De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Categorie: Harms Pagina 33 van 69

Belevenissen van Harms en Wapse.

Het gesprek

We kwamen elkaar tegen. Op de septembermarkt. Er was een Bom gelegd. En de belangen van de inwoners, tja, ze leken verkwanseld te worden in het politieke gewoel.
Neen, daarover behoefde ik mij geen zorgen te maken. Immers, ze waren er. Voor alle inwoners. Dat VVD en PvdA in de politieke koude barometerstanden geen medestanders waren, mocht duidelijk zijn. Zelfs D66 laten ze een blauwtje lopen. Kille tijden zijn het.
Leuk om dan de vergelijkingen te maken. Politieke dwaallichten die tikkertje en krijgertje spelen in de politieke doolhof die “Den Haag” heet. Vergenoegd van zoveel kennis zei de kennis “da’s een goeie”. Maar zeg nu zelf, de lijder van de PvdA heet tegenwoordig Rutte en van de VVD heet Samsom. Lijdzaam werd de blik door omstanders getrokken over zoveel politieke geanimeerdheid. Ach, ik meen gelezen te hebben dat politici kennelijk toch ook waarheid spreken. Iemand heeft getweet dat zowel Samsom als Rutte als politici de waarheid spraken.
Samsom noemde Rutte een ramp voor het land en Rutte noemde Samsom een ramp voor de economie. Tja, ik bepaal niet wie er gelijk heeft. De journalist/tweeter of de politici .

‘k Zou (bijna)zeggen: In die politieke doolhof zijn ze de Weg kwijt.

We namen afscheid.
Een folder was mijn deel.
Ik kijk naar de folder: er is ruimte. Voor het aandragen van “ Ideeën, opmerkingen of reacties”.
Had ik mij bij een andere stand gewaagd dan weet ik zeker dat ze daar wat ballonnetjes hadden opgelaten.
Opgelaten heb ik het veld geruimd.

De dominee en de ligfiets

“Wat een figuur hé, die Harms. Blijkt die ineens zijn ligfiets aan de wilgen te hebben gehangen.”
“ Wat, neen, dat meen je niet Wapse” zei Krijn. “ Wel Krijn, het staat gewoon in het kerkblad. Hij heeft de ligfiets beschikbaar gesteld aan de bedienaar van het Woord. “ Heftig knikte Wapse nu als onderstreping dat het hem echt ernst was. “Of ik het heb gehoord? “ Krijn keek wat verbaasd naar Wapse. “Waar heb je het toch over, ik ben een beetje hardhorend.”
Wapse keek Krijn eens diep in de ogen. “Gaat het eigenlijk wel goed met je Krijn? Ik zeg..” “.Ja, ik weet wel wat ik doe” . “Neen, man, gaat het wel goed met je?”

“Zei je wat? Ik ben een beetje doof”.
Krijn had nu zijn handen als een ouderwetse hoorn om zijn oorschelpen geslagen. Ineens begreep Krijn nu dat het over Harms ging. “Oh ja, Harms heeft zijn ligfiets aan de dominee gegeven . Dan kan die daar vast flink mee oefenen. Harms heeft er twee van man, en hij vond het wel een goed idee dat er wat vaart werd gemaakt met het evangelie”. Krijn knikt nu ook voldaan naar Wapse.
“Maar Krijn, jongen, die Harms is toch eentje die nogal op de penning is? Dan geef je toch niet zomaar een ligfiets weg?”
Krijn kijkt nu wat beteuterd. “ Wapse, man, Harms is echt de beroerdste niet. Die gunt een ander best wel wat. Die gaat uit van het oorspronkelijk gegeven dat als je er ergens twee van hebt, je er eentje weg kunt geven”. “Hem kennend, zal ie wel een huurovereenkomst hebben gesloten met die woordbediener”, zei Wapse.
Beide mannen verzonken nu in diep gepeins. Wapse keek eens naar Krijn. Krijn staarde als wat oudere man nu in de verre verte. “Zeg Krijn, meen je dat nu? Heeft ie echt een ligfiets…”
“Oh ja, want die dominee schreef erover in het kerkblad. Moet je ook lezen man. Aardige artikelen staan er in. Die dominee gaat zelf een ligfiets aanschaffen. Harms zal hem wel helemaal hotel de botel hebben gemaakt. Maar kijk, daar komt Harms aan, zullen het meteen maar eens vragen”.

Niet veel later kwam Harms aangesneld. Op zijn ligfiets. ” Zo mannen, genieten van de mooie zomeravond? Niet gek, zullen we maar een bak leut nemen?”

Schele Japie had het hele gebeuren waargenomen. Als echte pompbediende had hij zich vandaag wat op de achtergrond gehouden. Drukte genoeg met die mooie zomeravonden. In café de Gulle Gaper waren vandaag al zoveel toeristen voor een watertje of likeurtje geweest, dat Japie voor de rest van de maand al binnen was. En die hele verhalen over dominees, nou Japie kon die af en toe wel even ‘schieten”.

Toen de vrienden dan ook koffie bestelden was Japie er als de kippen bij. Dat werd een avondje “slagroom op de omzet”. Hij grinnikte, hij zou ze wat extra leuterwater geven. Goed voor een extra bestelling.

“Proost, manne, lekkere bak, Japie!” Harms kon het zeggen alsof een engeltje over zijn tong pieste. Maar dat vond Harms van de vers gezette koffie van Japie ook. De mannen roerden, Wapse keek schielijk naar Krijn. Krijn was opnieuw wat verstrooid. De wereld vol van geluid ging aan hem voorbij. Maar de nieuwsgierigheid van Wapse was als zware transpiratielucht voor een goed waarnemer wel te merken. Harms had al wel gezien dat de vrienden flink aan de babbel waren geweest. Peizend stak hij een sigaret op. Hij zou de heren wel eens laten zweten al had hij geen benul waar ze met elkaar over in de slag waren geweest.

“Zeg, Harms, is het waar dat jij een fiets aan de dominee hebt gegeven?”. De vraag spatte als een vette flodder over de tafel. Wapse was niet meer te houden. Hij keek eens naar Krijn. Wat deed die nu weer? Hoofd helemaal schuin, beide handen als toeters om zijn oren alsof hij verwachtte dat het in Keulen donderde.
“Wat moet zo’n man nu met een ligfiets?” Vragend keek Wapse nu naar Krijn en Harms.
Krijn moest er wel om lachen. “ Hé Japie, heb je een glas gerstenat voor ons? Ik zal eens gul doen, van die “Old Soldiersbruin” die ik een tijdje terug heb meegenomen van” Keep them Rolling”. Japie stoof. Daar had hij een beste voorraad van ingeslagen. Via de coureur van het Groene Hart met zijn dikke Willyjeep had hij inderdaad een speciaal biertje weten te bemachtigen. Voor de vaste klanten dan. Hofleverancier Krijn wist dat hjj zo voor een speciaal prijsje zijn avondzakkertje kon aanbieden aan zijn vrienden.

“Proost, Wapse, proost Harms!”. De mannen hieven het glas en dronken alsof ze nooit zoiets lekkers hadden gehad. Na het tuiten van de lippen en het genoeglijk met de tong het verkoelende schuim weglikkend nam Harms het woord. “Weet je, dominee kwam bij me. Eerst schrok ik wel. Dacht, zo, dominee voorbij, dan is het zeker voorbij met….. Nou, gelukkig maar. Mooi niet. Meneer had begrepen dat ik mij nogal eens ruggelings door het Groene Hart spoedde. Of hij ook… enfin, om een lang verhaal maar af te ronden zei ik: dominee: gebruik hem. Zoveel je kunt. Geniet van de mooie schepping, want je zult merken dat de wereld om je heen er heel anders uit gaat zien. Maar denk om het volk. Ze zullen wel zeggen: dominee komt aan als het ‘vliegend evangelie.’
Nou, ik zag hem kijken. “Zou dat dan niet gepast zijn op zo’n ligger” vroeg hij. Ik vertelde hem dat het evangelie best gebracht kon worden met een ligfiets. En ik adviseerde hem om tegen “het volk” te zeggen als hij kommentaar kreeg in de zin van “dominee brengt ze naar de hemel op een ligfiets en snel ook nog” hij moest zeggen: “Mensenkind, wat let je, spring er snel achterop, betere bestemming kan ik niet aanprijzen”.

Verbouwereerd keek Wapse naar Krijn en naar Harms. “Nou Harms, ik vind dit wel wat frivool hoor” bromde Krijn. “Ik vind het maar een waagstuk” waagde nu Wapse uit te brengen.
“Japie, doe de mannen er nog eentje”.
Harms keek ze nog eens aan. “Ach, vrienden, zo’n waagstuk is het niet. Dominee oefent. En Krijn, gelet op de degelijkheid heb ik begrepen dat hij uit dat oogpunt voor een driewieler heeft gekozen. Dus niet meer Hervormd op wieltjes als je begrijpt wat ik bedoel. Nu houdt hij de spieren in conditie om op mijn ligger nog wat kilometers te maken.
En Krijn, Wapse, hij gaat nu gedreven door de groene dreven van het Groene Hart. En weet je, hij heeft volgens mij ook het hart wel op de goede plaats. Straks geen gezwabber meer, maar stuurvast scheurt hij zelfs misschien wel eens langs bij Oosterheem”.

19-07-13

surf

We kennen verschillende vormen van surfgedrag.Laat ik de laatste dag nou eens getuige zijn van echte bikkels. Een schoonzoon en een kleinzoon. Kerels zijn het. Windkracht 7/8 met uitschieters naar 9, maar ze laten zich niet ringeloren!. Soms zweet je gewoon van trots. Deze pake kon zich regelmatig het hoofd schoonwissen. Ik weet het niet zeker, maar als ik de kleinzoon zo bezig zie dan denk ik dat mijn schoonzoon binnen niet al te lange tijd letterlijk meemaakt dat zijn zoon hem om de oren vliegt. Hard gaat ie.

oud worden

Oud worden.

Japie keek over zijn tapkast naar buiten. Wat een beestenweer, dacht hij. Je zult er doorheen moeten. He? Wie is dat daar? ’t Lijkt warempel Harms wel. ’t Is die oud-archiefvorser die inderdaad diep voorovergebogen over zijn stuur tegen de wind in op weg naar zijn toko was. Dat kon niet missen. Japie schoof meteen in de startblokken. Een bak verse koffie ging er bij Harms wel in. Harms boog nog eens diep tegen de wind in. Gekromd over zijn stuur trapte hij de rest van de wind langs zich heen.
Niet veel later kwam Harms binnen.
“Morrege man”, zei Harms. Hij was het inderdaad. “Beestenweertje, kerel. Heb je nog wat bruinenbonensap?”
“Ha Harms, komt er aan man. Ik zag je fietsen. Dus de koffie pruttelt al, bijna klaar!”
Samen dronken de beide mannen een vers geurend bakje bruinebonenaftreksel.
“Je kijkt bezorgd, Harms”. Deze knikte slechts. In zijn ene oog zag Schele Japie dat Harms al brandde om zijn verhaal te doen. Dat was dan ook een van de redenen waarom hij nog steeds kroegbaas was. Geweldig wat al die mensen soms zo in een café, en dus ook in zijn café de Gulle Gaper, te vertellen hadden.
Hij was geduldig.

“’t Ja, Japie, het leven is wel een van steeds ietsie ouder. En dat zit me waarachtig knap dwars. Je zult tegenwoordig maar de 40 zijn gepasseerd. Dan wordt je voor oud versleten. Bij 50 verwachten de mensen dat je al werkloos bent. Bij 60 kun je beter helemaal je gezicht niet vertonen. En ben je gepensioneerd, nou dan weten de heren in Den Haag dat je er kennelijk warmpjes bijzit. Weet je? Als je oud en krakkemikkig bent dan kan je familie voor je opdraaien. Pech gehad als je kinderloos bent en geen partner hebt. Dan kun je bijkans doodvriezen als het weer eens een beetje tegenzit. En vergeet het maar rustig, je kunt niet meer in een oudeliedentehuis worden opgenomen. Ze gaan sluiten die hap. Hebben ze geen ouderen meer. Deden ze bij de jeugddeliquenten ook al. Sluiten maar. Personeel met een beste uitkering op de keien. Niet voor lang, dat wordt ook al uitgemolken. Kunnen ze in de bijstand. Die voorziening is er nog. Let op Japie, ik zeg “nog”, want ik vertrouw die jongens niet. Statistisch gaan ze gewoon uitmaken dat er geen stouterikken en teveel ouderen zijn. En zo werkt het tegenwoordig.
Moet je luisteren, man, vandaag was het helemaal raak. Zit ik de krant te lezen. Kan nog net, want de heffingen spelen bij mij ook door. Maar goed. De vrouw wenste dat ik ze toch nog maar even zou aanhouden.
Komt me daar een verhaal dat het volk tegenwoordig, ja ja let op “tegenwoordig” zo negatief oordeelt over het rijksbeleid.
Man, laat die kerels eens gewoon gaan fietsen. Weten ze tenminste dat de overheid wat sneller moet gaan optreden tegen de vervuiling van de bermen. ~Ik zal niet mopperen,. Neen, Japie, ik zie je denken, maar ik bekijk het leven echt nog wel door een roze bril. Maar ;’t wordt me echt onmogelijk gemaakt met die hannessen daar in Den Haag.
Krijgen we ook nog een nieuwe koning. Nou, die oude dame, ik neem daar echt mijn hoed voor af, die deed het zo slecht nog niet.
Maar wordt het beter? Welneen, man, ik schrik me helemaal het apenzuur. De plannen die ze hebben. Kieperen er duizenden ambtenaren uit. Man ik heb mij in het verleden het schompes gewerkt om de publieke zaak te dienen. Krijg het bijna niet meer over mijn stembanden gehesen dat het dienen van de publieke zaak tegenwoordig een deugdzame zaak is. De heren en dames daar in Den Haag denken, echt waar hoor, ze denken, dat ze met de aanpak van het gebeuren volgens de klinische methodes de problemen te lijf kunnen. Maar de respons van ons dankbare volkje doet ze te pletter schrikken. En de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (dat is toch eigenlijk wat het volk wil???) nou die zegt, tja, je moet de negatieve spiraal zien te doorbreken. Mopperen biedt kansen.
Kijk, dat is nog eens een adequate aanpak van de problematiek. We draaien de zaken gewoon om?
Arm? Welneen. U krijgt de kans om in de toekomst echt veel meer te gaan verdienen! Dus u hebt nu al een gouden toekomst. Gouden greep van het gedistingeerde volkje op de blauwe bankjes en in vakje K van de regering. Geef mij, oh Japie, die ouwe tijd maar weer terug. Echte oppositie. Ik ben het met zaliger Koekoek eens, ik heb het echt waar man, “altied al e zegd.” vroeger. Vroeger ja, toen was alles beter.”

Japie keek eens naar Harms. Japie knikte eens. “Zeg Harms, vroeger was het ook niet zo best hoor. Denk maar eens aan de tijd van Wiegel en die “gereforkeerde “socialist, die Uil. Weet je, zelfs Wiegel zei toen dat Sinterklaas bestond. Dus erg veel wijsheid kon je ze toen niet en nu ook nog niet in Den Haag toedichten. “

Bron: ND 26 februari 2013Overheid moet vaker ‘nee’ verkopen
DEN HAAG – Oppervlakkig onbehagen is op het moderne ‘opinieplein’ uitgegroeid van een onderstroom tot een bovenstroom. Volgens de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling moet de overheid beter doorvragen en vaker ‘nee’ verkopen.

Onbehagen (gevoelens van onvrede en onmacht) heeft in Nederland een structureel karakter gekregen. Van een onderstroom is het maatschappelijk onbehagen in de afgelopen tien jaar uitgegroeid tot een bovenstroom. Dat heeft gevolgen voor de verhouding tussen overheid en burger en de media die daartussenin hun werk doen.
Op verzoek van het kabinet heeft de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) onderzocht hoe het staat met het onbehagen in de samenleving en wat de overheid eraan kan doen om dat onbehagen enigszins weg te nemen. In het gisteren gepubliceerde rapport ‘Het onbehagen voorbij. Een wenkend perspectief op onvrede en onmacht’ wil de RMO de overheid, maar ook burgers en media, inzicht verschaffen in een ingewikkeld probleem.
De RMO definieert het breed levende gevoel van onbehagen als een ‘negatieve publieke stemming in combinatie met onmacht’. Die stemming leeft breed mede omdat er een ‘gemeenschappelijke taal’ is ontstaan van politici/bestuurders, burgers en media. In 2003 kwam de RMO met het spraakmakende rapport ‘Medialogica’ waarin de interactie tussen deze actoren werd beschreven. Sindsdien is er nog meer sprake van ‘nieuwsmanagement’, waarbij het aantal voorlichters en communicatiemedewerkers bij de overheid sterk is toegenomen. Gevolg daarvan is weer dat het wantrouwen bij de media ten opzichte van de overheid is gegroeid. Conflicten worden uitvergroot en sterker neergezet, ook is het cynisme in de media over politici toegenomen.
De toch al complexe relatie tussen politiek, burger en media heeft sinds 2003 een nieuwe ‘speler’ erbij gekregen. Dat is de markt van opiniepeilers. Door de telkens uitgevoerde peilingen en de mogelijkheden als individu je mening kenbaar te maken, via sociale media en internet, is er een ‘opinieplein’ ontstaan. Op dat plein wordt het onbehagen aangejaagd en herhaald (‘circulatie van onbehagen’). Waar vroeger kerken, politieke partijen en vakbonden een filterende en dempende werking hadden bij het naar buiten brengen van gevoelens van onbehagen onder de bevolking, is dat bij het ‘opinieplein’ heel anders. De conclusie van het RMO-onderzoek liegt er niet om. ‘Het opinieplein houdt ons gevangen in oppervlakkige kennis van het onbehagen.’ Sterker nog, we zwelgen erin.
wending
Hoe uit die neerwaartse spiraal te komen? Voor een ‘constructieve wending’ doet de RMO twee aanbevelingen. De eerste is te beseffen dat ‘de’ mening van ‘het’ volk, ondanks de pretentie van veel beroepspeilers, niet bestaat. Er is sprake van diversiteit onder Nederlanders, er zijn tegenstrijdige belangen en het ene onbehagen kan juist voortkomen uit het andere. Kortom, doorvragen is van belang en draai het perspectief. Ook onvrede heeft te maken met idealen. Probeer de onvrede op een positief spoor te krijgen waardoor mensen weer het gevoel van beheersing en controle krijgen.
De tweede aanbeveling die de RMO doet is het organiseren van ‘tegenkracht’ om de tekortkomingen van het ‘opinieplein’ tegen te gaan. Dat kan door aan te geven dat een opiniepeiling niet het resultaat is van een diepgaand debat, maar het begin ervan. Ook is het zinvol om feitelijke informatie te verschaffen om de diepgang van het debat te bevorderen. Verder acht de RMO het nuttig de aandacht te verleggen van het verleden naar de toekomst. Bovendien moeten politici en bestuurders het lef hebben vaker dan nu de burgers te vragen wat ze eigenlijk van de overheid verwachten. De overheid zal vaker ‘nee’ moeten verkopen. Dat schept duidelijkheid en voorkomt frustratie.

Pagina 33 van 69

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén