De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Schrijf

Schrijf
Simpel en eenvoudig. Schrijf. Maar wat? En vooral hoe?
Even gleden de gedachten langs de kronkels van de grijze grachtengordel die ik hersenen noem.
Even werd ik getriggerd. Ja, wilt u mijn oude e-mailadres…
Neen, dat wilde ik helemaal niet. Geen e-mailadres. Een gewone brief. Een pen en papier, een postzegel, mooi stukje schrijfwerk..Ah ha. Schrijfwerk. Zo kieper je van het een in het ander. Schrijfwerk. Hoe kom je erop? Schrijven, ooit geleerd op de lagere school. Er waren ook wel hogere scholen maar je moest eerst de lagere school doorlopen. En wee je gebeente als je daarvoor je gebeente gebruikte. Netjes zitten was ook al een “must” om het op zijn Hollands te zeggen. Zoals ooit mijn buurman zei “daar is geen woord Spaans bij” en gelijk had hij natuurlijk. Want ja, hoe dan ook, je moest wel leren schrijven.

Lei en griffel
Op de lagere school waar ik dan ook nog eens geboren ben, kijk, zo krijg je het met de paplepel ingegoten, werd tot in de vijftiger jaren van de vorige eeuw (hallo, waar blijft de tijd?) met lei en griffel het beginsel van het schoonschrijven bijgebracht. Toen ik naar school ging waren ze in ieder geval nog wel aanwezig.

Potlood
Maar dit heerschap mocht beginnen met een potlood. Keurig netjes op en tussen de lijntjes werd fijntjes uit de schoolborddoeken gedaan hoe je de a, de b en de c mocht overtekenen. Schrijven, een speciaal vak voor je motorische ontwikkeling. Wij mochten het dan dunnetjes en dik vervolmaken, ophalen en neergang, krul en staart, ach wie maakt me wat?
Het potlood werd gebruikt en geslepen en gebruikt en opnieuw geslepen. Totdat het niet meer te hanteren viel. Te klein. Maar de zuinige hoofdmeester had daarop een tiental prachtige “potloodhouders” die tot vervelens toe gevuld moesten worden met de stompjes potlood. Voor schrijven kreeg je een cijfer.
Tot het grote moment daar was.

Kroontjespen
De kroontjespen. Een inktpotje zat al stevig vastgeklemd in je dashboard van je vaste tafel/stoel. Tegenwoordig zit je op zo’n bankje voor je lol op de camping. Toen, netjes twee aan twee opgesteld in rijen van drie of vier. Klassen van 30 of 40 leerlingen was bij ons geen uitzondering.
Netheid, vlijt en gedrag waren bij uitstek de vakken waar je uitstekend op kon scoren. En dat deed dit heerschap. Lager dan een 8? De straf kon je uittekenen. Met potlood.
Schrijf. Ja, wonderlijk als je eenmaal terug bent in de bankjes op het plein. Een noodgebouw, maar de inktpotjes gevuld. De kroontjespen in de houder en oefenen maar. Als je het goed deed, ach dan kreeg je de kroon op je werk. Voor netheid een 8. Dat was trouwens wel wat van je werd verwacht. Mooie ophalen en dikke neerdalingen, maar af en toe een haperende penpunt, die het geheel veroordeelde tot een Karel Appel schilderij. Maar dan net even anders. Niet netjes dus.
Glorieus was het moment van aanbelanden in klas 6. Eindelijk de laatste groepering, nu klas 7 en 8 waren afgeschaft, die dan de kroontjespen aan de wilgen mocht hangen.

Vulpen
Een vulpen werd hun deel. De ballpoint? Ik meen van niet, maar hier laat de grachtengordel van het grijze geheugen mij klapwiekend voor joker staan. Ik weet het niet. Ergens diep van binnen staat mij voor de geest dat een ballpoint niet geschikt was voor het aanleren van de juiste schrijfwijze van de goede vorming der motoriek, laat staan het overdenken van dat wat geschreven staat.
Mijn dierbare vader ging met mij op stap.
Bij Kootje- en uit piëteit kwak ik niet uit de school van bijnamen- werd een bezoek aan de kapper vereerd met de aanschaf van een hele echte Parkerpen. Vijftien ronde Hollandse guldens moesten er voor worden neergeteld. Maar dan had je er eentje met een gouden pen. Zo, kaalgeplukt door de uitzonderlijke capaciteiten van ’s mans schaar en tondeuse en scheermes, en ook nog een voldaan gevoel hebbend over de Parker, kon het leven niet meer stuk.

Maar schrijven met een kroontjespen levert toch eigenlijk wel de kroon op je werk. Sierlijk je kwaliteiten showen op een blanco vel papier geeft een ervaring van “Godzelf”. Je bent een creator. Jij maakt dat wat er staat!
Stil en verbaasd overpeins ik mijn geschrevene. Maar neen, geen kroontjespen. Geen Parker, die mij het gevoel biedt de woorden te parkeren op de overdekte ruimte van een parkeergarage.

Virtueel schrijverij
Tegenwoordig verdiep ik mij. Natuurlijk ook in die kronkelweg van het geheugen. Dat blijkt wel. De eenvoud van de kroontjespen werd ingeruild voor een Parker. Daarna in de hogere scholen was de ballpoint het element van vermaak en verdriet. Pennen met diverse kleuren. Pennen die je ook kon ombouwen tot fantastische katapulten (en nog denk ik) als ik denk aan de gewone Bickbalpoint.

Laptop
Nu, terug op dees aardkloot en aangeland in het heden overzie ik het gerommel op een laptop. Zelfs een telefoon geeft mogelijkheden je gedachten te ontvouwen. Virtuele veelschrijverij. Voor wie eigenlijk? Ach, al is het voor de fun, ’t blijft handig. Carbonpapiertjes zijn niet meer nodig voor vermenigvuldiging . Wie kent nog carbonpapier? En dan kom je opnieuw na 50 jaar terug in de schoolbankjes. Geen pen en inkt, maar gewoon een boekje, potlood en papier.

Archivarissenopleiding.
Ineens is het daar. Wat een prachtige geschriften ontvouwen zich aan mijn geestesoog. Geestig om een handgeschreven verslag te zien, met de bloedspatten er nog op, van een verslag over het verhoor van een of andere straatschoffie. Geradbraakt, maar wel een getuigenverslag waar het dna nog bijna uit te halen valt. Geschreven geschriften die je hersenen doen jeuken. Zulke mooie handschriften met pen en inkt?

Ganzenveder
Neen, met een ganzenveder. Dus op zoek naar een ganzenveder en probeer daar dan maar eens je gedachten en predikerij over de schoonheid van het verleden onder woorden te brengen. Haperingen en wanhoop zijn je deel. Met een ganzenveder het geschepte papier tot leven brengen. Da’skunst!
Dagelijks doorzie en overzie ik het gestuntel van het lezen van de oude taal. Ontdekkingstocht door de schrijverij van het verleden. De hiëroglyfen van de schrijvers. Spijkerschrift is nog een fase eerder. Dat lees ik niet. Hooguit zo zal men zeggen dat mijn handschrift gelijkenis vertoont met dat spijkerschrift. Weg netheid, weg vlijt en voor mijn gedrag hoef ik ook geen cijfer meer. Die tijd ligt achter mij.

Bits en bytes
Gelukkig, ik kan het met bitjes en bytjes aangeven. En een druk op de knop en iedereen leest dat schrijven leidt tot lezen en overdenken. Oh ja, dan moet je wel een e-mailadres hebben. Waar blijft de tijd van de enveloppe en die PTT beambte? En denk a.u.b. wel aan de juiste extensie. ’t Is er eigenlijk helemaal niet veel beter op geworden met de moderne techniek…Wilt u wel mijn nieuwe e-mailadres gebruiken en niet meer ziggo.nl, kpnmail, hotmail.com of gmail.com. Hallo zeg, welke brievenbus moeten we hebben? Vroeger had je alleen maar PTT. Weg met die extensies.
Geef mij maar?
Een mooie handgeschreven brief met gevoel en liefde die in het papier kruipt, uit de penhouder klotst. Memorabele gevoelens oproept. Het is geschiedenis.

Mooi schrijfjaar toegewenst. En kom je er niet uit, schrijfwijze of wijze schrijver, we wijzen het aan op de computer. En veel leesplezier.

Vorige

Kerst, beestenboel

Volgende

Nep parlement of dom parlement?

  1. Krijn

    Wie schrijft die blijft zou mijn vader zeggen.en oude schrijvers , daar hield hij van
    Groeten,
    Krijn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén