Storm Dennis doet vandaag van zich spreken. Was het een week geleden nog storm Ciara, Dennis, wist minstens zo veel van wanten. De jas werd dichtgetrokken, een lichte miezerige teug wind met vochtigheid baarde wel enige zorg. Sjaak had zijn telefoon nog zo geraadpleegd. Vochtig, maar het zou meevallen.Vrouwlief had hem uit zijn auto gekieperd. Hij “wilde effe naar buiten”. De pet werd nog eens extra vastgezet. Blikskaters, mompelde hij, wat een wind. Hij zou bijna van zijn voetzolen sukkelen. Zijn zoon had nog zo gezegd: “ga gewoon op gympen, het maakt je voeten veel sterker”. Maar goed, Sjaak kreeg de smaak te pakken. Vliegen, dat deed hij. Ene Tinni en Tus, hoewel aanwezig, kregen geen kans. Sjaak had al zijn aandacht nodig om op het rechte spoor te blijven. “Dat was wel even anders dan de the day before yesterday,” mompelde hij. Samen als een soort Emmaüs, had hij als een Petrus en Johannes, het wandelpad door de Klarenbeek met zijn broer gewandeld. Leuk hoor, zo met zijn tweeën de herinnering over oude zaken voor het voetlicht te trekken. En nu? Nu leek het wel de sabbatsreis die hij na een driepunten preek des zondags met zijn ouders en de hond, Timmy, meestal “moest” ondergaan. Gek eigenlijk, nu deed hij het vrijwillig. En zijn gedachten vlogen terug naar meer dan 50 jaar geleden.

Ach ja, op deze dag moest hij ook wel even terug in de tijd. Zo’n dag, waarop zijn vader nu al 109 zou zijn geworden. Dat mannetje, links op de foto, met hem had hij vaak een deel van dezelfde route gelopen. En Timmy, heerlijk in de moddersloot. Tot grote ergernis van zijn moeder.

Wandelen, als Emmaüsganger, is toch eigenlijk wel leuker. Super gezellig. Maar Sjaak moest het nu toch in zijn eentje doen. Dan trek je deverhalen, zoals de visser zijn voorntjes op de kant rukt, uit de grijze put van herinneringen moeiteloos naar boven. Zijn orientatiepunt was voor Sjaak bijna, al kwam hij daar tegenwoordig zo wat elke week wel even snuiven, ongewijzigd. Soppenhof, het lag er nog net zo bij als 60 jaar geleden. Daar was hij al.

dav

Twee stiefelaartjes deden voor hem uit de doeken dat de wind “behoorlijk dwars was”. Maar bij de afbuiging naar de Oude Zeeweg, sloeg hem de schrik om het hart. Sjaak keek vertwijfeld naar zijn pols. Maar 3,5 km. Wat een brulaap, die Dennis. Stug doorgaan. Dat deed Sjaak en voor dat hij het wist had hij de afslag al genomen naar “De Horst”. Even uitpuffend op een bankje. Man, wat ging Dennis tekeer. Kijk, daar dit plekje. Ach heden, Gertie, die helemaal niet zoveel zin had in een driepuntenpreek en de hele toertocht naar de dorpskerk, die wist het wel. “Kijk, Gert, daar heb je palingen” en, met een ruk aan zijn stuur, sjeesde de kleine man meteen de oever af. Weg paling. En ons Gertie kon meteen weer terug naar huis voor lekkere droge kleren. Weg driepunten preek. Maar ’t kon Gertie vast niks schelen.

dav

Zo zie je maar, er was aanleiding voor verleiding. En toegeven aan verleiding wat vervolgens een mens een nat pak oplevert. Drie punten.

Sjakie moest er nog om lachen. Ja, dat waren nog eens tijden.

De Horst was inmiddels omgedoopt. Al zal het ook in vroeger tijden dezelfde naam hebben gehouden. De Klompenburg. Afgezien van wat schuren en erfaankleding, het huis was nog niet veel veranderd. Na een ferme tippel, de wind nu wat meer van opzij, kwam hij ineens langs het huis waar hij zijn gezin had gesticht.

dav

Tinnus en Rus waren er wel, maar hebben zich niet gemanifesteerd. Een opsteker van jewelste eigenlijk, maar best uitgetierd zakte Sjaak op de bank.

Ja bedacht hij, dat was een beste sabbatsreize. Dik 10 kilometer. Zijn pa zou er trots op zijn geweest. Sjaak grijnsde.

Dankbaar ontdeed hij zich van zijn dampende kleding. De onderdanen hadden gedaan waar ze voor waar geschapen. En nu dampte de koffie. En dat rook vele malen lekkerder.