeken. Geen zoetsappige kulverhalen over een klein kindje in een kribje, maar ontdaan door alle franje ontroerd door de bijzondere invalshoek van de preek. Zo’n uitventer van het evangeliewoord valt best te beluisteren. Zelfs achter een laptop.
Moe van al het getob en gezorg even “ontzorgd” worden. Niks geen stal. Wat? Kijk, dat is nu de mooie kant van een “nieuwe kerstpreek”. Gewoon een hol onder de grond. Oh ja, en de redding kwam van bovenaf. Van Bovenaf.
Nou ja hol, het is misschien iets te weinig eer voor een “grot” in de heuvels? Hoe dan ook, dat kleine stalletje is uit mijn firmament van grijze delen opgeslokt door de warme gloed van “nieuwe invalshoeken”. Een grot is veel waarschijnlijker.
Ook goed voor de commercie, denk ik maar zo. Kijken wanneer deze preek voldoende in de commerciële wereld is uitgerold om er een kerstgrot van te maken. Volgend jaar verwacht ik de invalshoek van “vluchteling en mirre, wierook (waar is dat bij de protestanten eigenlijk gebleven?) en geschenken”. Ook aan die gedachte kan ik mij nu al verkneukelen. Flink wat beestjes er bij en alle diertjes in Harmelen kunnen het luidkeels op een balken zetten.
Engelenzang mag dan ook niet ontbreken. Misschien moet er maar eens een koor met (b)engeltjes bij.